Ik ben met een profielwerktstuk bezig over de relativiteitstheorie, alleen begrijp ik het nog niet helemaal. Als je namelijk met bijna de snelheid van het licht reist, ziet een stilstaande waarnemer dat jouw tijd heel langzaam voorbij gaat en dat je dunner wordt. Maar andersom moet dat toch ook zo zijn, omdat ten opzichte van jouw de stilstaande waarnemer met bijna de snelheid van het licht reist? Dus dan zou jij als bewegend persoon stilstaande waarnemers toch ook dunner moeten zien worden en hun tijd langzamer voorbij zien strijken???
|