Advertentie | |
|
![]() |
|
Een alternatieve aanpak is de volgende: ga uit van A(t)=6,76*1,691/2*t-1 en merk op dat dit te schrijven is als A(t)=6,76*1,691/2*t*1,69-1=6,76/1,69*1,691/2*t
=6,76/1,69*(1,691/2)t=6,76/1,69*1,3t, dus c=(2,4/1,3)²=6,76/1,69 en
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
![]() |
||
Citaat:
het wordt algemeen afgeraden om het \over-commando te gebruiken, om dezelfde breuk te krijgen: Code:
\frac{1}{2} Ik ga je opgave in iets algemere vorm uitwerken, zonder eigenlijk waarden te gaan invullen: Als je dus je waarden van je opgave daarin invult voor b, d, g en h; krijg je de oplossing door volgende uitdrukkingen: Je kan het dus ook doen zonder t in te vullen, niet dat het met t in te vullen verkeerd is, ik werk liever op de eigenschappen van de bewerkingen (want dat is in feite alles wat ik toepas). Nielssiej gebruikt daarentegen andere eigenschappen, die weliswaar in dit geval mooi uitkomen (je krijgt 2 exponentiële functies, die kunnen dus hetzelfde voorstellen; maar je zou hetzelfde met zijn methode bv. met A(t) = at + b als verwacht voorschrift kunnen doen passen (daarvoor neem je ook 2 punten en die kan je ook gewoon invullen, maar je krijgt er een heel andere grafiek bij)).
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
|
![]() |
||
![]() |
Citaat:
![]() |
![]() |
||
Citaat:
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
|
Advertentie |
|
![]() |
|
|