Schildering.
Ik liet me lijden door de lijnen van het landschap
en mijn dagen verstreken vergeefs in het verschiet
maar ik kwam niet verder dan het verste wat er was,
de wereld kende grenzen en ik ontkende dat niet.
Jij hoorde in het landschap van gister en voorheen,
doch in de lijnen van vandaag was jij vergaan
en zonder het te weten verging ik met je mee,
daar op ’t mulle zand waar jij had moeten staan.
Het schilderij dat ons tezamen had weerspiegeld,
verkleurde tot een, door mij, vertekend beeld,
want op de dorre bodem van het aardse paradijs,
restte ik nog immer, tot levenslang veroordeeld.
En al zat ik daar mijn jaren uit,
ik heb ze nooit geleefd.
____________________________________________________
Jozzonet
Door Joz Knoop ontwikkelde dichtvorm, waarbij de middelste regel van een oneven aantal regels het gedicht als het ware spiegelt.
Dit wilde ik eens gaan proberen, heel simpel nu nog hoor:
Proostend op de nacht.
Ver dronken,
als drenkeling op ‘t droge
in des avonds weer gestrand,
zo het nu alom gebeuren moge,
in des avonds weer gestrand,
als drenkeling op ‘t droge
ver dronken.
__________________
Ik was nog nooit zo klein geweest.
|