![]() |
||
Hier het eerste speltopic: http://forum.scholieren.com/showthre...readid=1084031
Het oude speltopic is vol, vandaar nu een nieuwe, en met een ander spelletje. Het is maar een klein beetje anders, in plaats van de titel krijg je nu de eerste zin van het verhaal. Grim heeft heel braaf regeltjes bedacht, en die ga ik nu eventjes quoten... Citaat:
![]() ![]() ![]() O, nog eventjes een vraagje tussendoor (twee eigenlijk): wat betreft het lossen? En mag je twee verhaaltjes schrijven met dezelfde beginzin, zeg maar? Anders gaat het wel lang duren ![]() De eerste beginzin is: De middag lag voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen en verveling.
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
|
Advertentie | |
|
![]() |
|
![]() |
Ik wil ook wel eens meedoen
![]() ![]() Tja, het gaat over niet veel, maarja. Beter dan niks ![]() De middag lag voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen en verveling. Het eerste was al even erg als het tweede, aangezien ik ook gisteren de hele dag niks anders had gezien dan flikkerende computerschermen met rondspringende mannetjes, die ik nota bene zelf bestuurde. Tja, je moet er iets voor over hebben als je je broertje wilt verslaan. “En, en?” Jonas kwam de computerkamer binnengestormd. Verveeld en vermoeid leunde ik achteruit, maar antwoordde niet. Jonas grijnsde. “Het lukt je nóóit! En zeker vandaag niet. I’m the best, little sister!” Ik richtte me terug op en keek m’n broertje van 2 jaar jonger minachtend aan. Hoe durfde hij me trouwens ‘little sister’ te noemen?! “Dat zullen we nog wel es zien, mannetje. Het lukt me wél!” “Ja, dat zullen we nog wel eens zien, inderdaad! Nou, doe je best hé zusje”, met een valse lach op zijn gezicht liep hij de kamer uit. Met een zucht staarde ik naar het scherm. 7892 punten, en ik moest er vòòr vanavond 10.000 zien te behalen. Anders… Ja, anders had m’n broertje de weddenschap gewonnen. Was hij, met andere woorden, beter dan ik. En dat kon ik niet laten gebeuren, toch? Ontmoedigd klikte ik op de muis, zodat de score weer op 000 kwam. Ik moest en zou 10.000 punten behalen! Na nog een half uur spelen stond ik gefrustreerd op. Het dichtste dat ik bij dé ultieme score gekomen was, was 9128. Ik schopte tegen de zitzak die in de hoek van de kamer stond. Little sister zou toch little sister blijven… Laatst gewijzigd op 15-03-2005 om 21:13. |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
![]() En het schuingedrukte is gewijzigd ![]() |
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() |
![]() |
|
Verwijderd
|
ik heb het maar gewoon veranderd
![]() De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen en verveling. Er is veel dat ik zou moeten doen, veel dat ik zou willen doen, maar weinig wat ik ook daadwerkelijk doe. Ik slaak een diepe zucht en begin langzaam een beetje weg te doezelen. Mijn kamer vervaagt langzaam, wordt steeds waziger. Opeens zie ik een flits en is alles zwart. Als mijn beeld weer terugkeert, zie ik dat ik ergens anders ben. Ik ben buiten. Ik ben omringd door een grasveld, bezaait met madeliefjes. Het maakt me in de war. Het is hier mooi, maar waar ben ik? Wat doe ik hier? En vooral, hoe kom ik terug? Ik heb nog zoveel te doen, ik wil nog heel veel doen, dat kan niet als ik hier ben. Ik moet terug naar huis. Achter me hoor ik mijn naam roepen. Ik draai me om, maar word verblind door de felle zon. In de verte hoor ik een kind lachen. Uit nieuwsgierigheid loop ik op het geluid af. Hoe dichterbij ik kom, hoe duidelijker het geluid wordt. Maar dat kan niet. Het kan niet zo zijn dat... Even aarzel ik, maar ik besluit om toch naar haar toe te gaan. Uit angst, voor wat het onvermijdbare lijkt, sluit ik mijn ogen. Ik voel een klein meisje aan mijn been trekken. Met een klein stemmetje zegt ze: ‘Simone? Je bent me vergeten.’ Haar stem klinkt verassend volwassen, bijna zoals de mijne. Ik open mijn ogen en zie haar daar voor het eerst weer terug. Voor het eerst sinds die ene dag. Ze is niet veranderd, geen dag ouder geworden. Ik schrik en voel een traan uit mijn oog ontsnappen. Hij glijdt, over mijn wang naar mijn mond, waar ik even mijn tong naar buiten breng om te proeven. Ik roep uit dat ik haar niet vergeten ben. Dat ik niet wist hoe ik ermee om moest gaan, maar dat ik altijd zielsveel van haar heb gehouden. Verdrietig slaat ze haar ogen neer. ‘Kijk naar me’, roept ze uit, ‘ik ben niet meer dezelfde. Ik zie er hetzelfde uit, maar ook ik ben volwassen geworden. Ik heb moeten leren accepteren, dat jij, mijn eigen zus, mij vergeten bent. Vertel mij nu niet dat dit niet zo is. Ik heb het gezien, Simone. Ik heb alles gezien.’ Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ze heeft gelijk, maar toch ook weer niet. Ik ben haar niet vergeten, deed alleen alsof. Het deed teveel pijn. Mijn herinneringen gaan terug naar die ene dag. ‘Sanne, er is een nieuwe speeltuin. Een echte grote met een klimrek’, riep ik enthousiast naar mijn zusje. Morgen waren we jarig. We zouden 8 worden. ‘Sanne, Sanne, luister nou. Kom, we gaan spelen.’ Mijn zusje wilde niet. Ze durfde niet op het klimrek. Ze was altijd de afwachtende. Ik was de spontane spring-in-het-veld, maar zij, ze was verlegen. ‘Toe nou, Sanne, ik wil niet alleen.’ Ze zuchtte even, maar ging toch mee. Ze deed altijd alles voor me. Aangekomen bij de speeltuin juichte ik. Ik rende naar het klimrek en klom er zo snel mogelijk op. ‘Sanne, kom nou, het is hartstikke leuk hier.’ Mijn zusje schuifelde langzaam naar het klimrek. Met grote ogen bekeek ze de situatie. Langzaam zette ze een voet op de eerste tree. Toen de andere. Ze wachtte tot ze stabiel stond en klom langzaam, tree voor tree, omhoog. ‘En nu staan Sanne, kom op nou.’ zeurde ik, maar dat was iets wat ze echt niet wilde. Ik werd boos. ‘stel je niet zo aan, doe nou gewoon’ riep ik naar haar. Vergetende dat we op een klimrek stonden gaf ik haar een duw. Ze viel achterover, met haar nek op de grond. ‘Sanne?’ riep ik, maar ze antwoordde niet. Ze antwoordde nooit meer. ‘Zeg dan wat.’ gaat ze verder, ‘dacht je dat ik niet meer bestond? Omdat ik dood was?’ Ik slik. Alles komt terug. Het ziekenhuis. Mama en Papa. De politie. Het schuldgevoel. ‘Ben je boos?’ vraag ik met een iel stemmetje. Ze wendt haar hoofd af, ‘Nee Simone, ik ben niet boos. Maar laat mij in jou voortbestaan. Doe wat met je leven.’ Ze rent weg, maar ik ren haar achterna. Steeds sneller begint ze te rennen, van mij vandaan. Ik roep dat ze me niet in de steek moet laten, niet nog een keer. Ze stopt met rennen, draait zich om, kijkt me even aan en rent weer verder. Ik kom ook tot stilstand en kijk haar na. Ze wordt steeds kleiner, tot ze alleen nog maar een stipje in de verte is. Het beeld begint weer te vervagen. Ik hoor alleen ver weg nog heel zacht haar stem: ‘Leef voor mij, Simone. Alsjeblieft. Ga mee met de stroom zoals je dat vroeger deed. En vergeet mij niet. Nooit meer.’ Laatst gewijzigd op 16-03-2005 om 12:24. |
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
Hier mijn deel, siddert ende beef! De middag lag voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen en verveling. Ik was gerust, niets kon mijn hart nog meer kalmeren dan dat beeld. Want de werkelijkheid was compacter, angstiger en vooral saaier. Ik woonde in een kamertje van drie bij drie. Ik liep door een enorme weide, in de verte zag ik wat vee dicht bij elkaar staan. Een molen, een paar schapenwolkjes. Nog verder zag ik een tractor rijden. Dit was allemaal van mij, de wereld behoorde aan mij toe. Ik was een tovenaar, ik maakte alles. Zweefde over het landschap, streelde het gras en het water. Ik genoot van de ruimte, streek neer en stapte ene huis binnen. Het was mijn huis. De muren waren geschilderd in vrolijke kleuren, de vloer bestond uit marmeren tegeltjes. De zon scheen binnen door het glazen dak en het licht werd gebroken door de ontelbare kristallen die overal hingen. Ik liep naar de enorme fontein die midden in de kamer stond en dronk wat water, wetend dat het zuiver water was. Toen ik mijn dorst gelest had, liep ik naar een zilveren tafel toe, die tegen de muur stond. Ik nam plaats op een stoel en genoot van de zachtheid. Op de tafel stonden schalen vol fruit, het beste van wat de wereld me te bieden had. Ik at tot ik niet meer hoefde, liep daarna naar mijn slaapkamer om even te rusten. De deur ging geruisloos open en het zonnetje lachte me toe. Ineens was de grond onder mijn voeten weg en viel ik in een enorm zwart gat. Ik zag mijn huis vlak boven me verdwijnen, een klein lichtpuntje was alles wat overbleef. 'Nee!' schreeuwde ik, wanhopig en woedend, emoties die mij steeds meer en meer overvielen, 'de kamer is een leugen. Ik moet weer terug!' Voorzichtig opende ik mijn ogen, besefte dat mijn geest me weer bedrogen had. Ik kwam langzaam overeind en zacht dat ik me weer in de kleine ruimte bevond. De lucht was bedompt, oud. Aan de muur hing een kaarsje, die al zo lang brandde als ik me kon herinneren. Maar het ging nooit op. Ik had altijd honger, eeuwig dorst, maar ik stierf niet. Ik had zin om te schreeuwen, maar mijn stem was gestorven. Vermoeid ging ik weer liggen, probeerde nog iets op te pakken van de droom, toen alles nog goed was. Weer vloog ik. De ruimte was oneindig, ik was gevoed en gekleed. Maar ik was alleen, dus ik schiep nog een paar mensen zonder toverkracht. Al gauw bevolkten ze de aarde, ik zag dat het ditmaal lekker liep. De dieren waren nooit zulke goede gesprekspartners geweest. In de tijd van de vele miljoenen jaren, wat ik het liefst een dag noemde, verzon ik de mens. Toen ik erachter kwam dat ze niet al te goed luisterden, tot mijn spijt had ik ze een vrije wil gegeven, verbande ik ze naar een andere planeet. Vanaf hier keek ik toe naar wat het werd. Mijn ruimte was oneindig, maar de planeet waar ze op woonden was dat niet. Dus ik creeërde enkele ziektes en plaatste ze willekeurig op enkele mensen. Al snel vielen er doden, die ik regelrecht naar ene plaats stuurde waar al mijn slechte ideeën in kwamen. Het was een kleine ruimte, ongeveer anderhalf keer de lengte van een gemiddelde mens, in de lengte en de breedte. Toen ik dit maakte dacht ik aan een vuur, want een vuur zou snel afrekenen met de grote fouten in mijn wereld. Maar op die dag werd mijn aandacht getrokken door iets anders, dus ik liet het bij een symbolisch vuur. Ik keek weer naar de mensen, plukte er een paar uit hun biotoop en liet ze in de ruimte vallen. Ik was God, ik kon zoiets doen. Ineens werd alles zwart. 'Ja, ik ben God...' Ik smakte met mijn lippen en vervloekte de muren. Schreeuwde, gilde naar boven. Ze konden me hier niet laten zitten, dat mócht niet. Ik had ze gemaakt. Ik was niet zomaar een mens, ik was hun God. Ze hoorden mij te dienen, zoals de rest van de mensloze wereld deed. Het kaarsje flakkerde, op de muur vormden zich letters. 'Je bent niet meer nodig,' las ik van de muur, vloekte en schreeuwde weer. De letters bleven staan. Ik sloeg tegen de muur, ramde zo hard als ik kon met mijn hoofd tegen de letters. Ze bleven staan, ik viel achterover. Mijn dagen waren geteld, het was een nachtmerrie. De mensen geloofden simpelweg niet meer in mij, mijn grootste angst was de werkelijkheid. Zelfs de nieuwe mensen, gestuurd naar de aarde met een rotsvast geloof in mij, kregen de anderen niet overtuigd. Hun aantal slinkte snel, binnen enkele dagen zou alles voorbij zijn. Ik wachtte af, probeerde me te verschuilen, maar de mens kreeg me te pakken met hun technologie. Mijn toverkracht was niets meer waard, enkel gebonden aan de wetten van mijzelf. Ik had gezworen om ze nooit te breken. Mijn kracht was enkel van toepassing op mij. Op een dag kwamne ze me halen, gooiden me in de kleine ruimte. Het kaarsje flakkerde, ik vocht tegen de slaap, de honger en de dorst. Hier was geen water om mijn dorst te lessen, geen druiven om mijn honger te stillen. Hier lag geen satijnen deken, geen stevig bed. Ik was verslagen door mijn eigen creatie, maar ik gaf nog niet op. Ik was immers God, almachtig, men zou mij niet kunnen vangen. Het begrip tijd was niet op mij van toepassing, het lot nam een loopje met me. Het flakkeren van de kaars bleef zich herhalen, als een filmpje dat steeds opnieuw afgespeeld werd. Ik was verouderd, beetgenomen door simpele cijfers. Eén nul voor de mens. Er was iets en er was niets, een ovaal en een streep. Eén en nul, magische getallen. Tijd had geen vat op mij, ik was onsterfelijk. Nog even vloog ik over de velden, raakte ik het water en ademde de wolken. Nog even proefde ik de smaak van de wijn en van de appels. Want ik zou voor eeuwig opgesloten zijn, terwijl de eeuwigheid niet eens bestond. De kruistochten waren immers allemaal tegen mij gericht. Ik was maar een gewoon mens, niet de God. Eén van mijn soortgenoten had het toch goed gezegd. God is dood. Dat was in ieder geval niet zo'n larie als ik schreef in de Bijbel. Een mens schiep alles, de tijd was er pas op de tweede dag. Ik was opgesloten, ik zou niet anders weten. Boven me hoor ik af en toe nog geluid. Dat mijn tijd geweest is, dat ik weldra zal sterven. De letters op de muur staan er nog steeds, morgen zal als gisteren zijn. Laatst gewijzigd op 16-03-2005 om 15:25. |
![]() |
||||
Verwijderd
|
Citaat:
Citaat:
Citaat:
*beef* zoals (bijna) altijd... mooi! |
![]() |
|
Verwijderd
|
Hmm, dit ligt me meer, zo'n zinnetje, goed idee! Mijn verhaal is in de vorm van een liefdesbrief soortvandan. Deels autobiografisch overigens.
-- Lieve Joost, De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen. Als ik naar buiten kijk zie ik de boten in de haven zachtjes dobberen op de golven. Kinderen in de straat spelen verstoppertje, de zon streelt hun rode wangetjes. Een merel strijkt neer in de dakgoot, kijkt me aan, hipt wat en weer en vliegt weer weg. Wat een heerlijke dag. Ik zou langs het strand willen rennen, pootjebaden in het – natuurlijk – nog veel te koude water, willen stoeien in het zand. Maar dat kan niet. Want ik zit hier, op mijn zolderkamer. En jij daar, ver weg in Zwolle. Ik kan er niet meer tegen. Ik hou van je, echt waar. Maar die afstand, die onvermijdelijke en verschrikkelijke afstand. Ik wil naar je toe kunnen fietsen, je een kus geven, zeggen dat ik van je hou, en weer naar huis gaan. Bij je kunnen zijn wanneer ik dat wil, al was het maar voor vijf minuten. Toen je nog hier woonde was alles zo fijn. We fietsten samen naar de trein, reisden naar school, en ‘s middags reisden we weer terug. We praatte over alles, over ons, over de politiek, actuele gebeurtenissen. We begrepen elkaar, zonder al te veel woorden. Als ik nu bij je wil zijn, moet ik twee uur reizen en minstens 4 keer overstappen. Hoewel ik het eerst zo fijn vond te reizen met de trein, wordt het nu een ware hel. Ik kan het niet meer. Het sloopt me. Ik stop ermee lief. Liefs, Willemijn Laatst gewijzigd op 16-03-2005 om 18:24. |
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() |
![]() |
|
De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen. De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen. De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen.
De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen. De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen. De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen. De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen. De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen. De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen. De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen. De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen. De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen. De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen. De middag ligt voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen.
__________________
Lampaan.
|
![]() |
|
Jullie houden je allemaal niet aan de gegeven beginzin
![]() Nou, ik zal het goede voorbeeld geven ![]() De middag lag als een grauw grijs beeld voor me, gevuld met computerschermen en verveling. Het enige wat ik kon doen, was computeren en me vervelen. Er was niemand thuis, en dat was vreemd voor me. Ik was gewend altijd mensen om me heen te hebben, altijd tegen iemand aan te kunnen praten, altijd gezelschap te hebben. Vervelen was iets wat ik nauwelijks kende; ik had er eenvoudigweg nooit tijd voor gehad. Ik zette de computer uit en probeerde mijn gedachten te laten zwijgen, wat me natuurlijk niet lukte. Ongewild merkte ik van alles op: de zon scheen niet, er lag een barbie op de vloer, mijn kat liep over de rugleuning van de bank, enzovoort. Het was zo'n typische middag, met een grijze lucht en een statische stilte. Pas toen ik naar buiten liep, merkte ik dat het toch niet zo'n soort middag was. Binnen stond de stilte misschien stil, buiten niet. Ook al hoorde ik niets, de lucht leek te bewegen en te trillen. Het was meer een soort opzwepende rust, al klinkt dat vreemd. Ik had zoiets nog nooit meegemaakt, en toch was ik heel vaak buiten. Men vond mij altijd al een buitenkind, sinds ik klein was kon je me altijd in bomen vinden. Nu was ik anders geworden, nog steeds was ik verzot op de natuur, maar liever lag ik in het gras om één te worden met mezelf en de sprietjes die in mijn rug prikten. Daar werd ik rustig van. Zogauw ik in het gras lag, voelde ik de verveling uit mijn lichaam wegstromen. Zie je wel, ik kon me helemaal niet vervelen. Sorry voor het onzinnige&onsamenhangende geheel, ik ben duidelijk niet zo goed in staat om een rond verhaal te schrijven als EggeD.
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
|
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
|
Mwah, niet helemaal m'n bedoeling, maar toch...
De middag lag als een grauw grijs beeld voor me, gevuld met computerschermen en verveling. Hoe was ik in godsnaam in deze wereld terecht gekomen? Wat had ik hier in godsnaam te zoeken? De ICT-bussiness had mij niets te bieden. Ik had groot willen worden, als Bill Gates of Steve Wozniak. Nee, daarvoor was geen ruimte. De enige ruimte die er nog voor mij was, was een achterkamertje zonder ramen, twee bij twee, en het beeldscherm dat voor me stond draaide nog niet eens op 30 Hz. Ik moest het maar doen met een 486, Hewlett Packard. Loom en lui keek ik naar de stroom van vage tekens die aan mij voorbij schoten. 'c:\CD koffie' schoot er door mijn hoofd. 'c:\koffie\DIR' Volume in drive C is SYSTEM Volume Serial Number is 3370-1337 Directory of C:\Koffie . &nb sp; & nbsp; <DIR> 12-04-97. .. &n bsp; <DIR>   ; 12-04-97.. ZWART KFF &n bsp; 1,497 & nbsp; 12-04-97 zwart.kff ZWARTM KFF & nbsp; 1,727 12-04-97 zwartmelk.kff ZWARTS KFF & nbsp; 1,598 12-04-97 zwartsuiker.kff ZWARTM KFF & nbsp; 1,948 12-04-97 zwartmelksuiker.kff HEETWA THE & nbsp; 864 &n bsp; 12-04-97 heetwater.the &nbs p; 5 file(s) &nb sp; 7,124 bytes &nbs p; 0 dir(s) 12,547,874 bytes free 'C:\zwartsuiker.kff' Er gebeurde natuurlijk niks. Even bewoog hij stom zijn hand naar zijn voorhoofd. Hij zeeg door zijn haar. Het zat helemaal in zijn kop gebrand, hij was een en al computer geworden! Wat moest er ooit nog van hem terecht komen?!! Even later vergat hij weer waar hij aan dacht. Vervolgens probeerde hij wat anders. 'cmd=koffie met suiker' ging er door zijn hoofd. Maar dit commando werd niet herkend. Op zijn scherm stonden nog steeds alleen maar enen en nulletjes. En ze bleven maar voortbewegen. Een eeuwige stroom. Maakte het eigenlijk wel uit of hij hier zat? Kon hij er uberhaupt iets aan doen, aan die eentjes en nulletjes? Wat als hij nou eens keihard op het toetsenbord ging rammen? 'Bam! Bam! Bam!' als hij dat nou eens deed? Even later hoorden ze uit de systeemkast een hels kabaal komen. De computers op het kantoor sloegen allemaal vast, en verbaasd kwamen tientallen medewerkers de gang in gelopen om te kijken wat er gebeurd was. Vlak nadat ze zich allemaal in die gang hadden opgehoopt kwam de baas uit zijn kantoor. 'Wat is hier in godsnaam aan de hand?' De werknemers waren al aan het kissebissen geslagen, en dat had hem meteen reden gegeven om zijn stem te verheffen. Het hielp wel, direct viel alles stil. Iedereen keek gespannen hoe hij zich naar de systeemkast werkte. Hij stak zijn sleutel in het slot, bewoog de klink omlaag, kwam een immense massa draden en snoeren, kasten en routers, die door de deur waren tegengehouden, naar buiten. Een tel later kwam tussen die snoeren een mager, uitgehongerd kereltje tevoorschijn. Zijn haar zat pluizig tegen zijn hoofd en verdwaasd probeerde hij zijn brilletje recht te zetten toen iedereen hem aankeek. 'Wie is dat nou weer?' riep de baas ontzet uit. 'en wat doet hij in Godsnaam in die kast?!'
__________________
Recht voor je raapje!
Laatst gewijzigd op 17-03-2005 om 20:39. |
![]() |
|
De middag lag voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen en verveling. Dat gebeurde de laatste tijd vaak. De laatste tijd wil zeggen: sinds alle twee mijn vriendinnen een vriendje hebben. Nu hoor ik er niet meer bij. Ze lopen samen naar het volgende lokaal, en als ik erna vraag zeggen ze dat ze mij vergeten zijn! Vanmiddag ook al, ze gaan met z’n vieren naar de film. Ik maak er wel de hele tijd grapjes over enzo, maar volgens mij nemen ze me niet serieus. Ik wou dat ze een keer wat minder aan die vriendjes van hun dachten.
Niet dat ik niet blij voor ze ben ofzo, maar ze hoeven mij toch niet te laten vallen voor een vriendje? Als ik later een vriendje krijg doe ik dat vast ook niet. Ik zet mijn computer aan en start MSN op. “eey, annalies”, zie ik op het beeldscherm verschijnen, “Tommie is toch zoooo liev!” Nee he, hier heb ik echt geen zin in. “Sorry, ik moet gaan” typ ik en snel sluit ik MSN af. Geen computer dan maar. Ik ga op bed liggen en pak een boek. “ ‘Oh John’, sprak zei en sloot hem in zijn armen. ” Ik leg het boek weg en ga rechtop zitten. Wat zou ik verkeerd doen? Of ligt het niet aan mij. Is verliefd zijn echt zo erg? Dat kan toch haast niet? Ik wou dat ik ze wat beter begreep, misschien moet ik me wat meer inleven. Ik pak het boek weer en lees verder. Geen commentaar ![]() ![]() @ Zut Alors! Hihihihi hahahahahihiha *rolt over de vloer van het lachen* Ik weet nihihit wahahaaarom, maar ik vind het een heel grapihihihig verhaaltje
__________________
Always look at the bright side of life!
|
![]() |
|
Graag commentaar. Dat heb ik wel nodig.
![]() De middag lag voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen en verveling. Ik had nog veel te doen, maar de gedachte aan al dat opgestapelde werk zorgde ervoor dat ik mezelf er niet toe kon zetten. Alles werd uitgesteld tot later, zoals gewoonlijk. Ik staarde loom naar het scherm, waar de letters en kleuren chaotisch door elkaar dansten. Na dat een een paar minuten geamuseerd aanschouwd te hebben, besloot ik dat een grote mok chocolademelk me veel goed zou doen. Ik sprong op van mijn stoel en begaf mezelf naar de keuken. Plotseling vulde een vrolijke melodie de kamer. Mijn moeder sprong op en snelde op en neer door de kamer om haar telefoon te zoeken, die ze waarschijnlijk op een onvindbare plek had achtergelaten. Ze vond hem onder een laag papier en haar gezicht betrok toen ze zag wie belde. Ik hield de lepel trillend een aantal centimeters boven de dampende melk, terwijl de ontsteltenis in mijn moeder’s stem duidelijk hoorbaar was. Mijn hart leek een aantal sprongen over te slaan. Ik liet de melk voor wat het was en liep naar mijn moeder toe, die intussen de telefoon had neergelegd. Er waren geen woorden nodig om te weten wat er zojuist verteld was. Het was gebeurd. Zonder iets te zeggen pakten we onze jas en trok ik de deur met een klap achter me dicht. ‘Het is net alsof ze slaapt, hè?’ ‘Mooi,’ klonk het instemmend. Al die zinnen waren niet in staat tot me door te dringen en gleden van me af als een zijden doek. Ze vormden een poel van losse en nietszeggende woorden aan mijn voeten. Ik voelde hoe ik langzaam weg dreigde te zakken en stapte weg, voordat het alle kleur in mij weg zou zuigen. Geruisloos liep ik naar het bed, hoewel dat volkomen onnodig was. Met mijn handen de stalen bedstang steving omklemmend, staarde ik naar het bewegingsloze lichaam. Ze hadden haar ogen dichtgedaan. Met een weke glimlach streek ik vluchtig met een hand over haar ijskoude wang. Ze lachte. Waarom zag niemand dat? Er werd luidruchtig op het raam getikt. Ik schrok op uit mijn peinzende gedachten en zag twee lichtgrijze duiven doodstil achter het met vingerafdrukken bevuilde glas zitten. Ze staarden onophoudelijk naar binnen, alsof ze het tafereel nog nooit hadden gezien en het in zich op probeerden te nemen. Dat was niet zo. Woede begon te borrelen en verspreidde zich razendsnel door mijn gehele lichaam, tot aan mijn vingertoppen toe. Ik wist wie ze waren. Ze hadden haar opgewacht en haar meegenomen. Zij waren degenen die haar van ons af hadden genomen... Twee handen pakten me bij mijn schouders en probeerden me zacht dwingend mee te trekken. ‘Kom maar mee, het is goed zo,’ klonk het sussend achter me. Ik wou nog helemaal niet gaan, maar wist dat dat het beste was. Gewillig liep ik met mijn moeder richting de openstaande deur. Een laatste keer keek ik om, in de kinderlijke hoop te zien dat alles weer was zoals het hoorde te zijn.
__________________
Ford, you're turning into a penguin. Stop it.
Laatst gewijzigd op 17-03-2005 om 17:22. |
Advertentie |
|
![]() |
||
Citaat:
En danke ![]()
__________________
Ford, you're turning into a penguin. Stop it.
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() *hier een zin, maar komt alleen aan via PM ![]() Verder, zie je wel dat je het kunt? ![]() ![]() EDIT: Grim gaat voor een tweede verhaal. Laatst gewijzigd op 17-03-2005 om 18:46. |
![]() |
|
Verwijderd
|
De middag lag voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen en verveling. Er waren zoveel dingen die ik zou kunnen doen, maar ik had nergens zin in.
Ik had het staren tot een kunst verheven, mijn dagdromen waren eindeloos. Mensen vroegen wat er met me was, maar ik haalde alleen mijn schouders op. Ze wilden wel luisteren, maar ik wilde niet praten, mijn verdriet niet delen. Mijn tranen waren van mij alleen, ik zou ze door niemand laten afpakken. Bloedzuigers waren het, als je iets vertelde dan herhaalden, ontleedden en analyseerden ze dat net zo lang, tot er van de inhoud niks overbleef. Dus zwijg ik. De deur valt dicht. Hij is weer thuis. Wetend wat me te wachten staat, sluit ik de computer af en sleep me naar beneden. Hij ruikt naar rook, naar drank, en vooral naar zweet. Walgend kijk ik naar zijn lichaam, de jaren die zich aftekenden op zijn voorhoofd, zijn dikke buik die over de bandplooibroek hing. Ik kijk naar buiten, het is bewolkt en de lucht is grijs, als mijn hart. Ik walg van alles, van hem, van de dingen die hij bij me doet en vooral van mezelf. Maar ik wil mijn verdriet niet delen, en ik zwijg. ---- Niet veel tijd gehad maarja ik vind hem ook weer niet heel erg slecht geworden.. Maarja misschien jullie wel natuurlijk ![]() |
![]() |
|
Verwijderd
|
De middag lag voor me uitgestrekt als een grauw grijs beeld, gevuld met computerschermen en verveling. Maar toen ik eroverheen probeerde te lopen, was het net warm zand. Het glom prachtig in de zon. De verveling hing als een dikke mist hoog in de lucht, eigenlijk waren het wolken. Het landschap scheen prachtig te zijn, maar de realiteit had het vernietigd. De tijd van computerschermen was voorbij, de tijd van het vechten deed net zijn intrede. De zon ging onder, ik hoorde schoten. Mijn naam is Michelle, ik ben vijftien jaar oud. Ik ben soldaat.
Weer zocht ik dekking tussen de stenen, in de verte werden loden kogels op me geschoten. Ze ketsten af, maar ik wist niet hoe lang ik nog zou overleven. Mijn ogen voelden groot, ik had ze wijd opengesperd. Mijn hart klopte in mijn keel, het pistool in mijn handen voelde loodzwaar. Ik hoorde mannen roepen, vrouwen gillen. Was dat de stem van mijn moeder, of was het mijn verbeelding? De zenuwen maakten me kapot, het voelde alsof ik ieder moment bewusteloos kon raken. Mijn vinger aan de trekker, als ik niet genoeg vijanden zou vermoorden, zouden ze mij vermoorden. Ik deed het niet graag, ik haatte wat ik deed. Maar ik had geen keus. Ik moest vechten voor mijn land. Weer dacht ik mijn moeder te horen, ik kroop voorzichtig tussen de stenen door en keek recht in de loop van een jachtgeweer. In een fractie van een seconde besefte ik dat het mijn einde was, héél even zag ik de bolletjes lood op mijn gezicht af komen, daarna was mijn besef weg. Het is niet goed wat je doet, je moet je meer geven. Hier, pak een nieuw wapen en ga terug, we kunnen geen verliezers gebruiken. Ga terug naar je stoel en ontspan je, in een mum van tijd ben je terug. Ik was weer terug, zag mijn lichaam liggen. Ik pakte de spullen die ik onderweg verzameld had en besloot te luisteren naar de raad die de leider aan me gaf. Even verderop zag ik een persoon die mij onbekend was. Ik kroop erop af, hoorde zijn adem. Hij ademde zwaar, was duidelijk buiten adem en misschien zelfs gewond. Dit rechtvaardigde het voor mij, ik pakte mijn pistool iets steviger vast en schoot. Ik voelde me schuldig, een stukje menselijkheid passeerde me, wetend dat het me voor altijd kwijt zou zijn. Ik besloot erop te schieten, misschien zou ik het raken, maar mijn kogels raakten enkel lucht. Als een marionet herlaadde ik, zocht willoos een nieuw doelwit op. Ik rilde bij de gedachte aan kinderen die dit spelletje speelden, hoe dan ook. Dit was geen spel, dit was keiharde werkelijkheid. Je moet het meegemaakt hebben om te weten wat het is. Ik kwam in een stad, hield mijn oren gespitst. Sluipschutters waren dodelijk hier, dus je moest blijven bewegen en dekking bewaren. Ineens hield ik een nieuw wapen vast, het kwam uit het niets. Ik vervloekte mijn rol in dit spel, werd gevoerd naar het dak van een gebouw. Ik schoot, de huls viel op de grond met het typische geluid. Klikklik, ik wist dat ze ervan genoten. Ik schoot opnieuw, mensen hadden hier niet door wat persoonlijkheid is. Ook ik had een leven. Helaas waren er maar weinig mensen die dat beseften. Ik rende zonder te beseffen over de daken, had ieder moment geschoten kunnen worden, maar dat maakte niets uit. Ik was zo vervangen, net als iedereen. Ik hoorde voetstappen achter me, maar was niet bij machte om me te bewegen. Ik was niet de baas, zij waren de baas. Een klap, ik was dood, zij waren game over. Ik voelde een lichte siddering door de elektronica gaan en was blij dat ik maar data was. Ze zouden me nooit kunnen raken. |
![]() |
|
*citeert van MSN*
Mirruh - Koekje erbij? zegt: er zijn er tiren geweest! Mirruh - Koekje erbij? zegt: mag ik een nieuwe beginzin verzinnen en jij, als topicleider, schrijft hem dan op Mirruh - Koekje erbij? zegt: ok? Roos . - * Trampoline&toneelweekend... zegt: janee, die moet de laatste verzinnen, maar goed, jij mag Grimmie, je was de nieuwe beginzin vergeten ![]() Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Gaat uw gang ![]() ![]()
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
Laatst gewijzigd op 17-03-2005 om 19:39. |
![]() |
|
Nu ga ik commentaar geven op verhaaltjes
![]() @ Zut Alors!: Telnet? @ shining_fury: Sorry ![]() @ Cethlion: Ik zweef. Nee, even serieus: mooi. @ Kristaco: Hm. Ja. Het lijkt op mijn verhaaltje voor geschiedenis, maar dan anders. Positief bedoeld ![]() @ Grim: Vreemd, wel goed ![]() Nu zie ik trouwens dat er elf verhaaltjes met dezelfde beginzin waren, als je die van EggeD meetelt ![]() Edit: @ Mijn*: Ik heb alle verhaaltjes na die van mij gedaan. Nja, omdat je het zo graag wil ![]() ![]() ![]()
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
Laatst gewijzigd op 17-03-2005 om 19:44. |
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() @ mirre: oké dan ist goed |
![]() |
|
Verwijderd
|
Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje.
Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje.,Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. vMijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje.Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje.... Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. vMijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. -------------------------------------------------------- EggeDstyle. |
![]() |
|
![]() |
Snel geschreven, niet erg goed dus. Eigenlijk slecht
![]() Maar ja, aangezien ik beter wil gaan schrijven, probeer ik om veel te oefenen. Dus vergeef me mijn verhaaltjes die niet erg goed/nuttig zijn ![]() Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Dan zou ze eerst moeten krimpen. Of, beter gezegd, zo’n 300 kilo moeten afvallen. Nou, oké. 300 is misschien wat overdreven. Maar toch minstens 50. Gelukkig is ze wel groot genoeg voor mij. Mijn zusje is geen gewoon zusje. Ze is groot, ze is gigantisch… En ze is lelijk. Ze is, met andere woorden, helemaal mijn tegenovergestelde. Ik, een knappe jongeman van 17. Ik ben, met mijn 65 kilo, helemaal niet zwaar, integendeel. Zij wel. Zij weegt, schat ik, zo’n 130 kilo. En, dat kan ik je verzekeren, dat is zwaar! Zeker als ze op je voet gaat staan, zoals daarnet. “Hé, ga daaraf!” schreeuwde ik. Maar denk je dan dat dat helpt? Tuurlijk niet. “Neehee”, grijnsde ze treiterig, “alleen als jij sorry zegt!” “Sorry?” piepte ik. Piepen, ja. Want, ook al stond ze allemaal maar op mijn voet, toch werd me de adem benomen. Ze is echt groot en gigantisch, weet je! Ze torende helemaal boven mij uit, en ik kon niets meer zien buiten haar gigantische boezem, die recht in mijn gezichtsveld hing. Links en rechts van haar kon ik niets zien, daar was ze te breed voor. En ja, ik kon nog wel naar boven kijken. Maar da’s ook niet echt een aangenaam zicht, haar vadsig gezicht met al die pukkels. “Sorry, ja. Sorry omdat je me altijd uitlacht, sorry omdat je me dik noemt!” “Oké, oké, sorry! Je bent niet dik, je bent graatmager! Ga je er nu af?” Ze gaf me minachtend een duw tegen mijn schouder en ik strompelde achteruit. “Mager skelet”, mompelde ze. “Dikke boerin”, mompelde ik terug. Ze keek me aan en zette dreigend een stap in mijn richting. Ik draaide me om en liep zo hard ik kon naar boven. Ze volgde me, haar voetstappen daverden op de trap. Gelukkig was ze, door haar gigantische omvang, niet erg snel. Ik was dan ook ruim voor haar op mijn kamer. En nu zit ik dus hier, in mijn kast. En hoop ik dat ze me niet vind. Zo’n gigantisch zusje is echt niet leuk, weet je. |
![]() |
|
Verwijderd
|
Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Althans, niet groot genoeg voor mijn spullen plus zusje. Dat ging niet. Erg veel zin om mijn kast uit te ruimen had ik niet, dus het moest maar anders.
Bloederige gedachten vol in stukken gesneden zusjes, maar zoals mijn vorige stukje al beschreef, zou een zusje in stukjes teveel stukjes zijn om te tellen, of om in mijn kast te doen. Daarnaast zou ik haar nooit kunnen vermoorden, ze was te sterk en te groot. Het mes zou kromtrekken door al die pukkels. Ik verzon een gemeen plan, dat ik later op de dag ten uitvoer zou brengen. Ik lokte mijn zusje naar mijn kamer met chocola, de chocola was de reden van haar pukkels. Ze kwam mijn kamer in gelokt door de geur en snel stak ik een reep chocolade in haar achterzak. Ze merkte niets door al het vet, en het feit dat ze me door haar dikke boezem nooit zag. Ze rook de chocola, maar haar dikke armpjes konden er niet bij. Dus bleef ze rondjes lopen, net zo lang tot ze zo dun was dat ze de chocola kon pakken. Dat zou ze doen. Nu is ze nog steeds bezig. Volgend jaar ook nog. Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje, maar mijn kamer gelukkig wel! Aan Saarah. |
![]() |
|
Mijn kast is niet groot genoeg voor mijn zusje. Daarom is het nu mijn kast. Vroeger stond hij bij m’n zusje op de kamer, maar sinds ze denkt dat ze in de pubertijd zit, zijn er zo veel schoenen bij gekomen, dat het niet meer paste. De kast was te klein.
Nu gebruikt ze de kelder. Mijn kelder. Waar mijn biljarttafel stond. Waar mijn strips lagen. Maar nu, nu liggen er schoenen, want de kast is te klein. Mijn strips zijn weggegooid, mijn biljart op z’n kant gegooid. In ruil daarvoor kreeg ik haar kast, die te klein was. Ik hou niet zo van mijn zusje. Alles is te klein voor haar. Haar kamer is te klein, ze wil een andere, die van pap en mam als het kan, en anders de garage. Haar bed is te klein, ze wil een tweepersoons, een met gordijnen, kingsize. Zelfs haar knuffels zijn te klein, ze wil een reuzeteddybeer, zo een als bij de bibliotheek ligt, waar je op kan zitten, je onder kan verstoppen. Soms heb ik de neiging haar iets aan te doen. Gewoon, omdat ze zo’n verwend nest is. Maar daar komt natuurlijk nooit wat van. Hoe vervelend ze soms ook is, ze is en blijft m’n zusje. Mijn zusje is trouwens ook nogal een onbeschoft mensje. Haar biefstukje is te klein voor haar? Dan pakt ze de mijne. De batterijtjes van haar mp3 speler zijn op? Dan pakt ze de mijne. Of nee, nu niet meer. Het geheugen is te klein. Maar daar heeft ze wat aan gedaan. Toen haar vriendinnetje een Ipod had gekregen, heeft ze die gepakt. Nu is die ook niet goed meer, er zit een krasje op. Mijn zusje is een zeurpiet. Ze stelt zich aan, overdrijft altijd alles. Maar in één ding had ze wel gelijk, mijn kast is te klein voor haar, haar linkerarm steekt er nog onderuit. ------ En nu mag ik hier ook commentaar geven toch? Laatst gewijzigd op 17-03-2005 om 21:03. |
![]() |
||
Citaat:
__________________
Recht voor je raapje!
|
![]() |
||
Citaat:
Het is wel onduidelijk ja, suggesties? |
![]() |
|
|
![]() |
||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
De Kantine |
Saaitradar24.com #1801 ßuerp | 500 | 26-03-2013 10:02 | |
Games |
Kotor II Verwijderd | 86 | 20-03-2005 13:44 | |
Verhalen & Gedichten |
[Verhaaltjes rond een beginzin] Roosje | 48 | 14-03-2005 15:52 | |
Games |
Baldur's Gate II Verwijderd | 36 | 21-10-2004 15:51 | |
Games |
Gothic II NG | 8 | 19-09-2002 22:54 | |
Games |
Ik heb net de demo van Star Trek Armada II te pakken gekregen Obi Wan | 1 | 15-12-2001 13:05 |