Ik kijk naar de grond zo'n 3 meter onder mijn voeten. Angstig grijp ik het kozijn van mijn raam steviger vast. Als ik nu val, breek ik minstens een been. Maar dat is niet het ergste. De grond begint te trillen, mijn oude buurvrouw kijkt verbaasd om. Een kudde uitzinnig schreeuwende fans komt de hoek om gegaloppeerd. "IK WIL EEN STUKJE HAAR", hoor ik iemand uit de menigte al van ver roepen. Snel krabbel ik met mijn laatste krachten mijn kamer binnen en net voordat mijn teen het raam ingaat, gooit mijn oude, yakultdrinkende, buurvrouw haar tasje in mijn richting. Deze valt zo'n 20 centimeter verder weer op de grond en blijft daar lusteloos liggen, om vertrapt te worden door mijn fans. Woedend smijt mijn buurvrouw het flesje yakult erachteraan, dat hetzelfde lot als het tasje ondergaat.
Met een zucht land ik op mijn bed en sluit het raam. Ik rijk uit naar de 2 meter lange afstandsbediening op mijn nachtkastje en druk op een van de miljoenen knopjes. Een kogelbestendig luik rolt naar beneden voor mijn raam. Ik duw op een knopje links ervan en een zacht jazzmuziekje vult te kamer. Ik leg mijn hoofd zachtjes op mijn satijnen kussen om heel even weg te dommelen in mijn eigen wereldje. Als ik mijn ogen weer open doe, schrik ik hevig, omdat er een duister figuur over me heen staat gebogen. Ik gil om de beveiliging, maar stop als ik zie dat het mijn schoonmaakster is. Ze kalmeert me en vraagt of ze hier even mag stofzuigen. Ik geef haar een standje en vraag haar wat ik gezegd had over De Heerseres storen tijdens belangrijke zaken in deze kamer. Schuldbewust kijkt ze me aan en ik geef haar een aai over de bol en zeg dat het wel goed is.
Ik stap mijn kamer uit en word er bruut aan herinnerd dat buiten mijn kamer geen geluidsbestendige muren zijn. Het gegil van fans is oorverdovend. Ik ren met mijn vingers hard tegen mijn trommelvlies gedrukt de trap af en open het hek dat de trap van de benedenwereld scheid. Ook bij de tussendeur is een ingewikkelde code vereist. Als de wereld in de woonkamer voor me opengaat, wil ik het liefst gillen. Bloederige fans staan tussen stukken glas, van de kapotgeslagen ramen, de meest idiote dansen te doen. Op het aanrecht draagt een volledig in het wit geklede jongen een van mijn stukken voor. Een paar fans zijn obsessief de stukjes glas van mijn raam aan verzamelen en ze in luchtdichte zakjes aan het doen. Als ze een groot stuk glas vinden ontstaat er een gevecht waarbij de rest van het glas als wapen dient. Spoedig vliegt bloed in het rond, tot er een bebloed meisje als winnares uit komt. Met de blinkende ogen van Golem kijkt ze naar het grote stuk glas en doet het in een speciale zak die weer in haar bebloede rugzak verdwijnt. Ze springt net op tijd opzij voor een jongen die in duikvlucht naar het glas sprong. Dezelfde jongen die zonet mijn stukken stond voor te dragen. Hij landt ongelukkig genoeg midden in het glas..Hij heeft nergens last van hij staat op en begint te zingen: "Ziet mij, hoort mij, ik die ben bedekt met het eigendom van onze Heerseres".
Dit is het toppunt, ik sta volledig verbijsterd, met een druppeltje kwijl op mijn kin, het tafereel te aanschouwen. Ik ben, tot mijn geluk nog niet ontdekt. En dan, precies op het moment dat ze mij ontdekken, ontwaak ik uit mijn verstarring. Onze blikken ontmoeten elkaar op het gezamenlijke hoogtepunt van paranoia. In een gezamenlijke sprint rennen de fans op me af en ik ren snel de deuropening uit naar links. Daar, daar hangt het; mijn mooie glimmende samoeraizwaard. Het kostte me 20000 euro en het is een origineel zwaard, gebruikt door een echte krijger. Het bloed van zijn slachtoffers kleeft er nog aan. Dat ze dit nog niet hebben gevonden is een wonder, maar ik maak er dankbaar gebruik van. Ik pak het zwaard vast en sta stil. Mijn fans vormen een kring om me heen en beginnen druk te fluisteren. "We verdelen de nagels in stukjes, en ehm, het was jouw idee, dus jij mag het hart". Ik laat me op mijn knieën zakken en richt mijn hoofd ten hemel. "Waar zijn jullie nou in godsnaam mee bezig" Schreeuw ik uit. Alle blikken op mij. "Kut", fluister ik zacht. Langzaam krimpt de kring.
Ik kijk van het glimmende zwaard naar de krimpende kring en het zwaard flikkert weemoedig terug. We weten het allebei er is nog maar 1 uitweg.
Ik adem diep in en begin onder luid gekrijs met het afslachten van de voorste rij. Het vochtige bloed vermengt zich met het opgedroogde op mijn zwaard, en wekt het weer tot leven.
Stroom, bloed, stroom, ga waar je niet mag komen.
De laatste zinnen verloren hun kracht een beetje, maar ik weet niet zeker hoe ik die kan verbeteren. Ideeën?
__________________
Your only friends are make believe
Laatst gewijzigd op 08-12-2005 om 21:03.
|