Citaat:
De motoren van elektrische treinen in Nederland krijgen hun stroom via een koperen bovenleiding. De weerstand van 2,0 km bovenleiding is 0.068 omega.
De spanningsbron levert 1.5 kV(1500 V). Op een bepaald moment is de stroom door de motor van de trein 4,0kA(4000 A). De weerstand van de rails en van de toe- en afvoerdraden van de motor zijn te verwaarlozen ten opzichte van die van de bovenleiding. De trein bevind zich op 2,0 km van de spanningsbron.
|
Ik dacht:
R= 0.068 Omega
I= 4000 A
Spanning(U)= 0.068 * 4000 A = 272 V
Echter, dat klopt niet, het antwoord moet 1.2 * 10^3 V zijn. Ik neem aan dat ik de spanning van de bovenleiding heb berekend. Hoe bereken ik nou de spanning van de motor?
Via een soort verhouding denk ik zelf, alleen weet ik niet welke. Ik kwam op deze uit:
U motor / U baterij = R motor / R totaal
Klopt denk ik niet, want ik kom voor U motor nog steeds op 272 V uit.