wet van Hardy-Weinberg
als we 100 salamanders hebben met allelfrequentie q = 0,6; dan geldt voor homozygoot recessief 100 * 0,6^2 = 36, heterozygoot = 100 * 2 * 0,6 * 0,4 = 48 en homozygoot dominant = 16
de andere 200 salamnders hebben allelfrequentie q = 0,8; dus 200 * 0,8^2 = 128 salamanders homozygoot recessief, 200 * 2 * 0,8 * 0,2 = 64 salamanders heterozygoot en 8 homozygoot dominant.
In totaal bekomen we dan op:
36 + 128 = 164 salamanders homozygoot recessief;
48 + 64 = 112 salamanders heterozygoot; en
18 + 8 = 24 salamanders homozygoot dominant.
de allelfrequentie van q is dan, omdat er geen selectie optreedt, na enkele generaties gelijk aan dat wat we uitzetten. Dus de allelfrequentie voor q wordt dan:
(164 * 2) + 112 / (164 * 2 + 2 * 112 + 24 * 2) = 0,73.