een vrolijk huppelgedichtje (of zo)

'Wàt heb ik hier?'. zei de babymier.
'Wat zie ik nou?', zei de schooljuffrouw.
'Ik ben tenminste schoon', zei de troetelautochtoon,
En zij pak-te haar te-lefoon.

'Wie heb ik aan de lijn?', vroeg toen Marjolein.
'Een villa aan de Thames', zei de butler James.
'Dan is mijn nummer fout', zei het meisje stout,
Terwijl ze keek naar de nieuwe clip van Maud.

'Maar ik wil Spongebob zien', zei zusje Leontine,
'Houd je kop stomme trol!, schold Mar haar zusje vol.
Leontine greep naar een armband en gooide em in het weiland,
Van die enge buren aan de overkant.

Daar lag opeens een armband midden in een plas,
Op een plek waar het heel goed toeven was.
Net een minizwembad, en het zorgde voor plezier
Toen de babymier kwam en zei:'Wàt heb ik hier?'

[heldine]

je l'aime

maar van 'Wie heb ik aan de lijn?', zei toen Marjolein.
zou ik
'Wie heb ik aan de lijn?', vroeg toen Marjolein.
maken.

heldine schreef op 28-11-2004 @ 19:29 :
je l'aime

maar van 'Wie heb ik aan de lijn?', zei toen Marjolein.
zou ik
'Wie heb ik aan de lijn?', vroeg toen Marjolein.
maken.

goed idee! hoewel, ze zeí het toch?