Bij 1 zul je met behulp van je grafische rekenmachine een antwoord moeten vinden, omdat die vergelijking algebraïsch niet op te lossen is.
2) Merk op dat 1/x de afgeleide is van ln(x). Stel ln(x)=f(x), dan geldt: ln²(x)/x=(f(x))²*f'(x). Nu geldt volgens de
kettingregel dat de afgeleide van (f(x))n) gelijk is aan n(f(x))n-1)*f'(x). Dat betekent dat
(f(x))²*f'(x) de afgeleide is van 1/3((f(x))3). Omdat f(x)=ln(x) geeft dit dan 1/3*ln3(x) als de
gevraagde primitieve van ln²(x)/x.
3) Er geldt: |sin(x)-cos(2*x)|=sin(x)-cos(2*x) als sin(x)-cos(2*x)>=0, dus ga eerst uit van sin(x)-cos(2*x)=0, dus
sin(x)=cos(2*x), dus sin(x)=sin(1/2*pi-2*x), dus x=1/2*pi-2*x+k*2*pi of x=1/2*pi+2*x+k*2*pi, dus 3*x=1/2*pi+k*2*pi
of x=-1/2*pi+k*2*pi, dus x=1/6*pi+k*2/3*pi of x=-1/2*pi+k*2*pi. Omdat we uitgaan van het interval [0,1/2*pi] zien
we dat |sin(x)-cos(2*x)|=sin(x)-cos(2*x) als 1/6*pi<=x<=1/2*pi. Je bepaalt nu voor x=0 tot x=1/6*pi de integraal van
cos(2*x)-sin(x), en voor x=1/6*pi tot x=1/2*pi bepaal je de integraal van sin(x)-cos(2*x). De som van deze integralen
geeft dan de gevraagde integraal als antwoord.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|