|
iets kinderlijker hoor
Het geschrift begint zo:
“Twee broers op dezelfde dag geboren, in hetzelfde uur. Vol pracht en praal voor het volk gekozen. Twee zoons van de koning, klaar voor avontuur. De oudste was de wijste niet maar wel de sterke hand. Samen bouwden ze een rijk. Met plaats voor ieder in de stad, of trekkend door het land. Kovi bracht de bouw tot stand, en Voika genoot van de natuur.”
Daarna komt er een heel ingewikkeld stuk, dus ik zal het gewoon aan je uitleggen nu. Kovi en Voika bezitten samen kilometers aan land, door erfgoed of gewoon weg veroverd. Kovi vestigt dorpjes waar hij komt en regeert die met sterke hand. Maar zijn broer, de wijze Voika, geniet van de natuur, kent elke plant en ster in de hemel. Het stuk land dat de broers hebben wordt zo verdeeld tussen de steden met hun prachtige bouwwerken en de rondtrekkende mensen, afhankelijk van de natuur. Alles is in evenwicht. De stads mensen worden in de volksmond al snel de Kovi genoemd en de rondtrekkende, natuurlijk de Voika. Zoals je bij de Kovi verschillende steden hebt, heb je bij de Voika ook verschil, in groepen, in leefruimtes. Kovi trouwt en krijgt een zoon (Najo), Voika trouwt ook en krijgt een zoon (Seiko) maar zijn vrouw overlijdt al snel. Dus Seiko gaat naar Kovi, opgroeien op een vaste plek is beter, en daarbij is Kovi’s vrouw een goede moeder. Seiko wil bevriend zijn met Najo, maar deze wordt jaloers. Seiko heeft namelijk het recht op de troon, hij is degene van 3 maanden ouder. Hoe groter Najo wordt, hoe jaloerser. Seiko besluit, om de vrede te behouden Najo de troon aan te bieden. Deze twijfelt niet, Voika’s hart slaat over als hij dit hoort en keert snel naar Kovi’s huis terug. Maar Kovi wilt zijn zoon een kans geven en treed af en dwingt Voika dit ook te doen. Najo stuurt eerst ridders achter Seiko aan maar deze vlucht de grens over. Vanaf dat moment roept Najo alle Kovi’s op om de Voika’s op te jagen en doden, zodat elke kans op een Voika-leider weg zal zijn.
De Voika stam waar ik over zal vertellen is de Serrah-stam. Zij zitten in het Valsmergebied en reizen in een groot stuk vlakland. Tussen die gebied en de grens zitten enkel de verraderlijke bergen. Op de avond dat Najo alle Kovi’s oproept om de Voika’s te verdrijven, begint ook mijn verhaal.
eerste deel : Het begin van het einde voor voika’s
De Serrah stam was maar een klein kamp, een groep van zo’n 20 mensen, ik weet het niet precies. Zes wagens stonden in een ronde, dienend als bescherming voor zijn ‘bewoners’.
Deze avond mengde het oranje gekleurde vuur zich met de kleuren van de ondergaande zon. Sommige kleine vonkjes sprongen weg van het grote vuur en vielen neer in het gras. Seina lag met haar hoofd op de schoot van haar opa, Venka. Deze zat rustig het vuur op te stoken terwijl Kaja, Seina’s moeder, hun woonwagen opknapte. Venka bewoog zachtjes heen en weer en mompelde een lied, zingen was niet zijn sterkste kant. De vrouwen in het kamp kwamen een voor een tevoorschijn en lieten hun werk achter. Ze gingen ook rond het vuur zitten en begonnen gesprekken met elkaar over het weer, de was, de rivier, het gras, hun mannen, hun zonen en dochters. Seina lachte in zichzelf, wat was er toch veel onrecht in de wereld. Kaja kwam er ook bij zitten en aaide over Seina’s hoofd, “hoe is het met je hoofdpijn?”zei ze. Venka grinnikte en Seina voelde hem wat verschuiven “Ja Seina, hoe is het nou met je?”. Seina sloeg haar ogen op en keek haar moeder onschuldig aan “Ja” zei ze op een zwakke toon, “het gaat wel weer hoor, nog wat zwaar hè” Kaja fronste haar wenkbrauwen en zuchtte diep “toevallig toch, dat je altijd zoveel hoofdpijn en rust nodig hebt, op het moment dat we gaan wassen of opruimen”. Venka grinnikte weer. Hij wilde net wat zeggen toen er vanaf achter een stem zei: “Zeg meissie, ik weet niet hoor, maar je neemt zo liggend wel mooi míjn plaats voor het vuur in”. Seina rolde om en keek recht in het vrolijke gezicht van Mena .Die stak haar tong uit naar Seina en begroette de andere vrouwen bij het vuur. Seina ging rechtop zitten zodat er plek naast haar was maar Venka keek om en lachte “ nee Seina, schuif jij maar die kant op, ik wil die mooie meid wel naast me”. Mena lachte en knipoogde naar Venka, die helemaal glunderde. Mena legde haar blote voeten voor het vuur. “Ik ben moe, mijn voeten doen pijn van het lopen en ik heb veel gewassen vandaag. Ik kan niet wachten tot ik met Nevai getrouwd ben, mag hij mooi mijn voeten masseren”. Ze trekt een voldaan gezicht en valt terug in het gras.
Seina kijkt naar haar, zo rustig. Dat ze het niet eng vindt om zomaar haar vrijheid op te geven voor één iemand. Zij durft het eigenlijk niet en stelt het steeds maar uit. Gelukkig wil Lonka wel wachten. Ze went haar blik van Mena af en kruist die van Venka. Zijn ogen kijk haar doordringend aan. Seina’s gedachten veranderen meteen en ze legt haar voeten ook voor het vuur “nou, anders ik wel hoor!”. Venka maakt een sarcastisch geluid en Kaja kijkt op “Jij moe? ben je mal! Je bent zeker zó lui, daar ben je vast moe van. Dat kán het enige zijn, zo’n vrouw wil Lonka vast niet eens”. Mena lacht en knikt instemmend terwijl ze in Seina’s ogen kijkt. Seina lacht niet maar kijkt verontwaardigd. Venka maakt weer een sarcastisch geluid maar voegt er dit keer een paar woorden bij: “Die Lonka moet blij zijn dat hij met haar mág trouwen”. Seina voelt iets borrelen in haar maag en boos kijkt ze naar Venka “niemand is te min voor iemand, Venka”. Venka kijkt haar aan en glimlacht “was Lonka maar zo wijs en sterk als zijn vader, Sverre, was hij maar net zo avontuurlijk, dán was hij misschien goed genoeg. Maar agh, je blijft mijn kleine meisje”. Uit een van de woonwagens klinkt wat gestommel en even later springt er een gedaante uit “Wat is er met mijn Sverre, Venka?”. Venka opent zijn mond maar Kaja tikt hem aan en laat hem zwijgen. Ronja gaat naast Kaja zitten en zegt: “Mijn Lonka is net zo wijs als zijn vader, hij moet alleen nog groeien en leren.” Kaja knikt instemmend en geeft Seina een geruststellende knipoog. Deze zucht diep en valt neer naast Mena in het gras. Die slaat haar arm om Seina’s middel en fluistert “agh meisje, hij houdt van je, en jij toch van hem? Negeer ze gewoon”. Seina staart verbeten naar de sterren en Mena kijkt haar bedenkelijk aan. Seina merkt dat ze iets wilt zeggen maar toch telkens haar mond houdt om een betere manier te vinden, om het te zeggen. Ze weet toch al wat Mena wilt zeggen, en ze weet haar eigen antwoord er op ook al. “Vertel mij nog eens waar die ster van jou en Nevai ligt?” vraagt ze om het onderwerp te veranderen. Mena glimlacht opgelucht en begint in de lucht te wijzen.
Moe valt Seina naast Lonka neer. Hij lacht en geeft haar even een knuffel. Nog na hijgend kijkt Seina Lonka aan en lacht terug. Dan geeft ze hem een kusje op zijn wang. “Kom op Seina!” hoort ze Mena roepen. Ze kijkt op en lacht hardop. Mena staat nog als een gek om het vuur te dansen. “Ben je nou nog niet moe?” roept Nevai haar toe, en hij zucht diep. Mena steekt haar tong uit en danst naar Nevai toe. “Toe, doe dan mee Nevai!”. Lonka lacht en staat op. “We geven het goede voorbeeld, kom op Seina”. Hij wacht niet op een antwoord maar trekt haar op en sleurt haar de kring in. Draaiend rond het vuur gilt Seina het uit van het lachen. Mena haalt Nevai over en gooit hem de kring in. Na een halfuur vallen ze uitgeput achterover in het gras. Seina gaapt en besluit naar bed te gaan. Nog een kus en langzaam loopt ze naar Venka en Kaja, om hen een goede nachtrust te wensen. Lonka volgt haar, van haar moeder, naar haar opa, en vervolgens naar de woonwagen. “Ze kijkt geen enkele keer om” zucht hij. Mena en Nevai kijken op. Mena bijt op haar lip en staart naar haar voeten maar Nevai schudt zijn hoofd. “Je ziet dingen die er niet zijn Lonka, jullie horen bij elkaar, dat is zo besloten”. Lonka knikt langzaam. “Maar is er ook liefde?”. Nevai zucht geïrriteerd en knikt. “Natuurlijk, zij is, afgezien van Kaja, de belangrijkste vrouw van ons kamp. Ze weet wel, wie ze kiest Lonka”. Achter hen horen ze wat geritsel en geschrokken kijken ze alledrie om. “Ton?” zeggen ze verontwaardigd.
__________________
You're such a fucking freakshow
|