Veel fouten denk ik, en het is maar een klein stukje, omdat ik niet langer mocht doen, was voor een wedstrijdje. Commentaar?
Weer klonk het geluid uit de verte. Het zachte geritsel, het bonken. Iedere keer weer. Het verhaal wat er is gebeurd is waar. Niemand durft meer naar de plek te gaan in dat bos, toen iemand er eens naartoe was gegaan. De man kwam terug en had verteld wat hij zag. Drie dagen later, nadat hij zijn verhaal had verteld was hij dood teruggevonden.. Geen sporen of wat over de oorzaak. Alleen een cassetterecorder met gebonk, gegil, geschreeuw en ten slotte geritsel. Meer niet. Toen het lichaam werd gevonden in zijn huis was het half opgevreten door maden. Daar leek het op.
Ook een dappere vrouw die ernaartoe is gegaan. Ook zij is dood gevonden nadat ze het drie dagen van tevoren had verteld. Besmeurt met bloed, en dezelfde soort maden. Maar deze hadden angels. De vrouw is waarschijnlijk lek gestoken. In het bos, en weer dezelfde cassetterecorder met het gebonk, gegil, geschreeuw en geritsel. Meer niet. Geen enkele waarschuwing of wat.
Een man had geprobeerd de cassette uit elkaar te halen. Na een dag is hij in het bos teruggevonden. Dood. Opgehangen aan een boom. Zijn ogen waren eruit gepulkt, zijn neus is afgehakt. Maar geen cassette. Wel wat anders, drie dagen lang hoorden de bezoekers 's avonds gebonk, gebonk, overal. Aan hun deur, aan de bomen van het bos waar ze woonden, aan hun bed. Mensen durfden niet weg te gaan, uit angst om dood te gaan. Als ze wakker werden hoorden ze van hun wekker het gebonk. Het gebonk, drie keer lang. Niet langer, niet korter. Behalve als er iemand dood is. Dan is het drie dagen lang de hele nacht.
Mensen vergeten wat er is verteld is, als de mensen dood zijn gevonden. Alles is volledig gewist, uit hun hoofd. Alleen ik weet wat er gebeurd is..
De kinderen speelden in het bos, en Norah verstopte zich, diep in het duistere bos. Niemand durfde daar eigenlijk te komen, de blinde houthakker woonde daar, in het kwade woud. Het meisje was even ingedommeld toen ze tegen de boom aanstond, en ze voelde de ergste pijn ooit. Haar ogen waren meteen open, vol met tranen. Wazig zag ze dat de blinde houthakker in haar benen stond te hakken.. Bloed vloeide, drupte op de bladeren, het ritselde erdoor. Het meisje zakte langzaam weg, dieper, tot ze verdronk in haar bloed.
De houthakker had haar benen doorgehakt. Hij begon onderin haar nek te hakken, steeds harder. Dag, hoofd. De houthakker rustte uit en leunde tegen de boom. Toen hij verder wou gaan pakte hij het meisje haar nek. En hij begon te hakken tegen de boom, met het hoofd. Het bonken hoorde je dan. Hetzelfde gebonk, steeds maar weer..
Alleen ik weet het nog zo goed. Alleen ik. Ik leef nog steeds, en weet overal vanaf. Van het bonken, van de moorden. Ik ben de houthakker zelf.