Advertentie | |
|
![]() |
||
![]() |
Citaat:
![]() Ik vind het wel een leuk stukje, ik wil de rest ook wel lezen.
__________________
Make that the cat wise
|
![]() |
|
![]() |
Bedankt voor de reacties. En het is mijn bedoeling niet om een boek te schrijven - althans, nog niet - maar ik hou van schrijven. Het volgend stukje heeft - voor diegene die het scenario nog niet kennen - niets met het vorige te maken. Maar jullie zullen al wel enige samenhangsels kunnen vinden. Hier komt dan het tweede deel.
De muziek stond luid aan en de mensen zijn volledig uit de bol gegaan. Ze dansten, sprongen, flirten, wat er ook maar mogelijk was op een dergelijk cafémorgen. Belly and the Beast was al jaren een verzamelplaats geworden voor thuisloze jongeren, pubers die gewoon eventjes uit het ouderlijk huis wilden, criminelen die er eens rustig konden opscheppen over hun laatste activiteiten en advocaten die met hun cliënten hun zaak moesten bijpraten. De politie zocht daar niet te veel. Ze wisten heus wel dat er drugs werden verhandeld en dat het er wemelde van de criminelen, maar lieten het gewoon hun gangetje gaan. Enerzijds omdat daar toch een heleboel advocaten rondhingen en dus zogezegd het rechtssysteem dienden. Anderzijds omdat de politie van Minneapolis veel te lui was om dat caféhuis eens te screenen. Er werden nooit incidenten gemeld, en dus gaan we er ook niet naartoe. Dat was min of meer hun redenering. Nu moet je niet denken dat er in Belly and the Beast geen vechtpartijen waren. Die waren er in overvloed! De dronkelappen die zich daar ’s nachts met het mes op de keel zaten, of een moeilijke cliënt die met zijn advocaat in de clinch ging. Het was er altijd wel spannend. De muziek stond heel hard en ze speelden een rapnummer van Eminem. Onwillekeurig stonden mensen met hun hoofden mee te rappen, zonder dat ze het zelf merkten. De sfeer was heel speciaal. Een heel gelaten sfeer, terwijl iedereen die Belly and the Beast bezocht wist dat dit café vol boeven, moordenaars, mensensmokkelaars of drugsdealers zat. Vrouwen kwamen er bijna nooit. En vrouwen zouden dit café ook altijd liever mijden. De uitbater, ene Justin, zat aan de bar te praten met enkele punks met lange paardenstaarten. Ze waren het ene bier na het andere aan het zuipen. De muziek was al van ver te horen en hij begon op het ritme van de muziek te huppelen. Hij passeerde enkele dronkaards voordat hij het café betrad. Er werd druk en luid gepraat en niemand scheen op hem te letten. Hij zette zich aan een leegstaande tafel en knipoogde naar het barmeisje. ‘Een biertje, alsjeblieft.’ Het meisje reageerde amper, draaide zich terug om en ging haar werk weer doen. Het café bestond uit één enkele, grote kamer. De muren bestonden uit onbewerkte balken hout en acht rijen tafels. Zes tafels in elke rij. De bar bevond zich aan de linkerkant. De hoge klapstoelen waren allemaal bezet. Enkelen moesten zelfs blijven staan. De tafels echter waren vrij leeg. Nicky zag twee tafels voor hem enkele mannen zitten, druk pratend over het laatste beursnieuws. Aan zijn rechterkant zat een eenzame dertiger een Marlboro te roken. Nog enkele tafels werden bezet door verschillende sinistere figuren. Maar hij trok zich er maar weinig van aan. Dit was de plaats waar Nicky naartoe ging, als hij gewoon eventjes weg wou zijn. Weg van zijn moeilijk leventje. Weg van de armoede waarmee hij elke dag geconfronteerd werd. Het was niet echt heel ver weg van zijn woonplaats, maar de atmosfeer was er altijd gelaten en niemand viel hem lastig. Het meisje bracht hem zijn biertje. Hij gooide een dollar in haar richting en zocht de aftrekker om zijn flesje te openen. Hij dacht na. Hij herinnerde zich het mooie leven toen zijn ouders nog samen waren. Ze woonden in een grote flat in Manhattan, waar zijn vader werkte. Hij maakte goede en rijke vrienden. Hij herinnerde zich hoe moeilijk het voor hem was om afscheid te nemen van hen, toen zijn moeder naar Minneapolis verhuisde. Sinds hij hier in Camden was, beleefde hij nooit meer eens iets opwindend. Het was altijd droevig nieuws. Of stierf de moeder van de buurman of werd zijn moeder weer eens ontslagen op haar werk. Maar het was allemaal de schuld van die stomme advocaat. Abby nam een advocaat, een dure, want ze moest de voogdij over haar kinderen absoluut hebben en ze wou graag een financieel mooi uitzicht hebben over haar toekomst als alleenstaande moeder. Maar voor de één of andere reden, mislukte die idioot. Abby kreeg wel de voogdij toegewezen, maar al hun bezittingen, die blijkbaar meestal onder de naam van haar man waren geschreven, werden haar ontzegd. Ze had geen geld om zo een duur leven verder te onderhouden in New York, en dus moesten ze met zijn drieën naar hier in Minneapolis verhuizen. Abby werkte in de kelder van een kledingfabriek, waar ze driemaal niks werd betaald. Nicky’s gedachten werden plots onderbroken door de man die hij vroeger twee tafels voor hem zag zitten. Hij zag heel bleek en hij was nat van het zweet. Nicky kon zijn transpiratievocht ruiken en het leek alsof hij in paniek was. Nicky probeerde te verstaan wat hij hem probeerde te zeggen, maar hij verstond enkel dat hij hem wenkte om mee te komen. Nicky stond op, hij keek eventjes rond, en liep dan wat onzeker achter de man aan. De man nam hem mee naar buiten, waar het ondertussen al wat lichter is geworden. Hij nam hem bij de arm en sleepte hem mee naar een ondergrondse parkeergarage die bij het café behoorde. Nicky dacht eventjes om hem gewoon een trap in zijn kruis te geven en daarna het op een lopen te zetten, maar hij bedacht zich. Als de man een wapen bij zich droeg, een mes of wat dan ook, wie weet wat hij dan zou kunnen uitspoken. Nu hoopte hij maar dat het geen homofiele maniak was, maar het was toch al te laat. De man trok aan zijn T-shirt en trok hem alsmaar verder de garage in. Nicky probeerde zijn gezicht te ontwaren, maar de duisternis verhinderde hem dat. Ze gingen enkele auto’s voorbij, de man draaide zich toen om. Hij keek in de richting van de uitgang. Zijn gezicht kromp ineen toen hij enkele geweerschoten hoorde. Ze gingen tussen een zware BMW en een oude Porsche staan en hij duwde Nicky naar de grond. ‘Ga liggen!’ beval hij. Nicky gehoorzaamde en ging volledig plat tegen de grond. De man zette zich ook neer en nam een kleine .20 die verstopt zat onder zijn broekspijp, in zijn kous. Hij nam een aansteker uit zijn broekzak en deed hem aan. Nu kon Nicky hem al een stuk beter zien. Het eerste dat hem opviel, was een enorm litteken op zijn hals. Zijn haar zat nu wat rommelig, maar Nicky veronderstelde dat hij normaal gezien, zo herinnerde hij hem ook in het café, zorgvuldige naar achter gekamd haar had. ‘Luister, joh. Ik heb niet veel tijd. Er zitten tientallen mensen naar mij te zoeken. Dat schot die je vroeger hoorde, was voor mij bedoeld. Het liefst van al zien ze mij gewoon doodvallen. En het zal ook niet zo lang meer duren voor ze me te pakken krijgen. Nicky lag nog altijd op de grond, het begon ondertussen te regenen en het mos rond de bomen werd vettig. Nicky liftte zich een beetje. De man gaf hem een klap in zijn rug. Hij slaakte een lichte kreet. Hij voelde zijn rug niet meer. ‘Wat is er verdomme mis met jou?’ De man gaf hem nog een klap in zijn rug. ‘Durf niet te vragen wat er verdomme mis is met mij! Er is niks mis, nee. Ik ben al een week op de vlucht voor die gasten, maar niks is mis! Mijn oversten hebben me in de steek gelaten en ik ben nu alleen tegen die bende gekken. Maar van mij krijgt niemand iets te horen.’ De man onderdrukte een grijns. ‘Luister kerel, als ik niet nu vertel wat ik weet, zal men er nooit achter komen.’ Nicky had er fijn genoeg van. Het meeste zou hij nu graag gewoon opstaan, naar huis huppelen en gewoon lekker in zij bed gaan liggen. Maar hij wilde niet nog een vuistslag in zijn rug, en dus bleef hij maar bedeesd op zijn buik liggen. ‘Meneer, mag ik U vragen wat het probleem is?’ Nicky probeerde het in de meest beleefde vorm te vragen. ‘Wat het probleem is!?’ Hij forceerde een sarcastisch lachje. ‘Als jij maar zou weten wat het probleem is. Een boel belangrijke mensen zijn in gevaar, en dat vraagt wat het probleem is!’, zei hij meer tegen zichzelf dan aan Nicky. Nicky begon nu toch te twijfelen. Was deze man nu dronken? Was hij gewoon doped? Nicky dacht eventjes weer aan ontsnappen, maar hij dacht onmiddellijk weer aan zijn rug. Nicky was bang. Dat kon je wel aan hem merken. Maar hij toonde zijn angst nooit. Hij had al zoveel meegemaakt, en hij leerde nooit zijn angst te tonen. Het zweet liep hem nu over zijn voorhoofd en zijn gezicht was besmeurd met smerig zand en mos. Het regende nu al wat harder en hij had pijn. ‘Hoe oud ben je?’ De man keek hem doordringend aan en verwachtte onmiddellijk een antwoord. Het duurde net iets te lang voor de man. Hij gaf Nicky een slag in zijn gezicht. Nicky kreeg niet eens de tijd te reageren. Plotseling waren overal sirenes afgegaan. Blauwe zwaailichten waren voor het cafehuis te zien en overal begon men politieradio’s te horen. De man stond met een vloeiende en razendsnelle beweging op. Hij draaide enkele keren om zijn as en keek door de duisternis en langs de ramen van de auto’s of er iemand te zien was. Nicky herkende weer die paniekerige ademhaling en hij voelde voor de één of andere reden weer een slag in zijn rug aankomen. De man kromp weer ineen en trachtte zich te verbergen achter de BMW. ‘Luister, ik ga je nu iets vertellen, dat van wereldbelang is. Normaal gezien zou ik het aan mijn bazen persoonlijk gaan vertellen, maar ze hebben me in de steek gelaten. De waarheid is dat ik het nog graag aan hen zou vertellen, maar ik ben bang dat ik al dood ga zijn, voordat ik zelfs de kans ga krijgen om zelfmoord te plegen. De dochter van de president wordt vermoord.’ Plots was Nicky weer een en al concentratie en hij vergat even de pijn in zijn rug. ‘Wat?’ ‘Luister nou verdomme, ik heb niet veel tijd. Ze zitten achter mij aan. Een van de moordenaars is Gerardo Recta. Luister vriend, ze gaan bekennen. Maar dat maakt deel uit van het plan. Ze hebben hun mannen overal. Ze hebben vermoord, gestolen, gechanteerd en omgekocht. Ze weten precies wat ze doen.’ Hij trok een papier uit zijn zak en stak het in Nicky’s jas. ‘Dit ga je nog kunnen gebruiken.’ Nicky keek hem verward aan. Alhoewel Nicky er ondertussen zeker van was dat de man een psychopatisch gestoorde man was. De man keek hem doordringend aan. Alsof hij hem wou uitleggen wat hij aan het vertellen was en dat maar niet kon doen. ‘Maar je zei dat hij een van de moordenaars is. Zijn er dan nog moordenaars?’ Nicky lette nu op elk woord dat uit de mond van die man kwam. Elk woord sprak hij traag en duidelijk uit. ‘Ja. Als er niet op tijd ingegrepen wordt, dan zullen er meer belangrijke mensen sneuvelen.’ Nicky knikte alsof hij het nu had begrepen, alhoewel hij niet het minste idee had van welk informatie hij hier had gehoord. De man zag dat Nicky begon na te denken. En dat wou hij niet. ‘Jij doet hiermee wat jij wil. Maar pas op aan wie en wat je vertelt. Hoor je me? Als je niet oppast knul, krijg je met dezelfde mensen te maken als ik. En tegen hen maak je geen schijn van kans.’ Nicky knikte verward. De man stond haastig op, keek eventjes in het rond en liet Nicky daar voor dood achter. De man vluchtte weg, terwijl Nicky daar lag met de angst van zijn leven. Hij bleef daar liggen totdat de verrekte sirenegeluiden stiller werden en de radiostemmen wat vager. Het cafehuis werd onderzocht door de politie en de hele omgeving werd afgesloten. Ze zochten naar de mensen die vroeger de schoten losten. |
![]() |
|
Mijn broer vertelde mij (aspirant-schrijver zijnde) vroeger af en toe dat hij later ooit een boek wil gaan schrijven. Een boek in de stijl van Grisham en Clancy. Als ik hem dan vraag of hij niet eens moet oefenen, antwoordt hij slechts afwijzend. 'Nergens voor nodig,' zegt hij, 'ik heb genoeg gelezen om te weten hoe ik dat moet doen.'
Bij jou verhaal moest ik gelijk aan mijn broer denken. Misschien koestert hij die wens nog steeds, en zal hij ooit aan zijn boek beginnen. De kans bestaat echter dat hij heeft ingezien, dat het hem nooit zal lukken. Niet op die manier althans. Toch is hij nog niet begonnen met schrijven. Ik denk niet dat hij ooit een boek uit zal krijgen, en ik hoop dat je begrijpt waarom. Het zou namelijk nooit zíjn boek zijn, maar slechts de schaduw van een ander.
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
|
![]() |
||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Verhalen & Gedichten |
begin van verhaal huntingyade | 5 | 21-04-2010 11:11 | |
Verhalen & Gedichten |
begin van verhaal The Fly | 7 | 24-05-2005 08:53 | |
Verhalen & Gedichten |
Manier van schrijven Saarah | 31 | 22-03-2005 07:37 | |
Verhalen & Gedichten |
[ Begin van Verhaal ] Behold, and enjoy... niam | 14 | 04-01-2005 22:43 | |
Verhalen & Gedichten |
Begin van een verhaal knivesout | 8 | 03-12-2003 09:28 | |
Verhalen & Gedichten |
Begin van een verhaal... meningen aub :) ?? Poziomka | 6 | 11-08-2003 20:55 |