Pijnlijk pijnlijk pijnlijk!
Oeioeioei
hoe gaan we haar dit vertellen?
De vraag spookt nu al zo'n drie dagen door waarschijnlijk al onze hoofden. Door die van mij in elk geval! Arm kind. Ze weet van niks. Auwauwauw, ik hoop niet dat ik het moet doen. Ik sta nou niet bepaald bekend om mijn tact. Waarschijnlijk moet Babyblauw het vertellen. Babyblauw heet Billy, maar hij is zo'n lief jongetje. Oh nee! Hij was erbij! Verdomme waarom is hij zo stom?
Heeft Illy dan echt zoveel macht? Je zou hem nota bene omver kunnen blazen, zoals hij er nu aan toe is... Zielig hoor.
Oh ja, ik zie het ze denken, allemaal. We kijken naar Silly. Zij wordt het waarschijnlijk. Oeioeioei. Medelijden heb ik met 'r, ze kijkt erg benauwd, misschien heeft ze het al in de gaten. Hoe kunnen we dit nou ooit overleven? Pijnlijk!
Met hem bij de club braken we onze belangrijkste regel. We wisten allemaal hoe belangrijk namen waren, hij kón geen waardig lid worden! ROGIER! Wat is dat voor naam? Ik ben slechts een eenvoudige vos (de meest voorkomende soort), de laagste, maar ik heb geen plichten. Ik ben volkomen vrij,ik heb ook geen macht.We hebben wolven, havikken, dolfijnen, vossen, ratten (de bijna-belangrijkste) en Yrm. Yrm is een elf en hij kan alleen worden opgevolgd door een rat.
Stomme Rogier.
Illy ligt nu voor pampus in het ziekenhuis. Eigenlijk zielig, maar ja, wat wil je, als je Rogier heet... Toch noemen we hem Illy. En zijn vriendin Jillie heet Jill. Zij is perfect! Ik denk niet dat we ooit zo'n goede Wolf hebbengehad!Illy was een heel miezerig baby-vosje. Hij liep als een jong achter ons aan en was vreselijk nieuwschierig. Stom knulletje. Maar ja, zijn naam hè.
Jilly is opgewekt, ik denk omdat ze Illy al een tijd niet gezien heeft. Silly loopt naar haar toe en praat. Ze ziet groen. We wenden allemaal ons hoofd af, we kunnen het niet aanzien. We gaan terug naar onze holen. Ik voel me miserabel. En die arme Babyblauw! Hij zit te trillen als een rietje tussen de dolfijnen. Hij zou het op zijn hoofd krijgen. Hij had moeten weten dat het te gevaarlijk zou zijn, een vosje tussen dolfijnen, zo`n eerste keer.
Onze beste wolf zien huilen is een akeliger aanblik dan duizend dode beesten in een bontjasfokkerij. We blyven beleefd op afstand en kyken haar niet aan. Alle wolven worden daar nerveus van. Enkel Yrm looptnaar haar toe en geeft 'r een neusje. Hij gromt
in haar hangende oortje. Het gaat langzaam overeind staan. Ik als vos, haar neef, mag naast haar staan. Ik leg mijn warme staart om haar heen. De dolfijnen piepen vanuit hun aquarium troostende woorden. De wolven staan plechtig op een rij. De vossen staren vanuit de schaduw naar dé wolf. Yrm staat voor ons. De havikken cirkelen om het gat in het plafond.
Thuis merkte niemand iets van ons dierlijke gedrag. We waren doodnormale kinderen. Allemaal een beetje levendige fantasie voor vijftienjarigen, maar leuke, aardige kinderen. Maar we waren béésten!
Ja beesten. Dat was iets wat ik nu pas besefte. We hadden ons bééstachtig gedragen. Arme Illy.
To be continued
__________________
OE MOEME NOEMOE!!!!!!!!!
|