|
Ik liep laatst op een onbezorgde zomermiddag met mijn hond door het bos. Het zonnetje stond met een stralende glimlach boven de takken van de bomen. De schaduw van de takken viel op mijn gezicht, waardoor ik net op een zebrapaard leek. (hoera) Ik huppelde vrolijk verder alsof ik die zebra was, en hield van de zomer en hield van het bos. Maar plotseling bleef mijn hond staan. Ik keek hem vreemd aan, want dat doet ie anders nooit.
Hij begon te grommen, en toen ik weer voor me keek zag ik een man, midden op het bospad. De man zat op een paard, en het paard stond op een eekhoorn.
Plotseling was de zon weg, en stak er een gure wind op. De ogen van de man kon ik niet zien, daar deze verborgen gingen onder een grote zwarte kap. Zijn mantel wapperde over de immense achterflank van zijn paard, en zijn handen, die de teugels stevig vast hielden, zagen er oud en verschrompeld uit.
Ik huiverde. Ik trilde bij de aanblik van deze man. Mijn knieen knikten zo erg, dat ik er bijna niet meer op kon staan. Gelukkig dan ook, dat ik met mijn beide voeten in ieder geval nog vast op de grond stond.
Ik keek naar mijn hond, maar die had blijkbaar de benen genomen en was weggerend.
De man kwam stapvoets dichterbij. Toen hij naast me stond rook ik boven de intense geur van paardenzweet ook nog een andere, vreemde lucht.
Het was een geur als die van iemand, wiens haren in geen vijftig jaar zijn gewassen, wiens sokken in zijn schoenen met behulp van zijn eigen zweet waren weggerot, en wiens tanden in geen jaren waren gepoetst.
Vraag 1: hoe wist ik in godsnaam hoe dat rook?
Ik zag dat de man me aankeek, want zijn kap was in mijn richting gedraaid. Zijn paard was zo groot dat mijn hoofd niet eens boven de stijgbeugel uit kwam.
"Ik voel dat mijn laatste uur geslagen heeft" zei ik dapper.
"Laat mij nog een laatste wens doen voordat ik eenzaam sterf."
"ja uuuuhhh" ,zei de man, "ik weet niet of ik dat wel kan doen hoor, ik heb ook zo m'n orders, en jij moet dood. En wat nou als jij dalijk wenst als laatste wens dat je honderd wensen mag doen als laatste wens, of dat je eeuwig zal blijven leven op deze stinkbol, wat moet ik dan? Dan zit IK dus mooi met de gebakken peren. Ik kom hier om mijn opdracht te vervullen en niet om het stomme gezever van zo'n onzinuitkramertje als jou aan te horen, enuuuh.. naja uuuh.. ja."
ik had het meteen door, bij de eerste twee woorden al. Het was Frank de boer die daar zo stiekem onder een kap verborgen zat.
Vraag 2: Had ik gelijk? (voor het antwoord, lees vlug verder)
"Maar nee, dat zal mijn laatste wens niet kunnen zijn! Nooit!", riep ik moedig, "Welke dappere held zou zich er nou op zo'n onheldhaftige manier onderuit lullen? Nee, voor mij niet zulk een wens, voor mij enkel de wens om te weten wie mij in de hitte van de strijd in koele bloede een trap richting de poort van het eeuwige leven zal geven."
Nou nou, dat was nog eens een moeilijke zin voor de arme man. Hij moest hem wel drie keer in zichzelf of half hardop herhalen voor hij hem eindelijk begreep.
"o, nee, das geen punt", zei hij toen opgelucht, em hij trok de kap van zijn hoofd.
Vraag 3: Wie was de man onder de kap?
het was Sinterklaas. Ik keek hem met open mond en totaal verbijsterd aan. Ik was er namelijk stellig van overtuigd dat het Frank de Boer was, en wou enkel nog een laatste keer gelijk krijgen voordat ik stierf.
Maar nee, het mocht niet baten, ik had gefaald, en zou voor eeuwig branden in de hel. Niemand zou mij ooit nog voor vol aan kunnen zien, en ik schaamde mij zo, zo, ZO diep dat ik ter plekke door de grond zakte, nee niet zakte, ik werd de grond in getrokken door de vuurmannetjes uit de hel, je weet wel, van die kleine miniduiveltjes.
Spijtig, spijtig spijtig spijtig, want als ik even gewacht had met mijn boetedoening had ik kunnen zien dat ik wel degelijk enigszins gelijk had gehad. Want na dat de man zijn kap had afgezet, trok hij ook zijn Sinterklaasmasker af. En daarna zijn Marge Simpsonmasker, zijn Olivier B. Bommelmasker, zijn Sneeuwwitje en de zeven dwergenmasker, en zijn Pim Fortuinmasker. En wat bleek nou?
Vraag 4: Wat bleek?
Ik had er dicht in de buurt gezeten. Het was een onontkoombaar feit:
het was niet Frank de Boer noch Sinterklaas, maar RONALD de Boer die dat arme eekhoorntje had platgestampt onder de zware hoeven van zijn paard..
Bonusvraag: wie had de eekhoorn vermoord?
------------------
GROTE KNOEI - I'm crying, but as long as it's transparent and not red, there's no reason to be sad..
[Dit bericht is aangepast door flurry (02-04-2002).]
__________________
GROTE KNOEI
|