Stel, je moet van Nederlands naar Duits leren...
1. Eerst verdeel je de rij woordjes in groepjes van, zeg.. 10 woordjes.
2. Dan leg je een blaadje op de Duitse woordjes. Je leest het Nederlands, en dan kijk je wat het Duitse woordje is. Zo ga je de 10 woordjes van het eerste groepje na.
3. Daarna kijk je of je ze hardop kunt zeggen. Dus je begint weer bovenaan, met een blaadje over de Duitse woorden, en zegt ze hardop. Je gaat ze weer alle 10 af.
4. Vervolgens ga je de woordjes schrijven. Arceer vervolgens de fouten.
Dan even iets anders doen.
5. Je bestudeert je fouten.
6. Je pakt een NIEUW blaadje, en schrijft de woordjes van het eerste groepje opnieuw. Weer arceer je alle fouten. Je zult zien dat het aantal fouten af neemt.
Zo doe je het ook bij de andere groepjes. Het kost iets meer tijd, maar het resultaat is zichtbaar.