Hier een column die ik een tijdje terug heb geschreven..
Graag commentaar e.d.

----------------------------
Ik kom niet vaak meer in winkels als de
Multicopy, maar een tijdje geleden moest ik een werkstuk van mijn zus laten inbinden, met een ringbandje aan de zijkant en een plasticje ervoor, aangezien het belangrijk was en zij er zelf geen tijd voor had. Meteen toen ik de winkel binnenstapte, wist ik waarom ik er zo weinig kwam. Bij het openslaan van de deur kwam me direct een hoofdpijn-veroorzakende walm tegemoet. Een klein stukje voor me was een balie met kassa, helemaal links van me was een klein hokje met een computer waar iemand aan het werk was en achter de balie was een grote werkplaats waar een boel mensen aan het werk waren. Niemand leek me op te merken. Ik moest vijf minuten aan de balie wachten totdat een of andere verstrooide juffrouw achter een computer op de werkplaats mij zag en een collega riep, die mij zou komen helpen. Althans, dat dacht ik. Hoe kon ik zo naïef zijn. Klantvriendelijkheid hadden ze hier blijkbaar niet uitgevonden, dacht ik bij mezelf, want er kwam niemand naar me toe. Een klein stukje achter de balie was een norse oude man met wit haar aan het werk. Hij moet me opgemerkt hebben, maar hij werkte nors verder, zonder aandacht aan mij te besteden. Toen ik iemand achter een computer vandaan zag komen, dacht ik dat ik nu wel geholpen zou worden, maar nee. Deze persoon liep naar achteren, ik zag hem een of ander hok binnengaan en geloof het of niet, hij pakte een mars, jawel een mars en ging al etende weer achter zijn computer zitten. Nog met stomheid geslagen zag ik ineens links van me iets bewegen en uit het kleine kamertje helemaal links kwam een man naar me toe die me kwam helpen. Na al die jaren.
De man verdween naar achteren om met het werkstuk te doen wat ik hem vroeg. Of om een bounty te eten, wie zal het zeggen. Ik in ieder geval niet, want geboeid door een nieuw fascinerend schouwspel dat zich aandiende in de winkel, lette ik niet meer op de man. Er kwam namelijk nog een klant binnen, een vrouw ditmaal. Als door een wesp gestoken kwam de norse oude man met wit haar, die vlak achter de balie aan het werk was, in beweging en begaf zich richting de nieuwe klant. Hij haalde het nog in zijn hoofd mij te vragen of ik al geholpen werd. Na bevestiging van mijn kant, hield hij zich bezig met de vrouw.
Niet lang daarna kwam ‘mijn’ man weer terug met het werkstuk van mijn zus. Bij het afrekenen zei hij: ‘kijk eens, wat zul jij een mooi cijfer halen.’
Ik vroeg me af waarop hij dat baseerde. Op het zwarte ringbandje dat hij zojuist door het stapeltje papier heen heeft gejast en waar hij me ook nog eens, in verhouding tot die simpele handeling, een woekerprijs voor laat betalen? Of heeft hij soms het werkstuk eens goed bekeken, in plaats van zich te verlekkeren aan een snickers en voorspelt hij daarom een goed cijfer? Dan zou hij toch op z’n minst gezien moeten hebben dat op de voorkant in grote letters ‘gemaakt door Sanne’ staat. Ik betaalde maar en maakte dat ik wegkwam. Buiten regende het, maar vergeleken met de deprimerende, saaie, onvriendelijke, maar bovenal suffe sfeer in de
Multicopy waren de regendruppels zonnestralen.