Homeros in blauw gehuld., 14 maart 2006.
De kleur blauw is als de zee, als de lucht. Nee, eigenlijk: de lucht is als blauw, wat het tegenovergestelde eveneens waarmaakt. Zoals de hemel de wereld overspant en land en oceaan beschermt, zo is blauw de enige allesoverkoepelende kleur. De lucht biedt je vrijheid, weidsheid aan. Wil je weg, vlieg dan. Stijg op, neem het luchtruim in beslag, verberg je in al dat blauw. Het zal je helpen en omarmen, één van de weinige dingen waar je te aller tijden op vertrouwen kunt. Immers, de lucht verandert niet en is tegelijkertijd zo wisselvallig als het weer. Letterlijk, want de lucht is het weer en wordt weerspiegeld in het water. Ook al verandert de lucht, soms lichtoranje met roze strepen, dan weer onheilspellend paars, altijd keert zij weer terug naar haar oude vertrouwde blauw. Dat heet de veiligheid van een gewoonte. Zo overheerst blauw de wereld, overal te vinden. In de diepte van de zee, de oneindigheid van het heelal, rondom de wereld en weer terug.
Zoals water omhoog stroomt of verdampt, zo zul je ook blauw terugvinden op meer plaatsen dan je denkt. Is het niet, dat je altijd wel de lucht ziet? Is het niet, dat je overal een glimpje van water op kunt vangen?
Tot in de verste onmetelheid, de meest onvindbare plek in de oceaan, zul je blauw kunnen vinden. Gelijkend op de vissen uit de diepzee, een nachtblauwe avondhemel, de inkt die uit een pen op papier druppelt. Zo verschillend als deze voorbeelden zijn, zo verschillend is al het blauw zelf. Wie is het immers die nog nooit heeft gehoord van turquoise, aquamarijn, marineblauw, indigo?
Niemand anders dan de wereld zelf. Zij is begroeid met planten, overstroomd door water, vergiftigd door uitlaatgassen en gevangen in de dampkring. Voor de mensheid is zij alles. Sterker nog, zonder haar bestond er geen mens.
Vanuit de ruimte, vanaf de maan zelfs, ziet men de aarde. Zij is blauw, maar weet het niet.
Dus.
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
|