|
Het is middag, stad en warm. Ik fiets langs een weg vol met auto’s gevolgd door een bus. De bus komt me bekend voor, ik zie het nummer 50 staan en knik mijn hoofd als een soort van groet aan het metaal. Ik hoor op de achtergrond een bass, een beat, een stem en een tweede stem.
Het is jaren tachtig, rapper en een beat, die steunt op de bass. Ik fiets langs een benz. Mijn blik volgt de auto. Snel stuur ik bij, voor de fietser die er aan de andere kant aan kwam. Ik hoor gevloek van het vrouwelijke wonder, fiets door en ben bij het einde van mijn pad: De stad.
Mijn mp3 speler gaat uit, het is ondertussen al 05, maar ik voel me niet lekker. Ik loop naar een karaoke-bar, waar ik me wekelijks schuil houd voor de regen. Ik groet de barman en loop verder in de bar en zie haar weer. Wow.
Het is weer een rap, een futuring van KRS-One, met een stem die rustig is, maar duidelijke woorden spreekt. “Love your brother, threat him as your equal” knalt het uit mijn koptelefoon. Ik beëindig het nummer, mijn muziek wondertje switch naar het volgende liedje. Ik hoor glitter, genep, iemand die liefde kende. Ik fiets weer verder, maar halverwege keer ik terug, denkend aan het vrouwelijke wonder wat voor bij fietste. Terug, misschien dat ik haar nog in kan halen.
Ziet mijn haar er wel goed uit? Kom ik niet wanhopig over, als ik alleen ben? Ik vertrouw me zelf er maar op, loop verder nar binnen, reageer alsof ik niet wist dat ze er niet zou zijn. Gelukkig was ze niet met te veel vriendinnen, de hele school hoeft het niet te weten. Ik ga naast haar zitten, maak een praatje, maar het wordt op zich wel tijd voor een liedje. “Ahh toe, pleaseeee…zing nou ook één keer… Mijn hersenen zeggen: Omdat jij het bent, mijn stem zegt dat ik echt niet kan zingen, maar omdat je het zo lief vraagt en wat random smoesjes en geslijm..
Ik fiets alsof mijn fiets er van af hangt. Het hangt ook van mijn fiets af, ik heb mijn best gedaan in de sportschool. Ik zie haar. Er komt een glimlach op mijn gezicht. Wat doet ze nou? Wie is dat? Haar broer? Wat moet hij met haar? Ik dacht dat ze single was! De bus komt voorbij, en ik volg hem, naar de stad. Gelukkig heeft ze me niet gezien, denk ik. Maar net als ik wegdraai, de jongen – wat dus niet dé jongen is – me roept. Ik doe alsof ik hun niet heb gezien. Helaas is het te laat, dat weet hij ook. “Is het goed als ik met haar uitga?”, ik antwoord dat het me niets uitmaakt, en wens hem succes. We groeten elkaar en gaan er weer van door.
Daar sta ik dan. Ze kijkt me dringend aan, vraagt me nog een keer of ik het echt niet wil doen. Ik heb al gezegd dat ik het zou doen, speciaal voor haar. Ik vraag eerst of het niet tijd wordt om te dansen. Eerst zingen antwoord ze.
Eindelijk in de stad aangekomen, in mijn place. Tankend, rokend en stuntelend loopt er iemand naar me toe. Het is een van de mensen die ik liever niet ken, hij begint te praten. “Ik ben je zat, moet je vechten, bla bla”. Damn, wat zijn sommige mensen toch slecht als ze dronken zijn, denk ik. Ik wil hem niet meteen slaan, ik weet niet of ik nog zo helder ben. Gelukkig heb ik geen keuze, hij slaat me in mijn gezicht. Ik kijk hem verbaasd en verdwaasd aan, en bal mijn vuist.
Ik pak de microfoon op, en begin aan het liedje “This love” en kijk haar veel belovend aan. Ze kijkt terug en glimlacht lief. Té lief. Ik ben zo onder de indruk dat ik vergeet dat ik de teksten moet zingen en gooi er een “I love you”, wat nog net in het ritme paste. Niemand die het door had. Gelukkig. Ik ben klaar, voel me getinteld door het applaus.
Ik loop de tent weer uit. Ik wordt nog na geschreeuwd: “Goed gedaan” of iets wat er op moest lijken. Ik stap op mijn fiets en vertrek. Op naar huis.
Gelukkig vond ze dat ik best aardig kon zingen. Met een goed gevoel in mijn buik, beginnen we de dans. Ik fluister in haar oor of ze misschien nog naar de film met me wil. Ze antwoord: “Sorry, dan kan ik niet”, en loopt weg. Verbaasd bedenk ik mij, ik heb geen datum genoemd.
Onderweg naar huis, zie ik haar huis. Een zelfde stem rapt weer, ik word bijna aangereden. Gaat lekker, zegt de stem, niet in mijn hoofd, maar in mijn oor. Tot mijn verbazing wat het niet de stem van de rapper. Het was haar stem, ze stond voor haar huis, de vuilnis bij de weg aan het zetten. Ik fiets naar haar toe, begin een gesprek. Natuurlijk bied ik mijn excuses aan, ze zegt dat het allemaal niks uit maakte. Ik vroeg of ze de jongen kende waar ze mee sprak. Verbaasd kijkt me ze aan: “Die lul?”Mijn hartje tikt ietsje sneller, mijn geluk onderdrukkend in mijn stem, zeg ik dat ik hem ergens van ken en dat hij eens normaal zou moeten doen.
Vloekend loop ik naar de bar. De barman vertelt dat hij het had gezien, geeft me een drankje van het huis. Ik bedank hem, drink het drankje en maak een praatje, het lijkt anders zo ondankbaar als ik hem gewoon negeer. De barman is namelijk een echte “man”, die zich beter vind dan het gemiddelde koningshuislid. Hij vertelt nog over de vrouw die hij gister had versierd, een echt mokkel. Mijn hoofd schuddend, draai ik het om en zie haar.
Ze loopt naar me toe.
Ik kijk verschrikt, wat moet ze?
Ze vertelt dat ze het heel leuk vond vanavond, maar dat ze nu gaat. Onverschillig - maar deze keer echt – zeg ik dat ik het ook leuk vond, dat ik de volgende keer weer kom en zeg haar gedag.
Verbaasd kijkt ze me aan. “Jullie waren toch zo goed bevriend?” Ik antwoord dat hij meer een kennis is dan een vriend, die voor mij niet meer is dan iemand waar ik soms geld van kan lenen.
Dom, dat komt aso over, gaat het door mijn hoofd om. Ik strijk door mijn haar. Opeens voel ik dat mijn kleppen er nog op zitten. Snel trek ik ze eruit, maar het is al te laat. “Wat luister je?” Ik antwoord dat het een liefdesliedje is, maar gerapt. “Toen ik het hoorde”, vertel ik, “moest ik aan jou denken”. Verlegen kijkt ze weg. Ze zegt dat het koud is, dat het tijd is om naar binnen te gaan en dat die wond er niet goed uit ziet. “Een wond?”. Vraag ik. Ze wijst me op m’n wang, waar wat bloed van af loopt. Ik vloek.
Ze vraagt of ze het kan verzorgen. Gelukkig ben ik niet te macho om te zeggen dat het allemaal wel gaat en volg haar naar binnen.
__________________
So it's immaterial who the puppet is, because the puppet masters remain the same- tom morrello
Laatst gewijzigd op 19-02-2005 om 12:36.
|