[natuurkunde] sommetjes

[Felice]

Hoi,

Wilt iemand me misschien helpen met de volgende opgaves? Hartelijk bedankt alvast.

Opgave 1

Een spaarlamp van 8[W] geeft evenveel licht als een gewone lamp van 40 [W}. Het rendement van een gweone lamp is 5,0%. Beide lampoen branden 8,0 [h].

a) Bereken Espaarlamp in [J]
b) Bereken Espaarlamp in [kWh]
c) Bereken het rendement van de spaarlamp
d) Berekend Q spaarlamp in [J]

Opgave 2

Tim giet 0,75 [l] kokend water in een porseleinen theepot van 185 [g]. Tim meet direct daarna de temperatuur van het water in de theepot: zij (tim is dus een zij ) vindt 78,4 [graden C]. Hij gaat ervan uit dat de theepot dezelfde temperatuur heeft als het water in de pot en dat de theepot in het begin 18 [graden C] was. Neem aan dat de door het water afgegeven warmte volledig aan de theepot ten goede komt.

a) Bereken de soortelijke warmte c van het porselein.

In werkelijkheid komt niet alle door het water afgegeven warmte ten goede aan de theepot.

b) leg uit of de soortelijke warmte c van het porselein in werkelijkheid groter of kleiner is dan het onder a berekende resultaat.

Ik moet deze sommen voor vrijdag afhebben. Iig heel erg bedankt.

Energie = vermogen * tijd. Zowel vermogen als tijd is gegeven...
1 kWh = 1 kW * 1 h = 1000 W * 3600 s = 3,6 * 10^6 J. Dat geeft je antwoord b.
Voor c moet je zien dat 5 % van 40 W gelijk staat aan ... % van 8 W.
Het vermogen dat in licht wordt omgezet trek je voor d af van het totale vermogen van de spaarlamp, en dat vermenigvuldig je met de tijd dat die lamp brandt.

Q = m * c * ΔT
Je noemt de temperatuur die water en theepot aannemen maar T_n ofzo.
ΔT_theepot = T_n - 18° C
ΔT_water = 100° C - T_n
M_water kan je makkelijk berekenen met de soortelijke dichtheid. M_theepot is gegeven. C van water kan je opzoeken. De enige twee onbekenden zijn T_n en c_theepot. De rest kan je hopelijk zelf invullen en uitrekenen.
Bij b bedenk je dat een deel van de warmte aan de lucht is afgegeven. Er is dus (meer/minder) warmte aan de theepot afgegeven. Als de overgedragen warmte (groter/kleiner) is, moet c wel (groter/kleiner) zijn.

Wel vreemd dat jij als 17-jarige VWO'er dit niet op kan lossen. Zeker vraag 1 is alleen maar rekenwerk.

[Supersuri]

Felice schreef op 06-04-2005 @ 19:34 :
Hoi,

Wilt iemand me misschien helpen met de volgende opgaves? Hartelijk bedankt alvast.

Opgave 1

Een spaarlamp van 8[W] geeft evenveel licht als een gewone lamp van 40 [W}. Het rendement van een gweone lamp is 5,0%. Beide lampoen branden 8,0 [h].

a) Bereken Espaarlamp in [J]
b) Bereken Espaarlamp in [kWh]
c) Bereken het rendement van de spaarlamp
d) Berekend Q spaarlamp in [J]

Opgave 2

Tim giet 0,75 [l] kokend water in een porseleinen theepot van 185 [g]. Tim meet direct daarna de temperatuur van het water in de theepot: zij (tim is dus een zij ) vindt 78,4 [graden C]. Hij gaat ervan uit dat de theepot dezelfde temperatuur heeft als het water in de pot en dat de theepot in het begin 18 [graden C] was. Neem aan dat de door het water afgegeven warmte volledig aan de theepot ten goede komt.

a) Bereken de soortelijke warmte c van het porselein.

In werkelijkheid komt niet alle door het water afgegeven warmte ten goede aan de theepot.

b) leg uit of de soortelijke warmte c van het porselein in werkelijkheid groter of kleiner is dan het onder a berekende resultaat.

Ik moet deze sommen voor vrijdag afhebben. Iig heel erg bedankt.

Sorry ben te lui om rekenmachine te zoeken, maar ik zet wel ff uitwerkingen neer, moet jij het nog uitrekenen.

1a. 8*3600*8.0
b. antwoord 1a /(3.6*10^6)
c. spaarlamp geeft evenveel licht als gloeilamp, hij gebruikt echter maar 8/40 = 1/5 van de energie. en is dus 5*zuiniger. 5*5%=25%
d Alle niet nuttige energie wordt Q dus Q=25%
(25/100)* antwoord 1a.

Iemand anders mag vraag 2 doen.

[dutch gamer]

Hier zijn 1a en 1b, maar ik zie dat ondertussen iemand anders hierboven al alles heeft uitgelegd, dus dat ga ik verder niet doen (tenzij je het niet snapt).

Felice schreef op 06-04-2005 @ 19:34 :
Hoi,

Wilt iemand me misschien helpen met de volgende opgaves? Hartelijk bedankt alvast.

Opgave 1

Een spaarlamp van 8[W] geeft evenveel licht als een gewone lamp van 40 [W}. Het rendement van een gweone lamp is 5,0%. Beide lampoen branden 8,0 [h].

a) Bereken Espaarlamp in [J]

5,0% van 40 W is 2,0 W = 2,0 J/s.
8,0 h = 28800 s
28800 s · 2,0 J/s = 5,76 · 10⁴ J.
[Edit] ik heb het verkeerde berekend dus bovenstaand antwoord klopt al niet [/edit]

Felice schreef op 06-04-2005 @ 19:34 :

b) Bereken Espaarlamp in [kWh]

1 kWh = 3,6 · 10⁶ J
x kWh = 5,76 · 10⁴ J
x = 1,6 · 10^-2 kWh

Felice schreef op 06-04-2005 @ 19:34 :
Hoi,

Wilt iemand me misschien helpen met de volgende opgaves? Hartelijk bedankt alvast.

Opgave 1

Een spaarlamp van 8[W] geeft evenveel licht als een gewone lamp van 40 [W}. Het rendement van een gweone lamp is 5,0%. Beide lampoen branden 8,0 [h].

a) Bereken Espaarlamp in [J]
b) Bereken Espaarlamp in [kWh]
c) Bereken het rendement van de spaarlamp
d) Berekend Q spaarlamp in [J]

a)

8 W = 8 J/s
8 uur = 28800 seconden
8 J/s * 28800 s = 230400 J

b)

1 kWh = 1000 J/s * h = 1000 J / s * 3600 s = 3600 kJ
230400 J = 0.064 kWh

c)

Gewone lamp gebruikt effectief 5% * 40 W = 2 W
Spaarlamp geeft evenveel licht, dus effectief ook 2 W.
2 W / 8 W * 100% = 25%

d)

Q is de warmtedissipatie, dus het energieverbruik min het vermogen dat in licht is omgezet.
Dit was 25% van de totale energie (zie c), dus 75% warmtedissipatie.
Q = 75% * 230400J = 172800 J

[Felice]

Snees schreef op 06-04-2005 @ 19:49 :
Wel vreemd dat jij als 17-jarige VWO'er dit niet op kan lossen. Zeker vraag 1 is alleen maar rekenwerk.

Nou, het is eigenlijk voor een vriendin.

En ik hoor net dat ze nog een som heeft. Willen jullie deze misschien ook oplossen?

[opgave 5]

Ginger bepaalt thuis het rendement van een gastpit bij het aan de kook brengen van water. Hiervoor neemt zij 1,8 [l] water van 16 [graden C]. Zij leest aan het begin en het einde van de proef de gasmeter af. De beginstand: 02345,620 [m3]; eindstand: 02345,78 [m3]

Bereken het rendement dat Ginger vindt.

[Felice]

Wild Wizard schreef op 06-04-2005 @ 19:53 :
a)

8 W = 8 J/s
8 uur = 28800 seconden
8 J/s * 28800 s = 230400 J

b)

1 kWh = 1000 J/s * h = 1000 J / s * 3600 s = 3600 kJ
230400 J = 0.064 kWh

c)

Gewone lamp gebruikt effectief 5% * 40 W = 2 W
Spaarlamp geeft evenveel licht, dus effectief ook 2 W.
2 W / 8 W * 100% = 25%

d)

Q is de warmtedissipatie, dus het energieverbruik min het vermogen dat in licht is omgezet.
Dit was 25% van de totale energie (zie c), dus 75% warmtedissipatie.
Q = 75% * 230400J = 172800 J

Dit is lekker duidelijk. Snees, zou je som 2 ook zo uit willen werken?

Felice schreef op 06-04-2005 @ 20:02 :
[opgave 5]

Ginger bepaalt thuis het rendement van een gastpit bij het aan de kook brengen van water. Hiervoor neemt zij 1,8 [l] water van 16 [graden C]. Zij leest aan het begin en het einde van de proef de gasmeter af. De beginstand: 02345,620 [m3]; eindstand: 02345,78 [m3]

Bereken het rendement dat Ginger vindt.

Er is 0,78 - 0,62 = 0,16 kuub gas verbruikt. In BINAS kan je de warmte die vrijkomt per liter of kuub gas vinden.

Benodigde warmte is:
Q = m * c * (100° C - 16° C)

Rendement is (gebruikte hoeveelheid energie / benodigde hoeveelheid energie).

Ik ben iets te lui om dit allemaal uit te rekenen. Bovendien denk ik dat jouw vriendin het ook wel kan met deze uitwerking: dit is al de oplossing van het feitelijke probleem.