Ik heb de wat je moet kennen en kunnens bijna allemaal beantwoord van Nederlands-Indië.
Misschien hebben jullie er wat aan en als je iets ziet wat niet klopt, meld het me aub want ik ben geen ster in geschiedenis
Wat je moet kennen en kunnen
Hoofdstuk 1
Uitleg waarom de VOC werd gesticht:
De VOC werd gesticht om de krachten te bundelen. Nederland kwam heel sterk uit de Opstand en werd heerser van de zeeën. Ze beschermden de ontdekkingsreizigers en Engeland en Frankrijk waren een beetje jaloers op hun macht en geld. Zeeland en Amsterdam hadden grote onderlinge concurrentie. Dit zorgde ervoor dat de prijzen in Indië steeds hoger werden en dat ze voor minder verkocht werden in Nederland. Daarom besloten ze samen te gaan werken.
Verklaring voor de grote staatsrechtelijke macht van de VOC:
De VOC verkreeg allerlei monopolies door de inheemse vorsten te steunen bij oorlogen. Daardoor was de VOC de enige maatschappij die handel dreef met de koloniën. Door deze omstandigheden had zij grote staatsrechtelijke macht.
Beschrijving van de groei van de rol van de VOC als handelspartner in heel Azië:
De VOC was de eerste maatschappij ter wereld die met aandelen werkte. Iedereen werd er zo bij betrokken en de VOC kon zich op deze manier ontwikkelen tot de grootste handelsmaatschappij ter wereld. Ook stichtten zij factorijen op en voerden inter-Aziatische handel.
Uitleg van de functie van de verdragen in de handelspolitiek van de VOC:
(Gaat dit over de duur van zo’n verdag? (vb bandanezen) Of gaat dit over de monopolies die de VOC verkreeg door deze verdagen?)
De factoren die hebben geleid tot de ondergang van de VOC:
- Groeiend kapitaal gebrek (doordat ze geen zilver meer konden krijgen uit Japan)
- Corruptie binnen de VOC (smokkel van opium)
- Engeland streefde Nederland voorbij
- Patriotten kwamen aan de macht en waren tegen de VOC, als zij deze zouden afschaffen gingen de winsten naar de staat en dat gebeurde ook
Wat je moet kennen en kunnen
Hoofdstuk 2
Bestuurlijke en economische veranderingen van Daendels, Raffles en van de Capellen:
Daendels
Economisch: Grote Postweg (door herendiensten)
Politiek: Java verdeeld in negen districten
VOC bestuur vervangen door ambtenaren en inheemse hoofden benoemen tot ambtenaren
Raffles
Economisch: Liberaal experiment
Dorpshoofden werden tussenpersonen in het liberaal experiment
Politiek: Voortzetting van de politiek van Daendels
Van der Capellen
Economisch: Voortzetting liberaal experiment
Politiek: Zijn taak was de vrije westerse ondernemers vestigingen bevorderen. Hij beschermde de boer tegen de grootgrondbezitters.
Landverhuurverbod.
Problemen die hebben geleid tot het cultuurstelsel:
Grote financiële problemen door de Java-oorlog.
Het doel van het cultuurstelsel was meer winst maken door de koloniën.
Uitleg in hoeverre het cultuurstelsel een succes was:
De Nederlandse schatkist werd flink gevuld, verder leidde het tot modernisering en
monetarisering van de javaanse boeren.
De keerzijde was dat er veel hongersnood was en dat de verbouwing van suiker en
indigo(cultures) zorgden voor uitdroging van de grond, wat de rijstbouw in gevaar
bracht.
Beschrijving van het functioneren van dualistisch bestuurstelsel:
Aan het hoofd stond de gouverneur-generaal. Hij werd bijgestaan door residenten en
assistent-residenten. Die werden weer bijgestaan door controleurs en assistent-
controleurs. Dit samen vormde het Binnenlandse bestuur.
In elke afdeling staat een regent (inlands) de assistent-resident terzijde.
De verhouding tussen beide werd graag uitgedrukt in familietermen. De resident was in
dat beeld de broer van de regent en hij stond niet ‘boven’ maar ‘naast’ hem.
Wat je moet kennen en kunnen
Hoofdstuk 3
Uitleg van hoe de korte verklaring een eind maakte aan de politiek van onthouding:
De politiek van onthouding hield in dat Nederland zich niet zo bezighield met de
Buitengewesten, Nederland erkende ze alleen. Door de korte verklaring te tekenen waren
de gewesten verplicht zich aan het Nederlands gezag te ondermijnen. Dus toen hield de
Nederlandse regering zich wel degelijk met de Buitengewesten bezig.
Wat je moet kennen en kunnen
Hoofdstuk 4
Belangrijkste elementen van de ethische politiek:
- gebaseerd op twee gedachten: bevolking opvoeden tot meer zelfstandigheid maar wilde de band tussen kolonie en moederland niet verbreken meer gezag
- financieel moest Indië zichzelf kunnen bedruipen
- bestuur in de buitengewesten moest worden uitgebreid
- emancipatie door middel van scholing
- decentralisatiewet 1903 bevolking medezeggenschap over het bestuur
- volksraad 1916 moest inheemse bevolking enige inspraak op centraal niveau geven
- aantal departementen werd uitgebreid voogdijgedachte
Politieke en economische gevolgen van de ethische politiek:
- in de praktijk had de inheemse bevolking bijna niets te zeggen in de volksraad
- voogdijgedachte was geen goed antwoord op het nationalistisch streven naar zelfbestuur
- er was verbetering van infrastructuur, irrigatieprojecten en landbouweducatie en verbeterde kredietvoorziening, maar door de sterke bevolkingsgroei en het vele gebruik van landbouw kredieten nam de levenstandaard maar weinig toe
Zelfstandig oordeel over waarde van missie en zending voor de inheemse bevolking:
Missie en zending stichtten scholen en ziekenhuizen, steunden de bevolking bij epidemieën door middel van vaccinatieprogramma’s en gaven voorlichting over de verbetering van hygiënische omstandigheden in de desa’s. Maar in de kolonie hebben ze geen grote rol gespeeld, na de liberale grondwet werden missie en zending toegelaten. Vereiste was goedkeuring van de gouverneur-generaal die bepaalde regio’s toewees om ervoor te zorgen dat er geen conflicten met de islam ontstonden. Nederlands bestuursambtenaren voelden niet zoveel voor een actieve kersteningpolitiek in de kolonie.
Bevordering van het nationalisme door het westerse onderwijs:
Ze kwamen in contact met de geschiedenis van Nederland en zagen daarin de elementen van vrijheid en onafhankelijkheid. Ze moesten leren dat iedere jongen verplicht was om voor de onafhankelijkheid van zijn geliefde vaderland te strijden. Dat zette hun aan tot nationalisme.
Politieke en economische gevolgen van de grote crisis voor de koloniale samenleving:
De grote crisis betekende een drama voor de economie van Nederlands-Indië en het dure beleid van de ethische politiek. De eenzijdige oriëntatie (weinig producten dus geen compensatie mogelijkheden) op de wereldmarkt bleek overduidelijk. Er ontstond heel veel werkloosheid en degenen die nog werk hadden kregen veel minder loon en in de steden waren ook geen banen te vinden.
Colijn sprak over de aanpassingspolitiek als middel om de economie te verbeteren.
Doelstellingen van de verschillende nationalistische bewegingen:
Boedie Oetomo 1908 Kwam op voor de belangen van bepaalde etnische of godsdienstige groepen (bijvoorbeeld de javanen of islamieten). Ze streefden naar bewustwordingen, economische hervormingen en inspraak in het bestuur.Ze concentreerden zich vooral op het inlandse element van de samenleving en ze roepen hulp in van de vooruitstrevenden om samen te strijden voor het ideaal van eendracht en groei, ontwikkeling en harmonie.
Sarekat Islam 1912 Stap verder dan Boedie Oetomo. Ze eisen inspraak in het bestuur, ze streven naar zelfbestuur.
Reactie van Nederlandse regering op nationalisme en verklaring daarvan:
Eerst reageerden ze vrij welwillend (daar was de blanke gemeenschap het niet mee eens), ze toonden begrip voor het nationalisme. Toen de Soetardjo een verzoekschrift indiende om langs de weg van geleidelijke hervorming binnen tien jaar de staat zelfstandigheid toe te kennen, bleek dat Nederland niet zo welwillend was. De petitie werd ondanks de meerderheid van de stemmen in de Volksraad afgewezen, zonder dat de regering zelf met een goed voorstel kwam.
(verklaring?)
Betekenis van de Japanse bezetting voor Nederlanders, Indische Nederlanders en Indonesiërs:
De Nederlanders en Indische Nederlanders werden in interneringskampen gezet. Ze moesten voor de Japanners werken.
De Indonesiërs gingen onder leiding van Soekarno ‘samenwerken’ met de Japanners. Ze hadden namelijk de belofte afgelegd met Japan samen te werken om uiteindelijk de onafhankelijkheid te verwezenlijken.
Voor de Indonesiërs was het eerst eigenlijk heel positief, ze hadden het idee dat alles nu beter zouden worden omdat de Japanners meer samenwerkten met de Indonesiërs en de Japanners gebruikten anti-Nederlandse propaganda, zodat ze Indonesiërs achter zich kregen.
Soekarno zette de bevolking aan tot dwangarbeid en toen was het geen wonder meer dat de onverschillige of gematigde pro-Japanse stemming snel verdween. Achteraf hadden ze liever gewild dat de Nederlanders aan de macht waren gebleven (hond vertrokken, varken gekomen).
Uitleg vanuit welke motieven nationalistische leiders de Japanners steunden:
De Japanners hadden de Indonesiërs onafhankelijkheid beloofd als ze zouden samenwerken. Daarbij was het zo dat de bevolking enig ontzag had voor de Aziatische bezetters. Ze voelden zich meer met hun verbonden dan met de Nederlanders (ook door
anti-Nederlandse propaganda).
Uitleg hoe de nationalisten profiteerden van de chaos na de Japanse capitulatie:
Het Japanse leger was gecapituleerd en Nederlands Indië bevond zich tussen de Japanse capitulatie en de komst van de eerste Nederlandse soldaten in een machtsvacuüm. Deze periode werd de Bersiap-periode genoemd. De Japanners waren verslagen dus de Indonesiërs konden makkelijk met hun wapens e.d. de machtspositie overnemen.
Toen ze tot de aanval overgingen richtten ze zich vooral op de Nederlanders en de Nederlandse Indonesiërs.
De belangrijkste bepalingen van het Linggadjati:
Nederland was boos omdat Soekarno op eigen houtje een eigen staat had uitgeroepen, maar ze hadden geen keus en gingen tegen hun zin in met Soekarno en zijn Republiek onderhandelen. Ze sloten het akkoord van Linggadjati:
- gezag van Republiek Indonesië op Java, Madoera en Sumatra werd erkend
- de Republiek beloofde mee te werken aan de vorming van de Verenigde Staten van Indonesië. (Wat is daarvan het voordeel voor Nederland?)
- Nederland en de Republiek Indonesië gaan samenwerken in de Staatsrechtelijke Unie.
Uitleg hoe de internationale druk leidde tot soevereiniteitsoverdracht:
Heel de wereld keurde de politionele acties van Nederland openlijk af. Nederland stond vrijwel alleen tegenover de rest van de wereld. De VS dreigde met stopzetten van Marshallhulp als ze niet zouden gaan praten met de nationalisten. Nederland zwichtte voor dit dreigement en ging opnieuw onderhandelen met de Indonesiërs. De steun van de bevolking voor Soekarno nam alleen maar toe. Nieuwe onderhandelingen leidden (in December 1949) tot soevereiniteitsoverdracht.