Dit gedicht gaat over een geliefden die elkaar langzaam kwijtraken, toch? Ze proberen nog wel krampachtig te proberen vol te houden, maar ze moeten het eigenlijk gewoon laten gaan. Of het is een verwensing van de ik-persoon zelf, zo van 'nou ja, laat dan maar, het hoeft al niet meer'.
Om dezelfde reden snap ik 'groene prut en glanzend goud' niet, dat had ik dan eerder omgedraaid: goude prut en glanzend groen, omdat het goud prut blijkt te zijn, en het groen niet

.
Leuk gedicht, strakke vorm, en heel rustig en mooi geschreven, met een apart woordgebruik!