Toen hij haar voor het eerst ontmoette was ze bezig met het bouwen van een nieuwe muur. Ze wist dat die muur constant weg zou zakken in de grond, maar had de kracht om zich daartegen te blijven verzetten, net zolang tot de muur de hoogte had die zij wilde. Langzaamaan kwam ze steeds dichter bij haar doel, tot dat hij kwam.
Het bouwen ging steeds langzamer, want ze wilde naar hem kunnen kijken. Ze was nieuwsgierig geworden waarom hij elke dag, precies op de momenten dat zij ging bouwen, daar langs haar muur liep: heen en een paar minuten later weer terug. Toen dit een aantal dagen was voorgevallen en het bouwen door haar nieuwsgierigheid zo ver achterop geraakt was dat hij haar kon zien, sprak hij haar aan. Hij vroeg de reden waarom ze bouwde aan deze muur, want het fascineerde hem ontzettend. Ze vertelde dat het was om nieuwsgierige mensen buiten haar huis te houden, dat een schutting niet genoeg was omdat daar gaten inzitten en een muur helemaal massief is met alleen een deur erin die open kan als zij het wil. Hij luisterde aandachtig en vroeg of hij naar binnen mocht, door de deur. Ze wilde dit niet, want ze was bang voor zijn oprechte interesse, geschokt door het idee dat er iemand bestond, die wat zij aan het doen was, fascinerend vond.
Ze bleef elke dag de muur bouwen, maar liet hem zo hoog dat, elke dag wanneer hij langs kwam lopen, ze elkaar even konden spreken. Hij vroeg haar naar haar leven, zij antwoordde niet veel, maar durfde steeds meer te vertellen. De gesprekken werden langer en de muur zakte steeds verder weg in de grond.
Op een dag was de muur zo laag dat hij, als hij wilde, eroverheen kon springen. Ook die dag raakten ze weer aan de praat en dit was het meest opene gesprek dat zij ooit met iemand had gevoerd. Ze vertelde over bepaalde angsten en toonde emoties aan hem die ze eerder voor iedereen verborgen had gehouden. Ze vroeg hem om over de muur heen te springen, zodat ze in haar huis verder konden praten.
De tijd die ze eerder aan het maken van de muur besteedde, ging nu op in het praten met die jongen. Hij luisterde en probeerde achter de redenen van haar angsten te komen, probeerde ze te verhelpen. Zij vertelde, hij luisterde. Na afloop ging hij door de deur naar buiten en zij gaf hem de sleutel, zodat hij kon komen wanneer hij wilde. Terwijl ze uren praatten, zakte de muur steeds verder weg in de grond.
Dagen, weken gingen voorbij, maar steeds minder lukte het hem om haar angsten te doorgronden. Overal zat weer iets nieuws achter, iets wat nog dieper zat. Op de momenten dat hij aan het denken was over haar en over hoe hij haar kon helpen, begon zij weer langzaam met het bouwen van de muur, maar omdat hij te diep in gedachte zat, zag hij, wanneer hij weg ging, niet dat de muur elke dag een beetje hoger werd.
De laatste keer dat hij er kwam, was de muur bijna af. Hij torende meters boven het huis uit. De rillingen liepen over z’n rug toen hij de deur opendeed. De sleutel paste niet meer. Hij belde aan en zij deed open. Ze was veranderd. In haar ogen zag hij niet meer die openheid die hij eerder zag. Haar ogen waren rusteloos en vochtig. Ze kon het niet langer aan om open te zijn tegen hem. Hij had teveel gedacht en niet gezien dat het niets meer uitmaakte. Ze was weer gaan bouwen, sneller dan ze ooit had gedaan. Hun laatste gesprek was niet meer diepgaand, zo anders dan het was.
Bedroefd deed hij de deur voor de laatste keer dicht en hij hoorde toen hij de straat in liep dat ze weer ging bouwen...
__________________
Als je geen doel hebt, kan je ook de weg niet kwijt zijn.
A wise man once told me: There are many endings, but the right one is the one you choose.
|