Urenlang kon ik s'nachts naar jouw regelmatige ademhaling luisteren. Ik kon luisteren en genieten van jou ruwe en harde geluid. Ik kon meedrijven op jouw gesnurk en wanneer ik bang was, kroop ik tegen jou aan.
Wanneer we s' ochtends wakker werden en ik mij omdraaide zag ik jouw gezicht naast me liggen en rook ik jouw zweterige lichaamsgeur. Ik rook jou luchtje en ik voelde jouw warme benen tegen mijn lichaam plakken. Dan liet ik me boven op jouw buik rollen en zoenden we lang en intiem. Heerlijk vond ik het. Jij zoende altijd zo goed. Jij draaide je tong op die speciale manier. Jij deed zo zachtjes. Jij was de eerste die mijn tedere plekjes mocht aanraken. Jij was de eerste waarbij ik me zo op mijn gemak voelde.
Dan kwamen we uit bed en ging ik me douchen, luid zingend en dansend. Later kwam je bij mij onder de douche, heel dicht met je naakte lichaam tegen die van mij. Elke ochtend. Elke ochtend hetzelfde.
We gingen dan samen eten en fantaseerden wat we die dag zouden doen.
We moesten altijd alle twee werken maar als we thuiskwamen zouden we samen dineren. Na het avondeten stelde je voor lekker vroeg naar bed te gaan. Niet om te gaan slapen, nee, maar om het fijn te hebben samen. Als jij nog in de badkamer was lag ik smachtend op jouw lichaam te wachten. Ik wilde dat je jouw lippen op die van mij drukte en dat je je tong naar binnen perste. Ik wilde jouw lichaam tegen die van mij voelen. Ik wilde je aanraken. Ik wilde dat je mij aanraakte, en dat deed je. Jij raakte mij aan op de plekjes die ik fijn vond en omgekeerd. Elke avond. Elke avond opnieuw.
S' nachts zou ik luisteren naar jou ademhaling en wanneer ik de volgende ochtend wakker zou worden, zou ik mij weer omdraaien en jou gezicht naast me zien liggen. Ik zou jou geur weer ruiken en je warme benen voelen. We zouden samen douchen en ontbijten.
Elke dag, elke dag opnieuw.
Maar vandaag is het anders. Ik ruik jouw zweterige geur. Ik zie je kleren over de stoel hangen, maar ik voel je benen niet. Ik draai me om en ik zie geen hoofd met slaperige ogen en een kin waar een stoppelbaard op zit. Je bent er niet.
Even merk ik de teleurstelling. Even merk ik dat het gigantisch dom was en even merk ik dat ik bang ben.
Aan de andere kant voel ik me machtig en heb ik de meeste kracht van het hele universum.
Nee, vanacht heb ik niet kunnen luisteren naar je ademhaling. Vanacht kon ik niet meedrijven op je gesnurk, en vanochtend was je er niet.
Nooit meer zal ik urenlang naar jouw gesnurk luisteren. Nooit meer zal ik wakker worden met jouw opdringerige zweetlucht in de kamer.
Nooit meer, maar dan ook nooit meer, zal ik jouw gespierde lichaam tegen die van mij voelen.
Dat allemaal omdat ik gisteravond in een woeste bui een kogel door jouw voorhoofd heb geschoten.
|