Naar mijn weten zijn hier meerdere varianten op, maar zeker weten doe ik het niet.
De theorie van Herzberg gaat ervan uit dat tevredenheid en ontevredenheid met het werk niet in elkaars verlengde liggen. Hij concludeert factoren die bepalen of mensen zich goed voelen in hun werk direct met het werk en de persoon zelf te maken hebben: het zijn werkintrinsieke factoren, ook wel motivatoren genoemd. Voorbeelden van werkintrinsieke factoren zijn, behoefte aan zelfontplooiing, het leveren van prestaties en het dragen van verantwoordelijkheden. Als deze factoren overheersen, hebben mensen het idee dat ze zich ontplooien in hun werk. Volgens Herzberg leiden deze factoren tot gemotiveerd gedrag. Factoren die bepalen of mensen zich niet goed voelen in hun werk hebben vooral met de context van het werk te maken: het zijn extrinsieke factoren. Voorbeelden van extrinsieke factoren zijn, beloning, status, acceptatie, goede werkomstandigheden. Als deze factoren overheersen, voelen mensen zich oneerlijk behandeld.
Kan zijn dat er nog een stukje ontbreekt hoor, geen idee.
Edit: Wikipedia is inderdaad ook bruikbaar