Het is er niet helemaal uitgekomen zoals ik wou. Gisteren leek het een veel beter idee maar kom. Hoop dat jullie ervan genieten.
Je kent ze wel, de mekkerende geitenbende rond de tafel van je grootmoeder. Alles samen 3 tanden,13 kunstheupen en 7 pacemakers maar dat schijnt hun volume niet te kunnen drukken.
Na 8 natte, besnorde kussen (scheer jezelf toch in godsnaam!), met slobberende lippen gegeven lijk je voor de jury van een of andere talentenjacht te staan.
“Had je niet gezegd dat hij groot was?” en “Mja afgaande op jebeschrijving had ik toch een iets forsere jongeman verwacht...” Met groeiend schaamrood op je wangen hoor je nog als kers op de taart terwijl je wegstapt “Tjongejongejonge, mannen zoals vroeger, die maken ze niet meer. Dat waren nog eens helden!”
In een plotseling opwelling van trots besluit ik dit niet over mijn kant te laten gaan en zweer tegenover mezelf de heilige eed het ongelijk van die vervallen vrouwmensen te bewijzen, en wel snel ook… Ik fiets dus weer naar huis om mijn spreekwoordelijk rode slip en cape aan te trekken en de mensheid te bewijzen dat er ook zoiets bestaat als de moderne held…
Enkele uren later en alweer een illusie armer bevind ik me terug thuis binnensmonds de hele mensheid vervloekend. Wat blijkt immers? Niemand wílt geholpen worden! Ofwel bijten ze je neus eraf en zeggen speekselsproeiend dat ze nog niet seniel zijn en dat nog nét kunnen, ofwel stoten ze verbazend luide hulpkreten uit doorspekt met “Dief! Dief!”.
Mijn conclusie: de held is niet meer wat hij geweest is. Als superhelden écht zouden bestaan zouden die allang hun cape in de ring gegooid hebben wegens gebrek aan waardering. Dit zijn immers geen tijden voor mensen en iets minder menselijke mensen met goede bedoelingen. Wil je in deze verrotte, kapitalistische maatschappij overleven, dan moet je er niet voor terugdeinzen om zo’n oude taart eens een goede elleboogstoot in haar gezicht te verkopen. De enige “helden” die nu nog aan de bak komen zijn neo-Ché Gevaras, moraalridders en milieuactivisten en kijk eens hoe die bedankt worden. Bespuwd en beschimpt gaan ze door het leven, gebukt onder de last van hun bezordheid voor medemens en omgeving.
Nee, ik heb mijn lesje wel geleerd, geef mij maar mijn playstation en mijn pc met internet zodat ik rustig op het eiland “Frederik” kan blijven zonder ook maar één woord te hoeven wisselen met de ondankbare en bedreigende zooi achter mijn raam.