Duizend droeve dagen verder
lig ik in de goot, bijna-dood,
mijn tranen vergieten bloed
en de stenen kleuren rood,
evenals mijn gezegelde lippen
die zwijgen als jouw graf,
en met een rode zoen als afscheid
sluit ik ons hoofdstuk af.
De woorden ietwat wazig,
dankzij wat de hemel schonk,
niets dan nat, een zondvloed
doof voor de laatste vonk.
En nu, duizend droeve dagen verder,
lig ik in de goot, bijna-dood,
tussen bloedrode stenen,
door de tranen die ik vergoot.
Laatst gewijzigd op 08-01-2005 om 22:07.
|