(hij)
"kom je even bij me zitten?
zullen we gaan schaatsen, in de kou.
mijn hart danst als ik bij je ben,
ik wil alleen maar zeggen dat ik van je hou."
(zij)
"ik droom je warme adem in mijn nek,
het zijn jouw armen die me laten zweven.
het is jouw leven dat me liefde geeft,
het is de liefde die zich laat beleven."
(hij)
ze doet hem denken aan de lente
de bloemengeur, de warme zon,
de glinsteringen op haar lippen,
ze is en kwam en overwon.
(zij)
en het maakt haar nu niks uit
dat ze binnen om haar lachen.
de warme muts met flappen
ruikt naar schaatsen en naar hem.
__________________
Hm... Larstig... ;)
Laatst gewijzigd op 29-11-2005 om 19:21.
|