Hoe je moet refereren hangt af van school tot school (en voor echt wetenschappelijke werken, vaak van taalgebied tot taalgebied, van vakgebied tot vakgebied).
Waar je moet refereren: over het algemeen refereer je best achteraan als je heel veel gelezen hebt uit het boek (je hoeft dan niet te zeggen in je tekst 'uit boek X volgt dit, auteur Y zegt dit'). Wat je best wel aangeeft in je tekst met voetnoten is als je echt een quote (citaat) uit een boek neemt, dan kan je in de voetnoot de referentie geven (of wat even vaak gedaan wordt in de wetenschappen: het identificatienummer vermelden in vierkante haken en dat bij je literatuurlijst achteraan bijvoegen met hetzelfde identificatienummer (bv. [HAWKING99] kan slaan op een (hypothetisch) boek dat Stephen Hawking in 1999 geschreven heeft)).
Maar een werk over wiskunde ga je normaal niet veel moeten citeren (definities hoef je niet echt als citaat aan te geven tenzij je eigen schrijfstijl te veel afwijkt van de schrijfstijl van die definitie; je mag natuurlijk een definitie ook steeds omzetten naar eigen woorden (zolang je dan maar de inhoud van die definitie exact dekt, of aangeeft dat het geen echte definitie is, maar slechts een benadering daarvan)).
Sowieso is het niet wenselijk om met te veel voetnoten te werken; als je een boek veel gebruikt hebt achteraan, gebruik je het een keer voor een leuk citaat dan gewoon in de voetnoot (en afhankelijk van je school ook achteraan). Maar in een wiskundig werk kom je volgens mij wel toe met enkel achteraan te refereren (tenzij je het een iets losser werk maakt, allerhande toepassingen erbij haalt, soms ook wat meer een filosofische kant erbij zou halen ofzo; maar voor een droog wetenschappelijk werk kan je het meestal zonder referentievoetnoten doen).
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
|