Netjes op een rijtje, de vergrotende en overtreffende trap van bijvoeglijke naamwoorden:
Vergrotende en overtreffende trap van bijvoeglijke naamwoorden
Small smaller smallest
Large larger largest
Funny funnier funniest
Gentle gentler gentlest
Narrow narrower narrowest
Clever cleverer cleverest
Woorden van een lettergreep en woorden van 2 lettergrepen die eindigen op –y, -le, -ow of –er krijgen in de vergrotende en overtreffende trap de uitgangen –er en –est.
Awful more awful most awful
Charming more charming most charming
Handsome more handsome most handsome
Practical more practical most practical
Intelligent more intelligent most intelligent
Bij woorden van twee lettergrepen die niet eindigen op –y, -le, -ow of –er en woorden van meer dan 2 lettergrepen vorm je de vergrotende en overtreffende trap door er more en most voor te zetten.
Good / well better best
Bad / ill worse worst
Much / many more most
Little less least
Far farther farthest
Far further furthest
Good, well (not ill), bad, much, many, little, few en far hebben onregelmatige vormen.
She’s got an older brother.
She’s younger than her brother.
She’s younger than him/than he is.
Na een vergrotende trap gebruik je vaak than om twee personen, dingen of dieren te vergelijken.
He ran faster and faster.
Life is getting more and more expensive.
Je kunt twee vergrotende trappen met and gebruiken om ‘steeds er’uit te drukken.
The longer the journey, the more expensive the ticket.
Twee vergrotende trappen met the….the drukken ‘hoe...er, des te....er’ uit.
My daughter is the younger of my two children, and she is also more intelligent.
Als je 2 personen (of dingen of dieren) vergelijkt, gebruik je de vergrotende trap.
Alan is the youngest boy of his class.
Alan is the youngest.
Most people like sports.
Arsenal have won most of their matches.
Voor een overtreffende trap wordt bijna altijs the gebruikt. Alleen als de overtreffende trap niet wordt gevolgd door een zelfstandig naamwoord of of, kun je the weglaten. Most (zonder the) betekend ‘de meeste’.
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
|