En zo zat ze dan in de trein, een heerlijke relaxede plek. Het was er behagelijk warm en er was net genoeg TL-licht om niet geheel door te draaien. Buiten, zo had ze een uurtje vernomen, was het koud en wit en donker. Koud was iets waar ze nooit mee had kunnen leven, zo ook vanavond niet. Maar in de trein was het warm. Er zaten veel mensen om haar heen, elke keer weer anderen. Vanavond was er een Utrechtenaar, die iemand met een grote bek "z'n teentjes zou verbouwen", een man in een leren jack met een bril die op de hare leek en een meisje op wiens achterwerk hele grote roze letters waren gedrukt.
Ze was weer tot rust gekomen na gisternacht, toen ze zichzelf, zoals zo vaak, van kant wilde maken. Het verschil was echter, dat ze gister haar eerste serieuze poging had gedaan. Maar het was nu rustig in haar hoofd en de lichtjes waarlangs ze reed waren mooi en sereen. Dat maakte haar blij.
De trein stopte en met een schok ontwaakte ze uit haar half slaap, de droom die ze had verdween ogenblikkelijk. Ze wilde maar wat graag een fragment uit andermans droom zijn, dat zij weg zou floepen zodra die persoon wakker werd. Maar niemand werd wakker.
Ze had zo vaak verlangd naar de dood, maar ze was laf en nu was ze rustig en alleen en omringd door mensen.
De airconditioning in de trein bezorgde haar rillingen. Al het behagelijke verdween langzaam en ineens wist ze weer waarom ze zo graag wilde sterven. Ze werd weer in een hoekje van haar hoofd geduwd, haar Hoofd nam het woord weer en verstoorde de rust. Al de warme gedachten uit haar hoofd waren verdwenen en zij wilde dat ook.
__________________
BLABLABLA BLUP
|