Ziehier een probeersel!
Graag kritiek

opbouwende wel of anders...
Ik laat u nu alleen met mijn creatie schuimbekkende internauten.
Have your wicked way with it
Ik wandel rustig door de straat. De geur van pas gemaaid gras prikkelt mijn neus, en ik glimlach. Ik blijf even staan en kijk naar het landschap aan mijn voeten. Van hier,bovenop de heuvel, kan ik de rest van de wijk bewonderen. Keurig onderhouden huisjes, met elk een goed onderhouden gazon. Langzaam loop ik de heuvel af. Ik loop in een soort tekenfilmdecor, elk huis identiek aan het vorige. “Prachtig”, denk ik. Nog steeds met een glimlach.
Ik kom aan het pleintje, het hart van de wijk. De rechthoekige vijver wordt omgeven door een mooi geknipt buxushaagje. Eromheen staan zes bomen, precies symmetrisch. Eén aan elke hoek, en perfect in het midden staat er aan weerszijden ook een boom. De bankjes zijn groen geverfd en passen goed bij het geheel. De eenden werken het geheel af. Twee mannetjes, twee vrouwtjes. “Adembenemend”, denk ik. En glimlach.
Ik zit in het park op een bank. Precies in het midden van de bank. Ik kijk op mijn zakhorloge, en ontdek dat het vier uur is. De poorten van de school aan de overzijde van het plein gaan open, en kleine figuren stappen naar buiten. In groepen van vier, twee jongens, twee meisjes. Telkens een jongen naast een meisje, met daarachter weer een jongen en een meisje. De jongens dragen een donkergroene blazer, met een hemd van een iets lichtere kleur. Daaronder dragen ze een bruine broek en glanzende zwarte schoenen. Hun haar ligt in een keurige zijstreep, hun nagels vlekkeloos. De meisjes dragen hetzelfde hemd en blazer als de jongens, maar dragen een rok die tot ver over de knieën komt, met mooie zwarte schoentjes. “Zo hoort het”, denk ik. Glimlach.
Het pleintje is bijna leeg, de laatste groepjes lopen hun straten in. Plots wordt de rust op het plein bruut verstoord. Een moeder loopt met haar zuigeling in een kinderwagen over straat en dat mormel weent. Ik kijk afkeurend naar de moeder en haar kar, en zie haar wanhopig worden. Tevergeefs probeert ze haar kind te sussen, maar die schreeuwer wil maar niet ophouden. Ik zie het pleintje langzaam weer vullen. De groepjes kinderen komen terug. Al snel staat er een perfecte rechthoek om de moeder en haar bron van onrust. De moeder kijkt de mooie massa aan en begint ook te huilen. De eerste rij kinderen stapt naar voor, naar de kinderwagen. De moeder begint luid te snikken. Ik sta op, en zie nog net hoe de uniforme groep de moeder tegen de grond werkt. Ik draai me om, net op het moment dat het gehuil van de moeder stopt. Het kind keelt nog steeds en mijn gezicht vertrekt in een grimas. Er klinkt een luid gekraak, dat abrupt een einde maakt aan het kabaal dat die kleine loeder maakte.
Ik begin rustig te wandelen, de wijk in. Achter mij splitst de groep zich opnieuw in de eenheden van vier, en verlaten het plein opnieuw. “Perfect”, denk ik. En lach mijn witte tanden bloot.
Titel is een pun, ze suckt weliswaar maar ja.