voor ik slaap
,,Hallo, als je mijn naam wilt weten moet je me kennen, en om me te kennen moet je mijn naam weten, logisch niet? je mag gokken, ookal verlies je daar veel mee, soms is dat best wel handig, toch?
het leven is eigenlijk 1 gigantisch casino, als je het zo bekijkt. je moet het natuurlijk niet zo bekijken, als je dat niet wilt; het is een optie, geen behoefte.
ik ben gek. jullie zijn gewoon allemaal abnormaal, snap je dat? ik ben graag gek. gekken en kinderen kunnen dingen zien die de abnormalen onmogelijk kunnen zien. jullie daar, die in de luie stoel naar een bak met beelden en licht kijken, of voor een kast met een raam waarin je gegevens op kan slaan zitten, ja, jij ook; jullie, ja, jullie daar, ja jullie allemaal zien niets, jullie zijn blind, jullie hebben ogen in je kop, maar je kijkt er niet door. en dan dragen sommigen van jullie nog een bril ook! momenteel ben ik bang, ik stik bijna van de gedachte dat ik bij jullie hoor, dat ik niets meer kan zien, dat ik het Oog van de Waarheid zie, maar dat ik er niet meer door kan kijken. daarvoor ben ik al mijn hele leven, mijn hele bestaan al bang van. ik voel me net als een pen, en dit stelt mij gerust. abnormalen kunnen zich niet als een pen voelen, alleen gekken en kinderen kunnen dat. mijn gedachten werken snel, sneller als de snelheid van gedachten, geluid en licht tesamen. daarom voel ik me net een pen, pennen steken vol met fantasie. ik heb net een nieuwe pen gekocht, daarom vloeit er zoveel uit. mijn pen is verbonden met mijn gedachten, daarom is het leven voor mij zo snel, al weet ik niet, en zal ik ook nooit weten waarom. laat maar zitten, net als al die andere fantastische, geweldige gedachten, die in het brein van gekken en kinderen ontstaan. ik zie aan jouw gezicht dat je weet wat mijn naam is, ookal ken je me niet."
,,Beste Elya, we zijn vrienden, beste vrienden, ookal hoor ik bij de groep die jij de abnormalen noemt. Slaap lekker oké, morgen hebben we nog een hele make-over voor de boeg, en om 17 uur moet je terug naar huis!"
__________________
Al is de reiziger nog zo snel, de ns vertraagt hem wel.
|