Verhaal: Paniek
Met trillende benen loop ik door mijn nieuwe woonplaats. Een panische angst overvalt mij. Waar woon ik? Het lukt me in deze godsverlaten plaats maar niet mijn huis te vinden. Vlug ga ik van de ene straat naar de andere. "Waar is in hemelsnaam mijn huis? Al die straten lijken op elkaar. HELP!!!", denk ik bij mijzelf...
Als een bezetene blijf ik zoeken, maar het lukt me niet. Na een tijdje geef ik het op. Daar sta ik dan, helemaal alleen en verlaten. "Waarom verhuizen we ook altijd zo vaak? Ik wou helemaal niet verhuizen! Nu ben ik hier, helemaal alleen zonder mijn vrienden! Waarom? Wat heb ik nou weer gedaan? Mag ik nooit gelukkig zijn?!?", al die gedachten overspoelen mij
Het water staat me in de ogen, ik kan het niet meer houden. "Ik wil naar huis!", schreeuw ik uit. Er schijnt echter niemand in de buurt te zijn die naar mij luistert. Het heeft allemaal geen nut, snikkend loop ik in het rond...
"Psst. He Marc, gaat het een beetje?", hoor ik opeens. Deze mooie zachte kinderlijke stem klinkt mij bekend in de oren. Geschrokken kijk ik om, het is Janine. "Wat doe jij hier?!?", vraag ik helemaal verbaasd. "Wil je boter, kaas en eieren spelen?", komt het ineens vanuit een andere hoek. Weer draai ik me om, het is Ivo. Met een krijtje in zijn hand kijkt hij me vragend aan. "Kom je voetballen?", roept nu iemand achter mij. Een beetje duizelig kijk ik weer om. Het is Remy, maar er klopt iets niet: Janine is nu verdwenen. Snel kijk ik om: Ivo is ook verdwenen. Angstig werp ik mijn blik weer voor mij...
Remy is er ook niet meer. "Waar zijn jullie? Dit is niet leuk!", mompel ik met een trillend stemmetje. "Janine? .. Ivo? .. Remy? Waar zijn jullie nou?!?", schreeuw ik uit. Er komt echter geen antwoord. Nog even dwaal ik treurend in het rond. "Heb ik me dit nu ingebeeld? Ik word echt gek hier, ik moet snel naar huis! Maar hoe kom ik daar? Ik vind het nog niet eens, al die huizen hier lijken op elkaar!", huilend loop ik verder
"Loop ik nu verder weg of kom dichter bij mijn huis?", vraag ik me af. Ik weet het allemaal niet meer. "Waarom moest ik met mijn stomme kop ook weglopen? Waarom ben ik niet thuis gebleven? Nu weet ik niet meer waar ik ben!", gaat door mijn hoofd. Deze plaats drijft mij nog tot de waanzin. Aan de ene kant wil ik naar huis, omdat ik de weg kwijt ben. Aan andere kant durf ik niet, want mijn vader zal woest zijn...
"Wat moet ik nou toch doen?!?"
Deze vraag herhaalt zich steeds in mijn hoofd. Ik hoor mezelf schreeuwen, het wordt harder en harder, ik kan er niet meer tegen...
---
Even later later lig ik zwetend en wakker in mijn bed. De stilte stelt mij gerust, het is voorbij *zucht*
MAS187
The summer of 1990...