Ik word opgetilt, dat voel ik. Ze doen het voorzichtig, alsof ik van porselein ben. Waarom doen ze dat? Voetstappen in de gang hoor ik. Ik voel de onregelmatigheid van de passen. Er word iets op me neer gelegd. Of tenminste, heel dichtbij. Stemmen hoor ik vaag, ik zak langzaam weg.
Ik schrik. Ik voel mensen om me heen staan, ik ruik ze bijna. Ik knijp mijn ogen samen, maar het lukt niet. Nouja, ik zal wel dromen. Dan hoor ik gesnik, gehuil, gesnotter. Wat is hier aan de hand? Wat gebeurt er? Ik hoor iemand praten: 'We zijn hier allen voor Mania Egberna, die er niet is.' Niet is? 'Ik ben hier!' wil ik roepen, maar er komt geen geluid uit me keel. Ik begin bang te worden, wat gaat er gebeuren? Wat is er aan de hand? De man praat verder, de stem komt me bekent voor. 'We zijn allemaal erg verdrietig, haar echte aanwezigheid zou geweldig zijn, maar helaas.' De man kuchte, slikte en ging weer verder. 'Mania, 14 jaar, en onverwachts gestorven. Was goed voor anderen, deed alles en was bovenal erg vertrouwelijk. Ze werd in 1990 geboren, om 12 september, en om 5 uur zag zij het licht. Ze werd opgegroeid en werd van een mooi kindje een heuse vrouw. Ze had geen problemen, niet dat wij weten, maar toch dacht zij er goed aan te doen om zelfmoord te plegen. Ik verzoek u ..' Ik luisterde niet meer. Dit kon toch niet? Ik ben overleden? Heb zelfmoord gepleegd? Dit kon niet, ik ben niet dood, ik ben niet dood! Ik wil mijn ogen open doen, maar het lukt niet. Ik wil mijn mond bewegen, mijn handen verschuiven. Maar het lukt niet. Alles is licht en zwaar tegelijk. Nee, nee, nee! Zachtjes ga ik huilen. Ik ga huilen zonder tranen, geluid, gesnik. Dit kan niet, dit kan niet!
Stil ga ik liggen luisteren. Ik kan niet veel anders..Ik heb het koud, ijskoud en tegelijkertijd warm. De man vertelt over vroeger, over mijn leven. Ineens komt alles terug. Waarom ik het deed, waarom ik het deed. Een ijskoude golf overspoelt me. Haat komt naar boven. 'Je zult boeten Niram, en jij ook Sannil, boeten, echt waar.' De woorden zeg ik in mijn gedachten, praten kan ik niet. Die dag, die stomme kutdag. Daar is alles gebeurd. Ik was dan wel het vrolijke meisje, populair, altijd aardig, maar hun mochten me niet. Niram en Sannil. Ze haatten me. Net zoals ik hun nu echt haat. Verbitterd ga ik liggen luisteren. Ik hoor stemmen naast mij, naast mijn kist. 'Mania, o, Mania, god, het was niet de bedoeling echt niet!' Ik hoorde gesnik en ik herkende hun stemmen. Niram, Sannil en Enna. Dat zal wel, dat zal wel. Ik haat ze, spijt mogen ze hebben, maar het zijn dieven. Ze hebben me leven gestolen..
Zo, nu heb ik het juiste forum, en een verhaal ervoor