Hmja, ik heb hier nog nooit iets gepost, maar bij deze; een fragmentje. Ik weet zelf niet echt wat ik ervan moet vinden. Commentaar graag.
Lentekolder
Al sinds vroegere tijden ben ik me ervan bewust: de lentekolder. Met vier jaar keek ik vol bewondering naar Bambi en werd gegrepen door de woorden van meneer de Uil. Was het niet hij die zijn medetekenfilmfiguren voorspelde dat iedereen eraan zou gaan geloven, allen glashard ontkenden en niet veel later keihard verknocht raakten aan de personificatie van hun wildste dromen – zo leken hun geliefden althans in de vreugde van de lente?
Het is inmiddels al een aantal dagen lente en nog steeds houd ik mijzelf, net als Bambi & co, voor dat zulks een onzin aan mij voorbij zal gaan. Of misschien hoop ik slechts. Ze zijn immers om uit te lachen: de wanhopige staarhoofden van verscheidene slachtoffers die wekenlang elke dag zo dicht mogelijk in de buurt van hun - vaak uiterst lelijke - object proberen te komen en er dan vooral voor schijnen te willen zorgen niet opgemerkt te worden, maar ondertussen wel huilend klagen over het feit dat de uitverkorenen ze niet zien staan. Het mooiste is nog dat het gedrocht in kwestie na veel pijn en moeite soms uit medelijden wel eens in wil stemmen met een afspraakje of wellicht wat meer, wat vervolgens na drie weken strandt en mevrouw als een bezetene bij haar kluisje naar haar breezervriendinnen staat te kraaien dat het een lul, een eikel, nee een téringeikel is. Heerlijk.
Toch hebben de kortstondige liefdesimpulsen van het voorjaar wel hun charmes en stiekem wacht ik op het uitkomen van de voorspelling van meneer de Uil, dan kan ik mezelf nog eens uitlachen.