Natuurkunde... Help!

Ik kom hier niet uit... Kan iemand me helpen?

Op een kWh meter staat C = 1500. Dit betekent dat de schijf 1500 omwentelingen maakt, als er precies één kilowattuur aan energie wordt gebruikt. De spanning van het lichtnet bedraagt 230 V.

a. Bereken het aantal joule dat aan energie wordt verbruikt, als de schijf één omwenteling maakt (dat is me nog gelukt: 2,4 x 10^3 J)

Als men een bepaalde lamp op deze kWh-meter aansluit, dan blijkt de schijf in 40 s één hele omwenteling te maken. Als men een tweede (niet-identieke) lamp parallel aansluit, dan blijkt de schijf in 17,8 s één hele omwenteling te maken.

b. Bereken de stroomsterkte door elk van de lampen.
c. Bereken in hoeveel seconden de schijf één hele omwenteling zou maken, als alleen de tweede lamp op deze kWh-meter zou zijn aangesloten.

[bloed]

Pleo schreef op 21-01-2004 @ 22:44:
Ik kom hier niet uit... Kan iemand me helpen?

Op een kWh meter staat C = 1500. Dit betekent dat de schijf 1500 omwentelingen maakt, als er precies één kilowattuur aan energie wordt gebruikt. De spanning van het lichtnet bedraagt 230 V.

a. Bereken het aantal joule dat aan energie wordt verbruikt, als de schijf één omwenteling maakt (dat is me nog gelukt: 2,4 x 10^3 J)

Als men een bepaalde lamp op deze kWh-meter aansluit, dan blijkt de schijf in 40 s één hele omwenteling te maken. Als men een tweede (niet-identieke) lamp parallel aansluit, dan blijkt de schijf in 17,8 s één hele omwenteling te maken.

b. Bereken de stroomsterkte door elk van de lampen.
c. Bereken in hoeveel seconden de schijf één hele omwenteling zou maken, als alleen de tweede lamp op deze kWh-meter zou zijn aangesloten.

volgens mij moet je het zo aanpakken:
een omwentel= aantal/spanning
= 1500/230
= 6.52 per een omwentel

Energie(in J)=P. t
t = tijdseenheid
misschien er is andere formule, weet niet. Wie meer weet mag het zeggen

[sdekivit]

die eerste is inderdaad simpel:

1500 wentelingen = 3,6 x 10^ 6 J ( 1 kWh)
1 wenteling = x J

--> kruislings vermenigvuldigen levert inderdaad 2400 J = 2,4 x 10^ 3 J

de tweede:

1 omwenteling komt overeen met 2400 J --> het vermogen van de lamp is dan E / t = 2400 / 40 = 60 W

--> P = U x I --> U = 230 V dus I is 60 / 230 = 0,26 A

nu de twee lampen samen genomen is er een vermogen geleverd van 2400 / 17,8 = 134,8314607 W kortom een totale stroomsterkte van 134,8314607 / 230 = 0,59 A

Aangezien het een parallelschakeling is wordt de stroomsterkte verdeeld, kortom de stroomsterkte door de tweede lamp = 0,33 A

de derde:

het vermogen dat lamp 2 levert is dan 0,33 x 230 = 75,9 W dus 75,9 J/s

--> 1 seconde = 75,9 J
--> x seconden = 2400 J

--> x = 2400 / 75,9 = 31,6 seconden.

Dit zou ik er van maken, maar elektriciteit is niet mijn sterkste punt, maar ik heb mn best gedaan

[Fatality]

Volgens mij klopt dat heel aardig sdekivit