Misschien was het de puberteit en misschien niet. Feit was wel dat het er was en niet weg scheen te gaan. Haar eeuwige donderwolk bleef boven haar hangen. En elke keer als het even opklaarde werd het meteen zo heet dat het te moeilijk was om je staande te houden. De stemmen hielden niet op en haar doodsdrang werd nooit ingewilligd. En alweer verdween ze niet en de trein reed gewoon verder.
Over een uurtje of wat zou ze weer thuis zijn. Ze had vandaag zes uur in de trein en wactend op stations gespendeerd, de NS deed immers altijd vervelend. Centraal Station, ze zag hoe de trein zich leegde en hoe haast iedereen werd opgewacht door een of meerdere geliefde

. Zij bleef alleen achter.
Ze wilde wel uitstappen en naar haar dierbare ex-vriendje gaan, maar dat deed ze niet. Het was immers niet voor niets haar Ex-vriendje. En hij was op het moment Puk-verzadigd. Waarom wist ze niet. Hadden ze dan Niets gevoeld de afgelopen zes maanden? Was hij niet degene die het had uitgemaakt, die had beloofd vrienden te blijven, beloofd haar lastig te blijven vallen en beloofd dat hij van haar zou blijven houden?
Het werd steeds kouder in de trein. Ze stonden dan ook al een poosje stil en de deuren stonden wagenwijd open. Ze hield niet van kou.
Hij had even genoeg van haar, maar wilde niet zeggen waarom. Hij gunde haar geen zekerheid. Wilde niet zeggen of dit iets tijdelijks was, of dat hij definitief klaar met haar was. Hij antwoordde niet op de vraag of ze ooit nog normaal met elkaar om zouden gaan. En antwoordde vice versa op de vraag hoe hij haar dit aan kon doen.
Dus ze had wat gedaan. Ze wist ook wel wat, maar zijn reactie was een tikkeltje vreemd in haar ogen.
Nadat hij het had uitgemaakt had zij met iemand gezoend, een iemand met een lange achtergrond. Het was een goede vriend van haar, die niet geheel juist bezig was. Hij versierde haar al, toen zij bezet was, toen hij zelf bezet was. Maar er zat een rare aantrekkingskracht tussen hen beide.
Ze wist dat Archie het niet leuk zou vinden als ze een relatie met hem zou beginnen. Maar ze begon nergens aan en hij had het uitgemaakt. Dat was Zijn beslissing, niet het hare. Absoluut niet het hare.
Toen ze het vertelde, reageerde hij heel normaal en praatten ze gewoon verder over rare dingetjes en nieuwjaarsfeesten. Hij had het uigemaakt. Niet zij.
Ze hield van hem, en dat deed ze ook toen ze in de trein zat, die inmiddels ijskoud was, maar toch verder reed.
Hij scheen het niet erg te vinden, maar gister ineens: "Ik ben gewoon Puk-verzadigd". Zomaar. Plotseling.
En het deed pijn. Een afwijzing en verlies, waarvan ze had gehoopt hem nooit meer te hoeven voelen. Dit had ze al vaak genoeg meegemaakt, maar nooit zo erg als dit.
Het deed gewoon pijn, maar de trein reed gewoon verder.