Een trilling kwam uit het niets, zomaar, ineens. Alsof er een monster onder mijn bank zat die ineens tevoorschijn kwam, was die trilling daar. Die trilling golfde door de lucht, maakte buigingen, kwam weer terug, werd groter en werd kleiner, en bereikte uiteindelijk mijn hoofd. Direct hierna volgde een tweede trilling, deze boog iets meer, ging iets meer op en neer, ging ook terug maar niet zover en bereikte wederom mijn hoofd. Zomaar, uit het niets, alsof in die twee hoeken uit mijn kamer mannetjes zaten die trillingen uitspuugden. Daar kwam weer een trilling, en weer één. Steeds maar weer, zeven minuten en drie seconden lang kwamen er trillingen, steeds maar weer. De ene trilling kwam harder aan dan de andere, de andere boog weer harder. Elk van deze trillingen zetten zich om in mijn hoofd als geluid. Hard en zacht, hoog en laag. Aan het begin van die zeven minuten waren de trillingen een brandend huis, die trillingen werden later vervangen door gitaren, een drumstel, een piano, en gegil. Weer later was er een vrouw die aan het zingen was, en klonk er een stem die klonk zoals het zou klinken als een dooie sprak. Al deze trillingen, later geluiden. Allemaal werden verwerkt in mijn hoof als impulsen, en kregen het vakje muziek. Mijn hoofd stond dus naar de muziek, ging op en neer op een herkenbare maat, vond de muziek aangenaam, begon met de tekst mee te denken. Al die lettergrepen, die woorden vormden, waarna zinnen. Al die klanken, daar begreep ik niets van, natuurlijk wist ik van de negativiteit, maar het waren andere combinaties van lettergrepen die ik gewend was, die combinatie werd ‘Engels’ genoemd, ik was de combinatie ‘Nederlands’ gewend. Ik had wel geleerd een boel combinaties om te zetten in die van het ‘Engels’ maar de combinaties die in mijn hoofd klonken waren mij totaal onbekend. Maar mijn hoofd ging door, de muziek stierf af en mijn hoofd werd weer rustig. Totdat het volgende nummer begon…
__________________
Strong enough to live by the sword
|