Je vragen zijn niet echt duidelijk maargoed ik doe een poging:
als je een lichtbundel tekent die door een positieve lens (die natuurlijk perfect symetrisch etc. is) gaat, weet je dat de lichtstraal die door het optische middelpunt van de lens gaat, niet afgebogen zal worden. Deze lichtstraal kun je dus als een rechte lijn tekenen. Verder weet je dat als er een lichtstraal door het brandpunt van de lens gaat, deze lichtstraal aan de andere kant van de lens evenwijdig aan de as door het midden van de lens verder zal lopen. Dit laatste kun je natuurlijk ook omdraaien (evenwijdig aan de as aan de ene kant van de lens --> door het brandpunt aan de andere kant).
En dan over de vergroting. Er geldt N = b/v. Hierin is b de beeldafstand (afstand van de lens tot het beeld) en v de voorwerpafstand (afstand van het voorwerp tot de lens). Je mag echter ook de hoogte van het beeld en de hoogte van het voorwerp invullen in deze formule. (Maar natuurlijk niet de hoogte van het voorwerp en de beeldastand of iets dergelijks).
__________________
Life is like a box of chocolates. You never know what you're gonna get.
|