1)Maak gebruik van de eigenschap dat 4 = 2
2 en 8 = 2
3 en pas de regel (a
m)
n = a
m·n toe om beide leden als een macht van 2 te schrijven, en pas dan de eigenschap toe dat uit a
p = a
q p = q volgt.
2)Maak gebruik van de eigenschap dat

om beide leden als een macht van 3 te schrijven, en pas dan dezelfde eigenschap en regel toe als bij 1.
3)Herschrijf de vergelijking als 16·3
x-2 = 3·2
x+2. Herschrijf de vergelijking nu zodanig dat je links iets van de vorm 2
p en rechts iets van de vorm 3
q hebt.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel