Vergeeld, verweerd, verloren gewaand
stoffig, onder tonnen papier en
nodeloze rommel
vond ze woorden van een hartstocht die al jaren was
afgeschreven, als een gezicht dat je herkent
maar niet kan thuisbrengen.
Leuk geschreven, zeker de vorm, maar in de woorden struikel ik over de saaie beschrijving. Het is zo... voorspelbaar, ik weet het niet (de woordkeuze heb ik het over). Maar zoals altijd is dat mijn mening.
Hij sprak, in sierlijk schrift
over een heerlijke genegenheid, en verbeeldde
een leven, samen, dromen
over een toekomst die nu slechts nog bestond
opgeborgen in haar herinnering.
Kom bij mij, zei ze, mijn lief, blijf
de hand die mij toen beroerde.
Dit vind ik dan weer wel heerlijk geschreven, het cliché uit de liefdesbrief (waaruit liefdesbrieven meestal bestaan) toch gebroken en uitelkaar gehaald en net dat zoete bewaard.
Moeizaam streelde ze de contouren
van zijn perkamenten gelaat.
Moeizaam... je komt moeizaam vooruit, maar strelen? Naar mijn gevoel geeft dit bij mij een verkeerd gevoel. Deze zin vind ik sowieso akelig vreemd bij het geheel, zeker ivm de woorden. Ze passen hier niet.
|