Moedermelk., 14 maart 2007.
Zijn zoon ben jij.
Je ziet het aan de streepjesoverhemden, aan het kuiltje in je wang, aan de nonchalante tred en je bruingroene ogen. Jij zijn zoon, ik zijn vrouw, hij mij, ik hem. Jij kent hem niet, niemand zag hem de afgelopen jaren als zodanig. Enkel ik weet wie hij is, waar hij woont, dat hij zich verbergt onder zijn jas en zijn hoed. Het zware montuur van de bril die hij tegenwoordig draagt, doet in niets denken aan de ooit jonge vader. Hij schreef dat ik hem te vroeg van repliek had gediend, dat ik te luidkeels schreeuwde.
Oh, de consternatie in mijn hoofd. Elke dag loopt hij met zijn ogen gebogen langs je, hij vermijdt elke blik van herkenning. Zijn zoon ben jij, maar hij ontkent het stug. Ik weet wel wat ik zeg, nooit vree ik met een ander, ik wilde hem alleen.
Zou hij de verantwoordelijkheid durven dragen, zou hij afhankelijk kunnen leven? Zou hij op zichzelf vertrouwen? Hij wil het niet weten, hij zou nooit zonder de cocktails kunnen, hij wil zijn eigen leven niet missen. Dat wij jaren geleden achterbleven, doet hem niets. Hij wil je niet, mij evenmin, hij weet niet meer wie hij is. Misschien was hij niet geschapen voor wasmachines en babybedjes.
Je draagt het gewicht van de generatie zonder liefde, je zult de zonde moeten verhullen. Verlaat je kind, verspil je leven aan de lust, maar verberg het. Het ergste is het besef dat met de jaren groeit. Ik leefde een leven vol angst, je jeugd was vol koekjes en slagroom, maar zonder vader. Oh, beschuldig mij niet!
Hij ging zonder jou.
Jaaa commentaar bitte?
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
|