|
Evelien gaapte, en gooide ongegeneerd haar mond wagenwijd open. Pieter, die tegenover haar zat, schoot in de lach, en probeerde een pinda in haar mond te gooien. Die ketste tegen haar boven lip en Evelien sloot gauw haar lippen weer op elkaar. “Au!” ze bracht haar hand naar haar gezicht en wreef over haar bovenlip. Pieter grinnikte. “Die had je wel eerder voor je mond kunnen gooien”. Evelien stak haar tong naar buiten en keek vervolgens weer naar de kaarten in haar hand.
“Ha, een joker, ik mag kiezen wat je neerlegt”. Evelien dacht even na en keek verbaasd naar Pieter. “Hoezo dat nou weer?”. Pieter’s gezicht betrok. “Dat zijn de regels, Eef”. Evelien maakte een sarcastisch geluid en schudde haar hoofd. “Nou die regels ken ik niet hoor”. Pieter’s mond viel een stukje open en hij fronste zijn wenkbrauwen. “Dat zijn wel de regels!”. Evelien schudde weer, en dit maal harder, haar hoofd. “Nietus”. Pieter gooide het tegenovergestelde woord in de discussie en keek haar uitdagend aan. “Welles”. Met de nee’s en ja’s over de tafel vliegend, en even later de kaarten zelf, stopte het spelletje pesten. “Ik kap ermee, ga maar weg”. Pieter stond kwaad op en zijn stoel schoof achteruit tegen de bruine, houten kast aan. Evelien bleef zitten en duwde haar kaken op elkaar, met vuurspuwende ogen keek ze hem aan. “Ik ga níet”. “Oh, oh, dit is míjn huis. Je gaat mooi wel weg. Ik wil je niet hier, je speelt oneerlijk man!” riep Pieter kwaad. Evelien trok een verontwaardigd gezicht en stond ook op. De donkere stoel schoof achterover en klapte tegen het raam. “Oh ja, mol dat ook maar even, hé” riep Pieter haar verwijtend toe. “Er is helemaal NIETS kapot, sukkel” schreeuwde Evelien woedend. Pieter schudde overdreven zijn hoofd. “Nee hoor, nee hoor, helemaal niets. Het is een ráám, dat kan niet tegen houten stoelen op”. Evelien draaide zich boos om en keek naar het raam. “Ik zie niks, blinde kip die je bent”. Pieter lachte even kort. “Ja, ik blind, hè”. Evelien haalde nonchalant haar schouders op en pakte de stapel kaarten. “Joker, ik kies. Lul!”. Ze gooide alle kaarten in Pieter’s gezicht en zette haar handen in haar zij. “Eigen schuld, met je stomme regels, die helemaal niet bestaan”. Pieter’s moeder kwam boos binnen stampen. “Wat is híer nu weer aan de hand?’ Pieter negeerde zijn moeder en keek Evelien zo kwaad aan dat ze er even van schrok. “Wel, verdomme! Waar sláát dat op?”, hij pakte een kaart en verfrommelde hem in zijn hand en gooide hem in Evelien’s gezicht, “en, die regels bestaan wél”. Hij sloeg met zijn vuisten keihard op de tafel, waardoor Evelien geschrokken van de klap een stapje naar achter zette en terug viel in de stoel.
(…)
“Ah, oh”. Evelien kneep haar ogen dicht, Pieter beet op zijn lip en Pieter’s moeder’s mond viel open en haar ogen werden angstaanjagend groot. “Wát… in… gódsnaam…”, ze wachtte even om een paar keer te ademen, ze zag eruit alsof ze net de marathon had gelopen, “Doet die stoel.. tegen mijn raam” schreeuwde ze. Pieter’s vader kwam de kamer in gerend, en ademde gelijk diep in. Ontzet sloeg hij zijn hand voor zijn mond. “Neeeee!”. Pieter’s moeder knikte heftig haar hoofd en keek kwaad van Evelien naar Pieter. “Mijn mooie, antieke kast”. Pieter’s moeder’s mond viel weer open. “Wát?!”. Pieter draaide zich om en Evelien sprong op. “Ah, oh” fluisterde ze zachtjes. Pieter’s broertje stond in de deur opening en keek glimlachend rond. “Foutje, Piet?”. Evelien keek kwaad naar zijn broertje en Pieter schopte het verfrommelde kaartje naar hem toe. “Het is niet alsof jou kaartspel nog heel is”. Pieter’s broertje’s mond viel open, en met tranen in zijn ogen liep hij naar het kaartje toe. “Dat had ik van oma gekregen”. Evelien keek Pieter vragend aan. ‘Moest dat nou?’. Pieter haalde zijn schouders verontschuldigend op.
Pieter’s moeder stond nog steeds hevig te hyperventileren, maar begon langzaam weer woorden voort te brengen. “Wie..”, ze kneep haar vingers tot een vuist, “heeft”, haar vingers werden wit, “dit”, ze bracht haar vuisten omhoog en wachtte even. Toen liet ze ze weer zakken en ademde uit. Ze strekte al haar vingers en wapperde ze voor haar gezicht. Evelien en Pieter keken allebei naar beneden. “Gedaan?”, maakte Pieter’s vader haar zin af. Pieter’s moeder knikte instemmend. De hoofden van Evelien en Pieter schoten omhoog en ze strekte hun arm. “Hij begon”, “Zij begon”. Verontwaardigd keken ze elkaar aan. “Wat?!”. “Stomme sukkels” riep Pieter’s broertje en hij liep kwaad op Evelien af. Boos duwde hij haar naar achter en ze viel terug op de stoel. Pieter’s moeder slaakte een kreet. En Pieter’s vader trok zijn schouders angstig iets omhoog. Pieter’s broertje liep vervolgens kwaad op Pieter af. Maar die had het door en hij weerde zijn broertjes stomp af. Deze raakte uit balans en viel tegen een harde, houten deurtje. “Neeee!”. Pieter’s vader sloeg weer zijn hand voor zijn mond en Pieter’s moeder begon wanhopig te jammeren. “Iedereen, uit, deze, kamer”. Evelien stond voorzichtig op en liep snel naar de deur. “Je kon er niks aan doen. Ga maar naar huis kind” siste Pieter’s moeder terwijl ze kwaad naar Pieter keek, “ik geloof dat Jan en ik eens een hartig woordje met Pieter moeten spreken”. Pieter’s mond viel ontzet open, inmiddels een veel voorkomend gebaar van verontwaardiging, en hij keek zijn moeder angstig aan. “De, eh, maar.., nee.., ja… Oh shit”. Hij haalde zijn hand naar zijn voorhoofd en wreef er zachtjes over. “Oh zo”, zei zijn vader met trillende stem, “gaan we nou ook nog vloeken?”.
__________________
You're such a fucking freakshow
|