Waar ik nu op mijn stoel zit, daar lag zij ooit op haar rug. Waar ik nu levenloos naar een beeldscherm kijk, dat mijn leegheid weerspiegelt, was ooit de zucht van de liefde te horen. Twee levens die elkaar niet los wilden laten. Twee lijven die elkaar niet los konden laten. Twee gezichten die elkaar onbeschroomd aan keken. Twee armen die het kleinere lichaam van de ander beschermden tegen kwaad dat nooit leek te komen. Twee tongen die elkaar soms tegenkwamen, dan weer een ander plekje opzochten.
Kwaad kwam en geschiedde, tijden veranderden en ontketenden een revolutie die nooit eerder was voorspeld, noch voorvoeld. Twee levens werden uit elkaar gesmeten, twee lijven voelden een koude scheur tussen hen, die hen langzaam uit elkaar dreef. Twee vingers die zachtjes, zoekend langs een hals, die trilde van de spanning, gleden. Tot ook de handen niet meer tot haar konden reiken. De twee armen hadden gefaald, ze hadden haar lichaam niet kunnen beschermen tegen het kwaad, dat voorheen nooit van zich liet horen. Het waren twee wachtposten bij een stadspoort geweest, die lachend iedereen doorlieten, omdat de stad en het omliggende land een bloeitijd kenden, zoals die er nog nooit geweest was. Nu bleek niet iedere voorbijganger een boer met goederen voor de markt te zijn geweest. Men had ook menig gespuis doorgelaten, gajes dat alleen op de ondergang van anderen uit was geweest.
En die ondergang kwam… sneller dan iedere mobilisatie had kunnen zijn. Maar wie wilde er mobiliseren in tijden van vrede?
Een hand over naakte huid, een vinger op dichte lippen. Een arm om een naakte zij geslagen, een vinger die de lijn van de rug volgde. Twee monden die elkaar plots raakten, weer afstootten en zich tenslotte aan elkaar overgaven. Twee neuzen die langs elkaar gleden, de vaardigheid van iedere Inuït ver overtroffen. Twee ogen die precies hetzelfde uitstraalden als het ogenpaar ertegenover: liefde.
Ik schrok wakker en keek of ik mail had, zittend op de stoel, die stond op de grond waar zij ooit op haar rug had gelegen…
---
Raar stukje, moest er even uit. (A) Zeg het maar, had ik dit wel of niet moeten posten?