Het is het begin van een uitwerking van een vaag idee wat ik had voor een opdracht. Ik weet niet zeker hoe -en of- ik het af ga maken, maar we zullen zien.
Ik plaats 't hier vooral omdat ik graag commentaar zou horen op mijn schrijfstijl; leest 't lekker of juist niet, wat is goed en wat kan beter? - Inhoud mag natuurlijk ook commentaar op, maar 't is maar een vaag idee waar dus verder niet echt overna gedacht is
Roman rende zo hard als hij maar kon. Hij keek schichtig om zich heen, maar zag nergens een plaats waar hij zich zou kunnen verstoppen. Bijna struikelde hij over zijn eigen voeten toen hij het waagde angstig achterom te kijken. Ze zaten nog steeds achter hem aan en Roman probeerde nog harder te rennen. Ze mochten hem niet te pakken krijgen. Ze mochten hem niet te pakken krijgen. Ze mochten… niet…
Hij raakte steeds meer buiten adem en ging langzamer lopen. Toen struikelde hij en viel tegen de muur. Hij draaide zich om en keek naar de man die op hem af liep. Toen de man op minder dan een armlengte afstand was, deed deze zijn mond open en maakte een rinkelend geluid.
Roman deed verbaasd zijn ogen open. Zijn droomachtervolgers hadden hem wel vaker ingehaald, maar normaal gesproken maakten ze geen rinkelend geluid. Plotseling hoorde hij het geluid weer en toen pas wist hij wat het was. De bel. Roman gaapte en ging rechtop zitten. Hij zocht op zijn nachtkastje naar zijn bril en keek toen naar de Mickey Mouse klok die hij twee weken geleden voor zijn achtste verjaardag had gekregen.
Mickey’s lange arm stond op de twee en zijn korte arm op de drie. Dat betekende dat het nog een paar uur duurde voor hij op mocht staan. Maar wie zou er nou zo laat aanbellen? Roman stapte zijn bed uit, deed zijn kamerdeur open en sloop naar de gang. Bovenaan de trap ging hij op zijn knieën zitten en gluurde de gang in. Opa en oma! Opa en oma waren er! Zonder aan de tijd te denken denderde Roman de trap af en liep de woonkamer binnen.
Opa kneep Roman stevig in zijn schouder, zoals hij altijd deed, en oma glimlachte. ‘Waar zijn papa en mama?’ vroeg Roman. Hij had zijn ouders nog niet gezien en dat was gek. Het was al zo laat en hij wist heel zeker dat ze nooit zo laat nog weggingen. Oma glimlachte. ‘Ze zijn naar het ziekenhuis,’ zei ze, terwijl ze haar armen naar hem uitstrekte.
Roman liep naar oma toe en ging bij haar op schoot zitten. ‘Waarom dan? Is er iets met de baby?’ Opa liep naar de keuken, maar liet de deur openstaan. Oma glimlachte weer. ‘Vannacht krijg je er een broertje of een zusje bij, jongen.’ Roman voelde zich alsof er een hele grote ballon in zijn buik werd opgeblazen en sprong enthousiast overeind en rende naar de keuken. ‘Opa! Opa! Mijn broertje wordt vannacht geboren!’
Opa glimlachte. ‘Het kan ook een meisje zijn,’ zei hij kalm. ‘Dan krijg je een zusje.’ Roman keek zijn opa even verwonderd aan, maar schudde toen zijn hoofd. ‘Nee,’ zei hij vastbesloten. ‘Het wordt een broertje. Meisjes zijn stom.’ Opa deed de deur van de koelkast open. ‘Wil je een glas appelsap?’ vroeg hij, terwijl hij het pak al uit de deur pakte. Roman knikte en liep weer terug de woonkamer in, waar oma de tv had aangezet.
Er was helemaal niks leuks op tv, alleen het grote-mensen nieuws, wat Roman nooit zo goed begreep. De meneer die het voorlas gebruikte vaak moeilijke woorden en van de filmpjes van mensen in de oorlog kreeg hij nachtmerries, dus keek hij het maar niet meer. Het jeugdjournaal keek hij soms wel, daar lieten ze niet van die erge dingen zien en gebruikten ze ook geen rare woorden.
‘Oma? Waarom moet onze baby in het ziekenhuis geboren worden?’ Oma zette haar thee neer en glimlachte. ‘Alle baby’s worden in het ziekenhuis geboren worden,’ legde ze kalm uit. ‘Daar zijn de dokters erbij en als er dan iets niet goed gaat, kunnen ze heel snel meehelpen. Maar alles gaat goed, hoor,’ voegde ze er snel aan toe bij het zien van Romans gezicht.