Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 04-07-2005, 14:11
joes
Avatar van joes
joes is offline
iets kinderlijker hoor

Het geschrift begint zo:

“Twee broers op dezelfde dag geboren, in hetzelfde uur. Vol pracht en praal voor het volk gekozen. Twee zoons van de koning, klaar voor avontuur. De oudste was de wijste niet maar wel de sterke hand. Samen bouwden ze een rijk. Met plaats voor ieder in de stad, of trekkend door het land. Kovi bracht de bouw tot stand, en Voika genoot van de natuur.”
Daarna komt er een heel ingewikkeld stuk, dus ik zal het gewoon aan je uitleggen nu. Kovi en Voika bezitten samen kilometers aan land, door erfgoed of gewoon weg veroverd. Kovi vestigt dorpjes waar hij komt en regeert die met sterke hand. Maar zijn broer, de wijze Voika, geniet van de natuur, kent elke plant en ster in de hemel. Het stuk land dat de broers hebben wordt zo verdeeld tussen de steden met hun prachtige bouwwerken en de rondtrekkende mensen, afhankelijk van de natuur. Alles is in evenwicht. De stads mensen worden in de volksmond al snel de Kovi genoemd en de rondtrekkende, natuurlijk de Voika. Zoals je bij de Kovi verschillende steden hebt, heb je bij de Voika ook verschil, in groepen, in leefruimtes. Kovi trouwt en krijgt een zoon (Najo), Voika trouwt ook en krijgt een zoon (Seiko) maar zijn vrouw overlijdt al snel. Dus Seiko gaat naar Kovi, opgroeien op een vaste plek is beter, en daarbij is Kovi’s vrouw een goede moeder. Seiko wil bevriend zijn met Najo, maar deze wordt jaloers. Seiko heeft namelijk het recht op de troon, hij is degene van 3 maanden ouder. Hoe groter Najo wordt, hoe jaloerser. Seiko besluit, om de vrede te behouden Najo de troon aan te bieden. Deze twijfelt niet, Voika’s hart slaat over als hij dit hoort en keert snel naar Kovi’s huis terug. Maar Kovi wilt zijn zoon een kans geven en treed af en dwingt Voika dit ook te doen. Najo stuurt eerst ridders achter Seiko aan maar deze vlucht de grens over. Vanaf dat moment roept Najo alle Kovi’s op om de Voika’s op te jagen en doden, zodat elke kans op een Voika-leider weg zal zijn.

De Voika stam waar ik over zal vertellen is de Serrah-stam. Zij zitten in het Valsmergebied en reizen in een groot stuk vlakland. Tussen die gebied en de grens zitten enkel de verraderlijke bergen. Op de avond dat Najo alle Kovi’s oproept om de Voika’s te verdrijven, begint ook mijn verhaal.

eerste deel : Het begin van het einde voor voika’s
De Serrah stam was maar een klein kamp, een groep van zo’n 20 mensen, ik weet het niet precies. Zes wagens stonden in een ronde, dienend als bescherming voor zijn ‘bewoners’.
Deze avond mengde het oranje gekleurde vuur zich met de kleuren van de ondergaande zon. Sommige kleine vonkjes sprongen weg van het grote vuur en vielen neer in het gras. Seina lag met haar hoofd op de schoot van haar opa, Venka. Deze zat rustig het vuur op te stoken terwijl Kaja, Seina’s moeder, hun woonwagen opknapte. Venka bewoog zachtjes heen en weer en mompelde een lied, zingen was niet zijn sterkste kant. De vrouwen in het kamp kwamen een voor een tevoorschijn en lieten hun werk achter. Ze gingen ook rond het vuur zitten en begonnen gesprekken met elkaar over het weer, de was, de rivier, het gras, hun mannen, hun zonen en dochters. Seina lachte in zichzelf, wat was er toch veel onrecht in de wereld. Kaja kwam er ook bij zitten en aaide over Seina’s hoofd, “hoe is het met je hoofdpijn?”zei ze. Venka grinnikte en Seina voelde hem wat verschuiven “Ja Seina, hoe is het nou met je?”. Seina sloeg haar ogen op en keek haar moeder onschuldig aan “Ja” zei ze op een zwakke toon, “het gaat wel weer hoor, nog wat zwaar hè” Kaja fronste haar wenkbrauwen en zuchtte diep “toevallig toch, dat je altijd zoveel hoofdpijn en rust nodig hebt, op het moment dat we gaan wassen of opruimen”. Venka grinnikte weer. Hij wilde net wat zeggen toen er vanaf achter een stem zei: “Zeg meissie, ik weet niet hoor, maar je neemt zo liggend wel mooi míjn plaats voor het vuur in”. Seina rolde om en keek recht in het vrolijke gezicht van Mena .Die stak haar tong uit naar Seina en begroette de andere vrouwen bij het vuur. Seina ging rechtop zitten zodat er plek naast haar was maar Venka keek om en lachte “ nee Seina, schuif jij maar die kant op, ik wil die mooie meid wel naast me”. Mena lachte en knipoogde naar Venka, die helemaal glunderde. Mena legde haar blote voeten voor het vuur. “Ik ben moe, mijn voeten doen pijn van het lopen en ik heb veel gewassen vandaag. Ik kan niet wachten tot ik met Nevai getrouwd ben, mag hij mooi mijn voeten masseren”. Ze trekt een voldaan gezicht en valt terug in het gras.
Seina kijkt naar haar, zo rustig. Dat ze het niet eng vindt om zomaar haar vrijheid op te geven voor één iemand. Zij durft het eigenlijk niet en stelt het steeds maar uit. Gelukkig wil Lonka wel wachten. Ze went haar blik van Mena af en kruist die van Venka. Zijn ogen kijk haar doordringend aan. Seina’s gedachten veranderen meteen en ze legt haar voeten ook voor het vuur “nou, anders ik wel hoor!”. Venka maakt een sarcastisch geluid en Kaja kijkt op “Jij moe? ben je mal! Je bent zeker zó lui, daar ben je vast moe van. Dat kán het enige zijn, zo’n vrouw wil Lonka vast niet eens”. Mena lacht en knikt instemmend terwijl ze in Seina’s ogen kijkt. Seina lacht niet maar kijkt verontwaardigd. Venka maakt weer een sarcastisch geluid maar voegt er dit keer een paar woorden bij: “Die Lonka moet blij zijn dat hij met haar mág trouwen”. Seina voelt iets borrelen in haar maag en boos kijkt ze naar Venka “niemand is te min voor iemand, Venka”. Venka kijkt haar aan en glimlacht “was Lonka maar zo wijs en sterk als zijn vader, Sverre, was hij maar net zo avontuurlijk, dán was hij misschien goed genoeg. Maar agh, je blijft mijn kleine meisje”. Uit een van de woonwagens klinkt wat gestommel en even later springt er een gedaante uit “Wat is er met mijn Sverre, Venka?”. Venka opent zijn mond maar Kaja tikt hem aan en laat hem zwijgen. Ronja gaat naast Kaja zitten en zegt: “Mijn Lonka is net zo wijs als zijn vader, hij moet alleen nog groeien en leren.” Kaja knikt instemmend en geeft Seina een geruststellende knipoog. Deze zucht diep en valt neer naast Mena in het gras. Die slaat haar arm om Seina’s middel en fluistert “agh meisje, hij houdt van je, en jij toch van hem? Negeer ze gewoon”. Seina staart verbeten naar de sterren en Mena kijkt haar bedenkelijk aan. Seina merkt dat ze iets wilt zeggen maar toch telkens haar mond houdt om een betere manier te vinden, om het te zeggen. Ze weet toch al wat Mena wilt zeggen, en ze weet haar eigen antwoord er op ook al. “Vertel mij nog eens waar die ster van jou en Nevai ligt?” vraagt ze om het onderwerp te veranderen. Mena glimlacht opgelucht en begint in de lucht te wijzen.

Moe valt Seina naast Lonka neer. Hij lacht en geeft haar even een knuffel. Nog na hijgend kijkt Seina Lonka aan en lacht terug. Dan geeft ze hem een kusje op zijn wang. “Kom op Seina!” hoort ze Mena roepen. Ze kijkt op en lacht hardop. Mena staat nog als een gek om het vuur te dansen. “Ben je nou nog niet moe?” roept Nevai haar toe, en hij zucht diep. Mena steekt haar tong uit en danst naar Nevai toe. “Toe, doe dan mee Nevai!”. Lonka lacht en staat op. “We geven het goede voorbeeld, kom op Seina”. Hij wacht niet op een antwoord maar trekt haar op en sleurt haar de kring in. Draaiend rond het vuur gilt Seina het uit van het lachen. Mena haalt Nevai over en gooit hem de kring in. Na een halfuur vallen ze uitgeput achterover in het gras. Seina gaapt en besluit naar bed te gaan. Nog een kus en langzaam loopt ze naar Venka en Kaja, om hen een goede nachtrust te wensen. Lonka volgt haar, van haar moeder, naar haar opa, en vervolgens naar de woonwagen. “Ze kijkt geen enkele keer om” zucht hij. Mena en Nevai kijken op. Mena bijt op haar lip en staart naar haar voeten maar Nevai schudt zijn hoofd. “Je ziet dingen die er niet zijn Lonka, jullie horen bij elkaar, dat is zo besloten”. Lonka knikt langzaam. “Maar is er ook liefde?”. Nevai zucht geïrriteerd en knikt. “Natuurlijk, zij is, afgezien van Kaja, de belangrijkste vrouw van ons kamp. Ze weet wel, wie ze kiest Lonka”. Achter hen horen ze wat geritsel en geschrokken kijken ze alledrie om. “Ton?” zeggen ze verontwaardigd.
__________________
You're such a fucking freakshow
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 04-07-2005, 14:44
kikounette
Avatar van kikounette
kikounette is offline
OMG!!
zelf geschreven??
__________________
peng you
Met citaat reageren
Oud 04-07-2005, 18:38
joes
Avatar van joes
joes is offline
hehe, ja

Ik had niet verwacht dat het enthousiast ontvangen werd, khad eigenlijk meer negatieve reacties verwacht. Dus heel erg dankjewel !

Tis een beetje een uit probeer verhaal, omdat ik normaal niet echt van die iets kinderachtigere verhalen vertel. Moet ik met meer komen? keb het verhaal al uitgewerkt, maar nog niet geschreven zegmaar
__________________
You're such a fucking freakshow
Met citaat reageren
Oud 05-07-2005, 13:28
Boate Bob
Avatar van Boate Bob
Boate Bob is offline
Je begint bijna elke zin met een naam, dat vind ik nogal storend. Voor de rest te kort om inhoudelijk goed te kunnen beoordelen. Zet maar wat meer neer
__________________
All messed up and I don't care, so come on and take off your underwear!
Met citaat reageren
Oud 08-07-2005, 15:21
joes
Avatar van joes
joes is offline
Aangedaan kijkt het hele kamp Ton aan. Hij is de leider van de Ronah-stam en eens in het jaar komen ze samen en vieren ze feest. De verjaardag van Voika en Kovi. Maar nu is die verjaardag niet, hij moet nog komen, is net geweest. In het kort vertelt Ton hoe zij dichtbij een dorp stonden en opeens belaagd werden door de Kovi’s. Aangevallen, ‘alsof we ratten zijn’. Sverre en Venka nemen de mensen die nog over zijn van Ronah-stam op in hun kamp en besluiten te rusten, met vier mannen telkens op wacht. Ton verontschuldigt zich maar daar wilt niemand wat van horen en ze sturen hem en de anderen van zijn stam naar hun wagen. Ze hebben rust nodig.

De nacht verloopt veilig, en de zon komt ’s morgens gewoon rustig op en wekt iedereen. Ook de bewakers. Seina stapt de wagen en uit kijkt tevreden rond. Maar..? Er staan twee wagens teveel, de wagens van de Ronah-stam. Ze wrijft nog een keer in haar ogen en haalt dan haar schouders op. Ze loopt naar de kuip met water voor de vrouwen en wast haar gezicht. Ze ademt vervolgens de frisse lucht in en zoekt een plekje in de zon. Rustig legt ze zichzelf neer op het gras en geniet nog na van haar dromen. Langzaam begint het leven in het kamp weer, de mannen en vrouwen komen uit de wagens en beginnen op te ruimen. Moe staat Seina op en loopt naar Kaja toe, die haar commandeert de wagen binnen schoon te maken. Met een kwaad gezicht loopt seina naar haar wagen en stapt erin. Eerst maakt ze haar bed op, dan die van Kaja, en daarna die van Venka. De helft van de rommel duwt ze in het rechter laatje onder haar bed en de andere helft in het linker laatje. Tevreden glimlachend kijkt ze vijftien minuten later naar de, wat oogt, schone wagen. Kaja komt binnen en glimlacht naar Seina. “Mijn lieve dochter! Zie je, je kan zelfs opruimen”. Seina stapt voldaan de wagen uit en helpt Venka met de paarden. Dan ziet ze verderop drie gedaantes lopen, vrolijk rent ze ernaartoe en begroet hun uitbundig. “Wat vertrekken we vroeg vandaag he”, zucht ze. Lonka, Mena en Nevai kijken haar verontwaardigd aan. “We vluchten Seina”, fluistert Mena haar toe. Seina kijkt niet begrijpend van de een naar de ander. Dan pakt Lonka haar hand en legt voorzichtig uit wat er gisteravond gebeurde en wat Ton vertelde. Hoofdschuddend kijkt Seina naar beneden en ademt even diep in. Ze bijt op haar onderlip. “En Lori? En Tonke? En.. En…”. Bij elke naam schudt Lonka zachtjes zijn hoofd, hij probeert met zijn ogen Seina’s blik vast te pakken maar Seina blijft verbeten naar de grond staren. Zoveel namen, zoveel mensen.. zoveel vrienden. Ze probeert de tranen tegen te houden die langzaam maar zeker tegen haar ogen gaan duwen. Ze vecht met ze, in gedachte vecht ze met ze.

“Seina!” wordt er vanuit het kamp geroepen. Lonka kijkt voor haar op en ziet Kaja verwoedt zwaaien met haar armen, boos schreeuwt ze Seina's naam. “Kaja?” zegt Mena verbaasd, “wat doet zij nou?”. Seina knippert even en een traan rolt over haar wang. Ze veegt hem snel weg en kijkt naar Mena, “wat zeg je nou?”. Mena wijst in de verte en Seina volgt de denkbeeldig lijn die haar vinger maakt. Dan ziet ze haar moeder, inmiddels springend van woede, wilde gebaren maken. “Oh nee” zegt Seina, “ze heeft de laatjes gevonden”. Snel rent ze richting haar moeder. Haar nakijkend, schudt Nevai lachend zijn hoofd. “Volgens mij ga ik haar nooit helemaal snappen”.
__________________
You're such a fucking freakshow

Laatst gewijzigd op 08-07-2005 om 15:27.
Met citaat reageren
Oud 08-07-2005, 16:05
joes
Avatar van joes
joes is offline
De lange rij van wagens wordt gesloten door die van Ton. Met goede moed leiden Venka en Sverre de wagens over het pad. De reis richting de Verradelijke bergen is begonnen. Langzaam voegen zich nog een paar stammen bij hun en de rij wordt nog wat groter. Vol spanning zit Seina voor op de eerste wagen, ze is nog nooit bij de Verradelijke bergen geweest en ondanks dat de naam iets gruwelijks vertelt, zijn ze ontzettend mooi. Althans, dat zegt Venka. De reis duurt nog lang maar ze wilt absoluut de eerste zijn die ze ziet, hun schoonheid. Lonka zit samen met Kaja en Ronja in de tweede wagen en Mena en Nevai zitten ergens in het midden. En zo volgen ze langzaam hun pad.

Tot opeens van achteren wordt geschreeuwd. Als in een reflex stopt Sverre de paardenn en kijkt achterlangs de rij van wagens. De laatste staat in de brand. Hij ziet het veld achter de wagens steeds zwarter van de mensen worden en zijn ogen worden groot. Seina ziet niets maar aan Sverre’s gezichts uitdrukking valt genoeg te lezen. We vluchten niet meer. “We vechten nu” hoort ze hem schreeuwen tegen Lonka. Venka grijpt de teugels van de paarden en drijft ze dichter naar het bos. Verward kijkt Seina naar wat er om haar heen gebeurt en haar ogen schieten van plaats naar plaats. “Nee” roept ze. Ze weet niet eens waarom. “Stop nou Venka!”. Maar Venka rijdt door. Wij vluchten wel.

Kaja en Ronja beginnen even later hun paarden ook aan te sporen, en volgen Venka. Vanuit het bos ziet Seina Mena wegrennen, richting haar. Verwoedt schreeuwt Seina haar naam maar ze weet dat het niet helpt. Hun wagen brand en Nevai rent het gevecht in. Mena rent met tranen in haar ogen verder, maar ze wilt niet rennen, niet zonder Nevai. Even blijft ze staan en draait zich om. Nog even kijken. Maar die laatste blik breekt haar hart. Niet vanwege Nevai, hij vecht nog steeds. Maar een pijl vindt zijn slachtoffer in Mena en doorboort haar hart. Seina verliest langzaam haar bewustzijn. Kaja kijkt om en ziet Mena vallen. “Mena!” schreeuwt ze. Ronja stopt de wagen en kijkt ook om. Snel!. Kaja springt van de wagen, Mena ligt niet zo ver weg, en rent er naar toe. Ze wilt haar snel optillen en meesleuren, maar ze ligt er zo stil bij. “Kaja! Kom, nu! Rennen!”. Ronja roept opeens hysterisch naar Kaja en geschrokken kijkt ze om, recht in de ogen van een onbekende man. “Nou zeg”, zegt hij zachtjes en voor ze het weet voelt ze zijn vuisten op haar neerkomen. Alles zwart.

Ze vechten dapper maar de tegenstanders zijn met teveel. “Kom op, naar die paarden”, roept Sverre naar Lonka en Nevai, die het dichtst bij hem staan. “Dat lukt niet!” roept Nevai kwaad. Sverre weet dat hij gelijk heeft. “Ga jij maar” roept hij naar Lonka, die het dichtst bij de paarden staat. Lonka neemt een sprint en bevrijd een paard van zijn wagen en springt op zijn rug. Nevai en Sverre blijven vechten. Sverre is getraind maar Nevai niet. Langzaam verliest hij zijn kracht, hij wordt moe. Zijn tegenstanders weten dat en putten hem met genoegen uit. Langzaam. Als Nevai even zijn aandacht verliest en op de achtergrond Ronja keihard hoort schreeuwen. Verliest hij alle hoop. Hij heeft Mena verloren. Vol woede gooit hij zich, in een laatste wanhopige poging, als een gek in de menigte van de tegenstander. Dit geeft Sverre een laatste kans en ook hij sprint naar een van de paarden. Die is allang blij los gemaakt te worden van zijn wagen en met Sverre op zijn rug rijden ze snel het bos in.

Daar liggen, uitgeput en gebroken, nu vijf mensen. Venka, Seina, Lonka, Ronja en Sverre(...).


daar blijft het even bij
__________________
You're such a fucking freakshow
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 00:05.