De literatuur van de jaren ’80 en ’90 kan niet onderverdeeld worden in één bepaalde stroming. Het werk van auteurs uit deze periode kent vele genres: historische roman, filosofische roman, experimentele roman, oorlogsroman, sociale roman en psychologische roman. Voor de duidelijkheid delen we de literatuur vanaf de jaren ’60 in bij de Moderne Nederlandse literatuur.
4. Over het genre.
In het voorgaande hoofdstuk heb je al kennis kunnen maken met de verschillende stromingen en hun genres in de Nederlandse en Vlaamse literatuur. Voor de volledigheid wordt in de volgende paragrafen een duidelijke indeling weergegeven. We onderscheiden drie hoofdgenres: epiek, lyriek en dramatiek. Ieder hoofdgenre wordt weer opgesplitst in een aantal subgenres.
4.1. Epiek.
Het hoofdgenre ‘epiek’ is een verzamelnaam voor alle verhalende literatuur. Het kan onderscheiden worden in drie subgenres: prozagenre, poëziegenre, episch-didactisch genre.
4.1.1. Prozagenre.
Alle prozateksten zijn te herkennen aan hun regellengte. De regellengte is afhankelijk van het formaat papier. De onderstaande genres worden bij deze categorie ingedeeld:
Sprookje:
Een sprookje is een kort verhaal waarin het goede altijd wint in de strijd tegen het kwade. Vaak beginnen sprookjes met de tekstregel: “Er was eens….”.
Sage:
Een historische gebeurtenis of een belangrijke persoon wordt op een fantasievolle manier weergegeven. Vaak bevat de sage een kern van waarheid.
Mythe:
In een mythe probeert men onbegrijpelijke en bovennatuurlijke verschijnselen te verklaren. Vaak komen in mythen goden en godinnen voor.
Legende:
In de legende wordt op didactische wijze beschreven hoe God ingrijpt in het menselijke leven.
Roman:
Een roman is een verhaalvorm waarbij de belevenissen van doorgaans fictieve personen beschreven worden. De roman kan vervolgens weer opgesplitst worden in de volgende soorten romans:
- Avonturenroman:
In de avonturenroman (ook wel ‘barokroman’ genoemd) ligt de nadruk op de belevenissen van de verhaalfiguren. De personages zelf zijn minder belangrijk. We kennen o.a. de ridderroman (verhalen over ridders), het reisverhaal, de toekomstroman (ook wel science fiction genoemd) en de detectiveroman.
- Moderne roman:
In de moderne roman draait het allemaal om het personage. De gebeurtenissen zijn slechts een middel om de personages te beschrijven. Voorbeelden zijn de herdersroman (geïnspireerd op het landleven), de psychologische roman (diepgaande beschrijving van personage), de ontwikkelingsroman (geestelijke rijping van personage), de sociale roman (beschrijving van maatschappelijke groep personen) en de sleutelroman (de verhaalfiguren zijn herkenbaar doordat ze op bestaande personen lijken).
- Historische roman:
In de historische roman worden gebeurtenissen uit het verleden aangehaald waarin de schrijver zich zoveel mogelijk verdiept heeft. Deze gebeurtenissen worden wel enigszins geromantiseerd.
- Themaroman:
Een themaroman is gebaseerd op het thema dat de boventoon voert in de roman. Daarbij kan gedacht worden aan de oorlogsroman, liefdesroman, misdaadroman, spionageroman en toekomstroman.
- Experimentele roman:
In de experimentele roman wordt geëxperimenteerd met collages, afwisseling van perspectief, etc. (zie § 3.7). Hieronder vallen o.a. de dubbelroman (roman met twee thema’s), caleidoscopische roman (wisselend perspectief) en prismatische roman (dezelfde gebeurtenis wordt door een andere persoon verteld die dezelfde gebeurtenis heeft meegemaakt).
Essay:
In het essay geeft de auteur zijn eigen persoonlijke mening over een bepaald onderwerp.
Column:
De schrijver geeft een weinig serieuze mening, naar aanleiding van een bepaalde gebeurtenis. Veel auteurs schrijven columns in tijdschriften en dagbladen.
Cursiefje:
Een cursiefje is een korte anekdote, waarbij de auteur allerlei taalgrapjes uithaalt.
Novelle:
Een novelle is een kort verhaal, waarin de gebeurtenissen centraal staan.
Ik hoop dat je hier mee voor uit kunt, ik heb dit van een cd-rom geplukt...
|