Het gaat daar om de Nederlandse vestigingen van internationale concerns (groepen van ondernemingen) die leningen terugbetalen aan de moedermaatschappij van hun concern. Als een concern een vestiging in een bepaald land opent, dan moet die vestiging eerst krediet hebben, om bedrijfsmiddelen, personeel et cetera te financieren.
Dat krediet kan worden aangetrokken van banken, maar als het een groot concern met zelf een flinke zak geld dan kan die nieuwe vestiging ook een lening afsluiten bij de (in het buitenland gevestigde) moedermaatschappij. Maar die lening moet dus wel terugbetaald worden en dat gebeurt zodra er winst wordt gemaakt.
Winst kan worden gebruikt om te investeren, maar ook om uitkeringen te doen aan aandeelhouders, om de reserves te spekken of om leningen terug te betalen. Als een onderneming haar winst voor terugbetaling gebruikt, kan ze het dus niet investeren. Dat wordt bedoeld met een vertekend beeld, het is een gevolg van keuzes die het bestuur van de Nederlandse vestiging maakt.
|