Ff snel in mekaar gezet 2 weekies geleden, need Feedback! Alvast bedankt!
Het studentenleven is niet zo simpel als het lijkt. Vanavond kook ik weer 'ns zelf in plaats van fastfood te halen.
Snel probeer ik de tafel te dekken, maar in mijn haast laat ik het bord vallen. Ik inspecteer het bord voorzichtig en kom tot de conclusie dat er een kleine barst in zit. Kwaad leg ik het bord weg en ik loop naar de kast om een nieuw bord te pakken. Deze keer gaat het wel goed. Ik loop weer terug naar de kast en pak snel de elementen vork, lepel en mes. Deze leg ik naast mijn nieuwe bord. Daarna ga ik op zoek naar glazen. Alles blijkt vuil te zijn. De vaat staat al klaar, maar helaas, alles is vuil. Terwijl ik op zoek ben in het keukenkastje naar afwasmiddel geeft de kraan mij Heilig Water. Ik zucht van opluchting dat de kraan het doet. Ik houd het glas onder de kraan, gooi er afwasmiddel in, waarna ik het glas uitspoel. Voorzichtig draai ik de kraan dicht. Helaas breek ik daarbij het scharnier met m'n onberekenbare krachten, maar dat baat niet. Het glas is immers schoon. Ik zet het glas rechts naast mijn bord neer. Klaar! Nou ja klaar, het tafeldekken is klaar. Inmiddels stijgt de hitte uit de pannetjes. De geur van gekookte doperwten verspreid zich langzaam door de keuken. Met een blik van verafschuwing kijk ik naar de borrelende knikkertjes. Ik lust ze geeneens, maar ja wat wil je zonder geld? Langzaam verspreid ook de geur van aardappels zich door de keuken. Ik haal diep adem. Mijn blik wendt zich af naar de aardappels. Ik droom weg bij de slecht geschilde, armoedzalige gevallen. Opeens valt m'n sigaret uit mijn mond. Ik schrik me helemaal lam. De wekker loopt af. Het is zo ver. Ik raap mijn sigaret op en gooi deze in de asbak. Daarna zet ik voorzichtig het gas lager. Ik loop naar de koelkast en pak de curry eruit. Deze zet ik op de tafel voor m'n bord. Langzaam laat ik m'n tong op m'n lip bewegen. Was zij maar hier, dacht ik, dan was het veel gezelliger. Ze zou er versteld van staan dat ik uberhaupt iets op tafel zou kunnen zetten. Al snel dacht ik aan het gare eten dat klaar stond te garen in de pannen. Ik loop naar de pannen toe en kijk er voorzichtig in. De deksels lagen al eraf. Ik gooi de inhoud van beide pannen in een kom. Deze pak ik samen met m'n colafles, die al klaar stond en lekker warm was geworden, beet waarna ik ze rechts van mij op de tafel zet. Ik ga zitten, maar onmiddelijk sta ik weer op omdat ik erachter ben gekomen dat ik de opscheplepel ben vergeten. Ik slenter naar het keukenkasje en zoek de opscheplepel. Na enkele minuten gezocht te hebben bedenk ik me dat ook deze vuil is van enkele dagen geleden. Ik slenter terug naar de tafel en ga zitten. Mijn ogen glijden over de tafel. Ik mis iets, bedenk ik me. Ik sta weer op en loop naar de lichtknop. Deze zet ik een standje lager waarna ik vervolgens naar de asbak loop waar ik mijn smeulende sigaret die ik zojuist terugvind. Ik pak een kaars van de kandelaar in de kamer en zet deze inclusief kanelaar voor me neus op de tafel van de keuken. Dat is wat gezelliger, fluisterde ik. Een traan ontsnapt. Was zij er maar bij. De warmte van het eten stelt niks voor in vergelijking met haar warme lichaam. Ik kijk naar links de kamer. Mijn ogen zochten haar ogen. De foto staat er nog steeds na al die jaren. Na een minutenlange, intieme omhelzing met haar ogen gemaakt te hebben wordt ik wakker geschud door de telefoon. Ik ren naar de telefoon en neem op met een zucht: "ja, met Johny?". "Goededag meneer F. met Vleugels van de Politie Maastricht, afdeling blabla..", zegt een blaffende stem aan de andere kant die verbaasd oversloeg omdat ik hem onderbrak. De teleurstellig is groot, ik had haar verwacht mij te bellen. Nu is het vast weer zo'n blauwe lul die een klacht van de omwonende heeft gehad dat er overlast is van mij en mijn hond. Kwaad in de rede vallend roep ik "dat jullie nu nog werken?! Ga andere criminelen maar pesten in plaats van onschuldige burgers!!" waarna ik vervolgens de telefoonstekker eruit haal. Kwaad loop ik naar de keuken terug. Ik neem alweer plaats, voor de zoveelste keer. Een blik schiet langs al het eten. Ik schep driftig en flink op van de groen/gele troep. Voorzichtig voel ik aan de aardeppels die al ijskoud waren. Misschien had ik ze toch niet lang genoeg gekookt bedacht ik me. Ik schuif de stoel dichter bij de tafel aan. Het moment is aangebroken. Was zij er maar bij. Ik probeer mezelf ervan te weerhouden naar de foto te kijken maar faal daarin. Terwijl ik naar haar kijk, glijden mijn handen langs het bord. De zenuwen slaan toe waardoor mijn linkerhand te hoog in het mes grijpt. Verbaasd kijk ik naar mijn bloedende hand. Hoe had dat nou kunnen gebeuren? Ach verrek, het bestek! De vork en het mes! Ze liggen beide aan de verkeerde kant..