We verbranden tijdens een practicum 10,0 gram propeen en de hierbij vrijgekomen warmte wordt gebruikt om 20,0L water te verwarmen. Daarbij wordt maar 60% van de warmte overgedragen aan het water. Hoe groot is de temperatuurstijging van het water?
Je hebt de formule = Q = cw x m x t (warmte = soortgelijke warmte x massa x tijd)
En je weet dat cw = 4,18 (van water)
Je hebt de formule verkeerd, het is Q=Cw*m*dT. Met de T van temperatuur. dT is dus de temperatuursverandering.
Nou de massa van het water weet je. Cw kan je opzoeken, en Q kan je uitrekenen met het rendement, de hoeveelheid propeen en de verbrandingswarmte.
Met deze 3 gegevens kan je vervolgens dT bepalen.