:) natuurkunde

*de ruimte tussen de moleculen van een stof is een vacuum.
*bij temperatuurstijging worden de moleculen warmer.
*bij smelten veranderen ijsmoleculen in watermoleculen.
*de moleculen van een gas stoten elkaar af.
*bij smelten van een vaste stof worden de moleculen vloeibaar.
*atomen zijn onveranderlijke deeltjes

dit waren de enkele stellingen waarvan ik niet wist of het juist of onjuist was en waarom. Ik hoop dat jullie me hierbij kunnen helpen!

[mathfreak]

brabander schreef op 23-02-2007 @ 15:52 :
*de ruimte tussen de moleculen van een stof is een vacuum.
*bij temperatuurstijging worden de moleculen warmer.
*bij smelten veranderen ijsmoleculen in watermoleculen.
*de moleculen van een gas stoten elkaar af.
*bij smelten van een vaste stof worden de moleculen vloeibaar.
*atomen zijn onveranderlijke deeltjes

dit waren de enkele stellingen waarvan ik niet wist of het juist of onjuist was en waarom. Ik hoop dat jullie me hierbij kunnen helpen!

Spoiler

*de ruimte tussen de moleculen van een stof is een vacuum.
Dit is juist.
*bij temperatuurstijging worden de moleculen warmer.
Dit is niet juist. Moleculen hebben zelf geen temperatuur. De temperatuur van een stof hangt af van de snelheid van de moleculen in zo'n stof. Hoe hoger de snelheid van de moleculen, hoe hoger de temperatuur van de stof.
*bij smelten veranderen ijsmoleculen in watermoleculen.
Dit is niet juist. Bij ijs en water heb je dezelfde moleculen, alleen heb je bij ijs een rangschikking van die moleculen in een bepaald rooster, terwijl dat bij water niet zo is.
*de moleculen van een gas stoten elkaar af.
Dit is juist, maar alleen als je er tevens van uitgaat dat gasmoleculen onderling een afstand hebben die minstens 10 maal de diameter van een gasmolecuul is, en als je aanneemt dat gasmoleculen onderling volkomen veerkrachtig botsen.
*bij smelten van een vaste stof worden de moleculen vloeibaar.
Dit is niet juist. Moleculen hebben zelf geen vaste, vloeibare of gasvormige toestand. In een vaste stof zitten de moleculen gerangschikt in een bepaald rooster. Bij het smelten van zo'n stof wordt dat rooster verbroken en kunnen de moleculen zich vrij door de stof gaan bewegen.
*atomen zijn onveranderlijke deeltjes
Dit is juist, maar alleen als je radio-actieve verschijnselen buiten beschouwing laat.

brabander schreef op 23-02-2007 @ 15:52 :
(1)de ruimte tussen de moleculen van een stof is een vacuum.
(2)bij temperatuurstijging worden de moleculen warmer.
(3)bij smelten veranderen ijsmoleculen in watermoleculen.
(4)de moleculen van een gas stoten elkaar af.
(5)bij smelten van een vaste stof worden de moleculen vloeibaar.
(6)atomen zijn onveranderlijke deeltjes

ik ga je niet de kant en klare antwoorden geven, want ik wil dat je er ook iets van leert en dat je het begrijpt

1. als er geen vacuum tussen moleculen in zit, wat zit er dan? waarschijnlijk moleculen, maar dat kan dus niet
2. temperatuur is gedefinieerd als de beweging van moleculen
3. denk je dat er ijsmoleculen bestaan?
4. bij deze twijfel ik: waarom zouden moleculen van een stof in gasvorm elkaar afstoten en in andere vormen niet?
5. worden de moleculen vloeibaar? of bestaat een vloeibare stof uit moleculen die zich anders "gedragen"?
6. zoek maar op hoe radioactiviteit werkt op moleculair niveau, dan weet je of dit waar is of niet

succes

ow... mathfreak heeft alles al voorgezegd

sterrenmeisje schreef op 23-02-2007 @ 16:05 :
ow... mathfreak heeft alles al voorgezegd

Ik heb er even een spoiler van gemaakt, dan heeft de TS nog iets aan je richting gevende vragen

goed!!! thnx